440
Mijnheer,
UE. laeste, die ick ontfing, was van den 24 Nov.2, bij mij, nevens vele van uE. voorgaende, over acht dagen in 't breed beantwoord3.
De Spaensche vloot van ontrent 18 galeyen, dreigt de custe van Provence. Voorts spreect men nu meer van vrede als van oorlogh, ende men oordeelt het beginsel sal sijn van eene suspensie van wapenen. Den cardinael Ginetti4 comt voor den paus5. Vanwegen den keiser6, den bisschop van Wirtzburg7, den baron Fugger8, president van den hofraed, ende den baron Curtz9. Vanwegen Vrancrijk, soo wij verstaen, Bresé10, Feuquière11, d'Avaux12. De plaetse meent men, dat Luyck wel soude mogen sijn, omdat de Vereenigde Provinciën seggen de constitutie van haere staet niet te lijden, dat men verre vandaer soude handelen.
Den bastard van Denemarcken13, die hier is, solliciteert ten einde de Fransoisen, die onder de custen van Noorwegen de walvisschen vangen, souden mogen geobligeert sijn consent van den coning van Denemarcken daertoe te verwerven, 't welck dient om de maximen van Seldenus14, die nu gedruct werden, overal tegen de Hollanders in 't werck te stellen.
Die van de Lelie15 vorderen haere affaire bij Rys16 door een agent17, die daer is vanwegen de vrouw van18 Alexander19.
UE. brieven connen bijwijlen, wanneer daer iet aen gelegen is, bestelt werden door die daer is van de Lelie20, aen die hier is21, dewelcke mij sulcx heeft geïnsondeert(?).
Soo neef22 bij uE. is, schrijft mij wat van sijn humeur.
Tot Parijs, den 28 Dec. 1635.
441
Adres: Mijn Heer Mijnheer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide In Den Hage. Met den eerste post van Amsterdam op Den Haeg.
In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 28 Decemb. 1635 tot Paris
En op de adreszijde: 20 Decemb.; hoopt tot een gemeenen vrede te beleyden; voor somer; verdeelde commandemente; veel nieuwe edicten; clergé veel tot nadeel van de religie; De Spaense vlote van 18 galeyen dreycht Provence.