eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1176. 1627 [september] 30. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Verstaende uyt mijn huysvrouw's schrijven2, dat uE. weder in Hollant is, heb ick niet willen laeten door occasie van een goed vrundt3, dye van hyer gaet, uwe E. te begroeten ende vooreerst te verseeckeren, dat mij zeer wee doet, dat uE. om de affectie, dye deselve soowel het landt als mij toedraeght, bij veelen in ongunst comt ende gedreycht werdt. Ick hoope dese buy oock over sal waeyen ende in alle gevalle sal ick niet laeten mij aen uE. ten hoochste geobligert te houden.

    Ick sende uE. een bouck4, dat voor dese tijdt gehouden werdt als een patroon van de Fransche welspreeckenheyt. Daer is noch een cleyn boucxken5 uytgegaen, dat ick niet en can becomen. 't Is gemaeckt bij maniere van een brieff van den hertogh van Savoyen aen den coning van Groot-Bretaignie. Arsens6, Vos-

    174

    bergen7, Joachimi8 worden daerin geroemt als pilaeren van onsen staet ende de alliantiën, de Arminianen ende trefvesmaeckers wat overgehaelt. Men seyt het comt van een dyenaer van den hertogh Bouillon9, 't welck te meer apparentie heeft, omdat denselven hertogh daerin ten hoochsten wordt geroemt ende geprophetert, dat hij 't gouvernement sal partageren. Daer wordt een questie in aengeraeckt, off prins Heyndrick wel doet, dat hij mynes maeckt van de Arminianen gunstigh te zijn.

    't Fort van St. Martyn op 't eylant van Ré heeft vivres becomen door groot geluck ende voor niet lang. Toiras10, dye Sr. Suryn11 met een neeff van Buckingam12 hyer gesonden had onder schijn om des conincx intentiën over de paix te verstaen, inderdaet om de noodt ruchtbaer te maecken, is belast het fort niet over te geven, waerover eenige presumeren, dat dye nu regieren denselven Toiras, dye voor dese wel in 's conincx gratie gestaen heeft, soucken te ruineren. Den coning is nae 't leger om Rochelle te landt ende te water te benauwen, maer de Fransche schepen zijn noch weynigh in getaele gereedt ende de Spaensche, dye men tot 40 toe verwacht, zijn noch niet gecomen. De coninginne-moeder13 blijft hyer met volle macht. Van de alliantie, dye met ons landt is beworpen14, sal uE. aldaer de discoursen hooren ende soo 't uE. gelegentheyt toelaet mij adviseren om den dyenst van 't landt ende van Vrancrijck sooveel mij mogelijck is te bevorderen. 't Stuck van de commercie slaept tot het eynd van November15. Als het al zal zijn geresolvert, can het in effort niet gestelt worden sonder de paix met Engelant, daer veelen geallieerden toe arbeyden, tot noch toe vergeefsch, 't zij om den haet tusschen de hoofden, 't zij om de hoop, dye de Engelschen hebben van meesters te worden van het eylandt van Ré ende Tiron, ende dye den coning heeft om bij dese glimpe ge ...... occasie meester te worden van Rochelle.

    Ick heb aen mijn broeder de G(root) geschreven, dat hij immers mijn proces soude verderen16. Ende uE. hem gelieve aen te porren ende oock in alle andere saecken, dye ick hem g(erecom)mandeert heb, behulpigh te zijn. Ick bidde uE. dese copyen van brieven17 ........ aen denselve mijn broeder, opdat hij dye doe drucken nevens de anderen, als het tijdt .........

    Den 30 December XVIcXXVlI.

    UE. dyenstwillige
    H. de Groot.

    Ick sende nu de caerten18, sal het bouck binnen weynig dagen senden.

    Adres: A monsieur monsieur Reigersberg, conseiller au (p)arlement. A la Haye.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. RK. H9l; beschadigd. Eigenh. oorspr. De brief is niet van 30 december, maar van 30 september, zoals uit vergelijking met de nos. 1173, 1178 en 1184 duidelijk wordt: blijkens no. 1184 is Reigersberch op 9 oktober al in Holland; bovendien, daar blijkens no. 1180 Maria begin Oktober de terugreis heeft aanvaard, moet met ‘mijn huysvrouw's schrijven’ dus no. 1173 bedoeld zijn, waarin sprake is van Reigersberchs vertrek naar Holland.
    2 - No. 1173.
    3 - Franchemont, herhaaldelijk als overbrenger van brieven vermeld; zie II, p. 60 n. 5.
    4 - Welk boek bedoeld wordt, weet ik niet.
    5 - Het wordt ook vermeld in nos. 1200 en 1204.
    6 - Fr. van Aerssen.
    7 - Caspar van Vosbergen.
    8 - Albert Joachimi; zie no. 1165, p. 156 n. 5.
    9 - Frédéric Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon.
    10 - De commandant van het fort; zie no. 1166, p. 158 n. 5.
    11 - Zie no. 1175, p. 172 n. 5.
    12 - Zie no. 1175, p. 172 en n. 8 aldaar.
    13 - Maria de Medici.
    14 - Zie no. 1138, p. 118 n. 8.
    15 - Zie no. 1175, waar als datum St. Maarten, d.i. 11 november, genoemd wordt.
    16 - Zie no. 1172.
    17 - Bedoeld zijn blijkens no. 1178 de brieven van Casaubonus, waarvan reeds herhaaldelijk sprake is geweest; zie nos. 1162, 1166, 1169, 1172, 1177, 1291, 1315, 1358 en 1359.
    18 - Kaarten van het beleg van La Rochelle; zie no. 1178.