1
............................................................... wiens2 arbeyt ick ten hoochsten exstimere als wetende, dat hij wel verstaen heeft den grond van ons oorloch ende geijvert voor 's landts welvaren, oock van twistmakende disputen den mensche gewesen tot de practijcke der Christelijcker religie.
Ick hoope uE. mij dit advys als comen[de] uyt eene oprechte affectie ten dienste van de waerheydt ende van 's landts welvaren ten besten sal houden.
.............................