eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1638. 1631 mei 30. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Ick ben te Rouaen geweest ende thuis gecomen sijnde heb ick uE. brief gevonden van de 12, daernae becomen die van de 12.

    Eenige, die bij Vendosme2 sijn, adviseren, dat dese grooten ophef ten wedersijde wel tot een trefves mocht uitloopen. Ick hoop mijn huisvrouw nu daer sal sijn ende mijne vorigen oock desen vinden, alsoo sij in Zeelant niet en meende te vertoeven.

    Van Gallus3 dunct mij, dat niet en is te hoopen. In Engelant sijn veel humeuren, die op alle occasie van twist tusschen de onsen ende haer toeleggen ende daermede dienst doen aen Spaignie.

    396

    De saecke Salmasii4 is niet alleen geconcludeert, maer bij hem geaccepteert. UE. correspondentie met den heer president5 moet niet vast gaen ende vrese seer, dat hij Salmasio sal doen geloven, dat wij sijn beroep sijn tegen geweest. Messieurs du Puy6 bedancken uE.

    Bellegarde7 ende Elboeuf8 sijn noch bij 's conings broeder9 contrarie 'tgene geseit was. De twee presidenten ende den raedsheer l'Aisne10 houden haer noch bij 's conings permissie op eenige huisen hierontrent, maer den coning stelt uit te hooren de remonstrantie, die het parlement daerop wil doen. Middelertijdt werden nu alle edicten bij het segel ende 's conings hoffraedt geverifieert sonder andere forme tegen 't gebruick van soo veel hondert jaeren, hetwelck den cardinael11 haetelijck maect ende werden veel libellen tegen hem gestroyt. 't Principaelste, van 'twelck wij nu seeckerlijck verstaen, dat de coninginne-moeder12 nachts voor Dynxdagh is geëschappeert door een casamatte, in habyt van een Switsersche vrouw ende een mijl te voet gegaen sijnde, is gerencontreert bij coetsen ende gegaen nae Nederlant, daer haer de jonger soon13 meent te volgen. Men geeft uit, dat sij tot dese extremiteit gebracht is door vrese van vergift, 'twelck den coning sal quellen ende den cardinael binnen ende buiten 's lands haetelijck maecken. Den coning van Spaingnie14 sal haer te meer eer doen bewijsen om den Franschen naem odieux te maecken. Maer het geldt, dat hij daeraen sal spillen, sal den prins van Orangie geen quaedt doen.

    Den 30 Mey 1631.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in 's Gravenhage.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Gro(ot) Den 30 Mey 1631 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. R.K. H 15 i. Eigenh. oorspr.; niet ondertekend.
    2 - César, hertog van Vendôme; zie no. 1617, p. 376 n. 1.
    3 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    4 - Vgl. no. 1636, p. 394 en n. 3 aldaar.
    5 - Niet geïdentificeerd.
    6 - Pierre en Jacques Dupuy; vgl. no. 1620, p. 379 n. 2.
    7 - Roger de Saint Lary et de Thermes, hertog van Bellegarde; zie no. 1575, p. 316 n. 1.
    8 - Charles, hertog van Elbeuf; zie no. 1595, p. 346 n. 2.
    9 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans.
    10 - Vgl. no. 1637, p. 395 en n. 6 aldaar.
    11 - De Richelieu.
    12 - Maria de Medici.
    13 - Gaston.
    14 - Philips IV.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]