eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1280. 1628 juli 1. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Ick heb voor dese reys van uE. niet ontfangen. Wil evenwel niet laeten uE. ordre te volgen in continueeren van de advysen. Ick hoop alle mijne voorgaende uE. wel sullen ter hande zijn gecomen, waervan de laeste gelijck als dese was over Amsterdam.

    Ick heb Baugy2 - die ick voortaen Anthemius sal noemen - door Franchimont3 doen onderrichten van dat van Schaffer4. Clemens5 had denselve Anthemius gesproocken ende onderrecht van de fauten bij Heliogabalus6 voor dese begaen. Anthemius heeft soo aen Clemens als aen Marbaut7, swager van d'heer du Maurier8, geseyt, dat hij wel wist, dat Gallus9 alrede in ons landt

    336

    sooveel credyts hadde als die oyt gehadt hadde, aen denwelcke hij is gesuccedeert ende dat oversulcx zijn vrundschap vooral most gesocht zijn. Anthemius is nu in 't leger om zijne instructie te ontfangen. Eenige meenen noch, dat op de tijding van de difficulteyt, dye in ons land werdt gemaeckt, hem een ander employ soude mogen werden gegeven ende dat de plaetse in ons landt noch soude comen op onsen goeden vrund10 door beleyd van Severus11, dye Anthemius een dispuyte maeckt op het tractement.

    Rochelle blijft in eene doen; de cardinael12 asseureert op sijn leven, dat de Engelschen niet uytrechten en sullen. Evenwel is waer, dat een Hollandsch schip bij Brouage aengecomen zijnde een Engelsman heeft uytgeset, dewelcke bij ontijden door de wacht tot binnen Rochelle is geraeckt, waerop terstont teyckenen van vreuchde zijn gedaen ende hebben dye van de stadt 's conincx volck toegeroupen, dat sij haest met de coning off heel goede vrunden off heel [quaede] vijanden souden zijn, waeruyt men afneemt, dat dyen Engelsman tijding gebracht heeft van het aencomende secours ofte veeleer diversie, alsoo men seyt den dijck, dye de passage van de haven sluyt, genoech volbracht is.

    Van de paix tusschen Savoye ende Mantua zijn propoosten geweest, maer sonder fundament.

    Chastillon13, soo mij de vrund seyt, is wel genegen om voor Felix14 wat te doen ende apparentie vindende sal wel last crijgen. Misschyen dat daertoe soude helpen, soo hij door Rivet15 geïnstruert wierd, dat Felix altijd is geweest tegen de separatie. Ick en weet niet, off Vossius16 denselve Rivet17 daertoe soude connen bequaem maecken. Ick heb kennisse gemaeckt met de broeder van monsieur de Routilles18, dye mij nut sal zijn; syet, off ick eenige dienst can doen in de saeck van Orangie.

    Onse ambassadeurs extraordinarise19 souden wel wat mogen uytrechten nae haer begerte, meest omdat Aelius20 wil toonen, dat hij Decius21 niet van doen en heeft, 't welck mij niet heel wel en behaeght.

    De onse doen haere gebyedenisse. Wilt doch het geschrift van Grol22 met den eersten oversenden met de consideratiën, al waer het door de bode.

    Den 1 Julij XVIcXXVIII.

    UE. dyenstwillige
    H. de Groot.

    Adres: Aan Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide van Hollant.

    In 's Gravenhage.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. RK. H11k. Eigenh. oorspr.
    2 - In de tekst in code.
    3 - Zie no. 1176, p. 173 n. 14.
    4 - Goosen Schaffer? Vgl. no. 1068, p. 41 en n. 6 t.p.
    5 - Zie no. 1279, p. 333 n. 5.
    6 - Charles d'Espesse, de uit Den Haag teruggeroepen Franse gezant; Nic. de Baugy was zijn opvolger.
    7 - Pierre Marbault; zie II, p. 60 n. 4.
    8 - Benjamin Aubéry du Maurier, zie no. 1157, p. 145 n. 8.
    9 - Frederik Hendrik.
    10 - Antoine de Hayes; zie no. 1200, p. 203 n. 4.
    11 - D'Effiat; zie no. 1061, p. 29 n. 10. In de tekst in code.
    12 - De Richelieu.
    13 - Zie no. 1273, p. 323 n. 3.
    14 - Grotius.
    15 - André Rivet; zie no. 1166, p. 158 n. 9. De naam staat in de tekst in code.
    16 - In de tekst in code.
    17 - André Rivet; zie no. 1166, p. 158 n. 9. De naam staat in de tekst in code.
    18 - Niet geïdentificeerd.
    19 - Fr. van Aerssen en Caspar van Vosbergen.
    20 - De Richelieu.
    21 - De Geünieerde Provinciën.
    22 - Zie no. 1274, p. 327 en no. 1245, p. 274 n. 10.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]