eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2403. 1635 december 20. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Op eenen tijdt, te weten den 17 deser, heb ick veele van uE. brieven door Sr. Abbesteeg2 ontfangen, als van den 4, 6, 12, 14, 19, 22 ende 24 Novem-

    421

    ber3; van alle dewelcken ende van de advysen daerbij gegeven, soo het publyck als ons particulier raeckende, ick ende mijn huisvrouw uE. bedancken biddende te continueren, gelijck wij mede sullen doen.

    Nopende 't bestellen van de brieven, heb ick mijn bedencken overgeschreven, doch soo uE. meent, dat geen andere verhindering en is geweest als van de wint ende schepen, can als de saecken niet al te groot ofte haestig en sijn, sijne voet continueren.

    Thucydides4 schrijft aen den gesel van Tatianus5, dat hij hoopt alles te beleiden tot Stesichorus6 in 't gemeen. Daerom waer het goed een cloeck ende vertrouwt man van Cimons7 wegen bij hem waer, tenminste als hij weder8 bij Vespasianus9 sijn sal.

    Men spreect hier van groote preparaten tegen den voorsomer ende men wil remedieren in de fauten, gecommitteert door de verdeelde bevelen, waerom den hertogh van Angoulesme10 hier werdt gehouden.

    Den coning11 sal in 't parlement edicten brengen met menichte van nieuwe officiën, om gelt te vinden. De belastinge apprehendeert de gemeente minst, die nochtans de alderbeswaerlijcste is. Die van Marseille doen groote clachten tegen de verhooging van 't sout.

    De clergé heeft veele poincten van den coning versocht tot nadeel van die van de gereformeerde religie. Ende den heer guarde des seaux Seguier12, die door de doot van Aligre13 nu cancellier is geworden, is haer vrundt gantsch niet. Sij apprehenderen seer de generale vrede als een beginsel van persecutie tegens haer.

    Eene Pelletier14, afgevallen over lang van de religie, heeft een vertroosting ende vermaening uitgegeven aen mevrouw van Bouillon15, de moeder over de conversie, soo hij 't noemt, van haer soon16, stellende die als ongetwijffelt.

    Dat van Claudius17 met Tibullus'18 suster19 wordt hier gelooft. Evenwel vind ick geen cracht bij de Lelie20; den tijd sal leeren.

    422

    De advysen uit Turckie geven ons apparentie van paix met den Persiaen21, 't welck dan 't huis van Oostenrijck tot alle redelijcke dingen behoort te disponeren.

    De consideratie bij uE. gemoveert, waerom de saecke bij Caesar22 in alle manieren dient gevordert, is goedt ende daer connen veele andere werden bijgevoucht. Wij dancken uE. van de diligentie ende bidden te doen wat mogelijck sal sijn, om tot een goedt einde te geraecken. Ick hoope de coude de sterfte wat sal doen ophouden. Bidde oock terwijl op de boecken ordre gestelt is, te willen arbeiden, dat ick alle mijne papieren magh becomen.

    Van de victoriën van den marescal Bannier23 ende Ridwijn24 heb ick particulariteiten wat laet uit die quartieren becomen ende medegedeelt daer het behoorde. Wij verwachten meer andere goede successen, insonderheit soo de heer landgraef25 goedt hout.

    Van hier crijght mijnheer de rijcxcancellier26 gelt. Hoope oock uit uE. quartieren, opdat men noch dese winter wat goeds can doen. In die tijdt van 't jaer placht den coning van Sweden27 sijne beste exploicten te doen.

    Van de discoursen van Limburg aen het huis van den Pals, in recompense van haer verloren goed te geven, heb ick voor desen geadviseert28: D'heer Camerarius29 gelooft daer niet van.

    Wij sullen garen verstaen, wat voorts passeren sal bij Schenckenschans30 ende van Alcaeus31.

    Nopende de zeecapiteinen32 dunct mij, dat men beter soude hebben gedaen haer te laeten rechten bij den Raed van State om niet te comen in de manier van commissarissen.

    Dat mons.r de St. Chaudmont33 soo laet gesonden is, en is niet excusabel, insonderheit alsoo den heer cancellier was belooft terstont een nae te senden ende ick gestaedigh heb aengehouden. Des conincx saecken sijn daerdoor niet gevordert. Maer dat volck, die oorsaeck sijn van de escapade van de gevangenen uit Maestricht34, sijn ons overal in de wege ende bederven de pottage.

    't Veranderen van de magistraten in Vrieslant staet mij niet aen, hoewel ick wel weet, dat [in] die staet meer populair is dan van andere provinciën.

    423

    De Engelschen sijn niet wel tevrede, dat de Fransche ambassadeurs35 aldaer aen den palsgraef36 geen keurvorstelijcke titulen en geven.

    Josias Casparsoon37, sie ick wel, maect het heil van de geck. 't Waer om te lachen, soo hij Godt ende sijn H. woord daerbuiten liet.

    Xenocrates38 schrijft aen Justinus39, dat hij hem goed bescheid van de Aerdbezie40 sal doen hebben ende soo op de eer als op Simonides41 vaste ordre stellen.

    Dat uE. meent dat Latou42 sal soecken bij Neef43 claer te gaen, houde ick mede, hoewel den gront44 niet al te goed en is.

    Van 't overvallen van Gustaefburg hebben wij hier niet, maer wel van eenigh volck daerontrent geslagen.

    Dat Cimon om de saeck van Tibullus, naeverwant aen 't volck van Claudius schrijft, vinde ick wat vremd. Want sij sijn voogden. Van Xenocrates' dochter45 heb ick wel meer hooren spreecken, maer vinde daerin geen apparentie.

    Vindex' man46, die bij Annibal47 is, spreect seer van Stesichorus. Bloemcool48 seit oock daertoe te trachten, maer in 't generael.

    Vaert wel met de vrunden.

    UE. bekende.

    Den 20 Dec. 1635.

     

    Mijn soon49 en was niet principalijck gegaen om Simonides, maer om brieven te brengen ende om te sien, off hij eenigen dienst conde doen. 't Ander was accessoir. Ende nae sijn vertreck heb ick een vierendeel jaers ontfangen, soodat men daervan geen gewach en dient te maecken, waerop uE. ende de vrunden gelieven te letten.

    Van hetgunt huiden in het parlement is gepasseert, schrijf ick niet, alsoo neef Reigersberg50 sulck beter can doen als oculair getuich sijnde geweest.

    Adres: Mijn Heer Mijnheer Reigersberg raet in den Hogen Raet in Hollant in Den Hage.

    424

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 20 Decemb. 1638 Tot Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., H 19 i. Eigenh. oorspr. Antw. op nos. 2338, 2340, 2347, 2350, 2355, 2361 en 2364. Notities betreffende de inhoud van deze brief heeft Van Reigersberch in dorso van no. 2416 aangebracht; zie verderop, p. 441.
    2 - Ook elders genoemd als correspondentie-adres; zie over hem no. 2340, p. 321 n. 6.
    3 - Resp. nos. 2338, 2340, 2347, 2350, 2355, 2361 en 2364.
    4 - Schuilnaam voor de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    5 - Grotius; Tatianus nl. is een pseudoniem van Maria van Reigersberch.
    6 - Codenaam voor vrede.
    7 - Codenaam voor Staten-Generaal.
    8 - In de tekst in cijfer: 2070.1236.66. met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    9 - Codenaam voor Pommeren; Van Reigersberch heeft er ‘Pomeren’ boven geschreven.
    10 - Charles de Valois, hertog van Angoulême; vgl. ter zake no. 2390 aan Axel Oxenstierna.
    11 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    12 - Pierre Séguier; zie over hem no. 2164, p. 52 n. 10.
    13 - Etienne d'Aligre; hij was op 11 december overleden. Zie nader over hem III, p. 24 n. 3.
    14 - Thomas Pelletier; zie no. 2401, p. 418 n. 7.
    15 - Elisabeth van Oranje-Nassau; zie no. 2401, p. 418 n. 8.
    16 - Frédéric Maurice de La Tour d'Auvergne; zie no. 2322, p. 295 n. 16.
    17 - Codenaam voor Polen met de betekenis door Van Reigersberch erboven geschreven.
    18 - Schuilnaam voor Karl Ludwig van de Palts; Van Reigersberch heeft er ‘keurvorst’ boven geschreven.
    19 - Dit woord staat in cijfercode: 32.81.103.33.4.
    20 - Codenaam voor Engeland met de betekenis door Van Reigersberch erboven geschreven.
    21 - Sefi (Sam Mirza); zie no. 2359, p. 349 en n. 5 aldaar.
    22 - Codenaam voor Rotterdam; het betreft de pogingen door Grotius en voor hem ondernomen om zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    23 - De Zweedse maarschalk Johan Gustavsson Banér; vgl. ter zake no. 2350, p. 336.
    24 - Patrick Ruthven; zie over hem no. 2400, p. 415 n. 8.
    25 - Wilhelm V, landgraaf van Hessen-Kassel.
    26 - Axel Oxenstierna.
    27 - Gustaaf II Adolf.
    28 - Zie no. 2382, p. 381.
    29 - Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    30 - Betreffende Schenkenschans zie no. 2241, p. 175 n. 1.
    31 - Codenaam voor bestand.
    32 - Vgl. no. 2364, p. 358 en n. 8 aldaar.
    33 - Melchior Mitte, baron van Miolans, markies van St. Chaumont, gezant van Lodewijk XIII bij de Zweedse kanselier Oxenstierna.
    34 - Vgl. no. 2361, p. 353.
    35 - De ordinarius gezant Jacques d'Angennes, markies van Poigny, en de extra-ordinarius Henri de St. Nectaire de La Ferté-Nabert.
    36 - Karl Ludwig; zie no. 2317, p. 285 n. 3.
    37 - Bedoeld zal zijn Josias van Vosbergen; zie over hem III, p. 164 en n. 4 aldaar.
    38 - Axel Oxenstierna.
    39 - Pseudoniem van Grotius.
    40 - Codenaam voor Zweden.
    41 - Codewoord voor geld.
    42 - Codenaam voor Frankrijk; Van Reigersberch heeft er ‘Vranckrijck’ boven geschreven.
    43 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik; vgl. J. Fox, Hugo de Groot en de Gravin van Hohenlohe-Langenburg in Nederl. Archievenbl. 1962 1o afl., p. 40.
    44 - De woorden: ‘den gront’ staan in cijfer: 232. 97.42.31.68. met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    45 - Catharina; vgl. no. 2364, p. 357 en n. 16 aldaar.
    46 - Nicolas, sieur de Charbonnières. Vindex is een codenaam voor Frankrijk; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: agent van Vrankrijck.
    47 - Schuilnaam voor Ferdinand II; Van Reigersberch heeft er ‘keyser’ boven geschreven.
    48 - Schuilnaam voor Axel Oxenstierna.
    49 - Cornelis, Grotius' oudste zoon, was door zijn vader naar Duitsland gezonden om er o.m. Oxenstierna te ontmoeten.
    50 - Johan, zoon van de in 1632 overleden rentmeester Johan van Reigersberch.