eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5554. 1642 januari 13. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Latiana2 iam acceperis, ut et ea quae Blavius monet a me praeterita septimana perscripta, ad quae ut et ad reliqua in epistola mea3 contenta responsum expecto. De Strideno4 quid futurum sit, brevi videbimus. Nunc cognatus Dorpius5 a Nobilitate in locum Oosterwikii6 Curiae Provintialis senator allectus est, sed ea lege ut dignitatem et titulum retineat Oostervikius, stipendium vero Dorpio cedat. Matenesius7 in locum Arsenii suffectus a Batavis est in Foede-

    30

    ratorum Conventu. Adsciti et a Nobilitate quattuor, nimirum Dousa Nordwix, Scagenus, Boeckhorstius et Arsenii filius,8 cui vita dicitur ἀβίωτος.

    De titulo praefigendo Commentariis de Iure belli et pacis9 ad Blavium scribam, ut et de altero illo libellis ad concordiam facientibus praemittendo. De Syllabo meminero, nam et eum apud Blavium post editionem Cassandrianae Consultationis videre me memini.

    Res Catalaniae regi cordi esse gaudeo. De Portugallicis rebus si quid habes, id intelligere avebo. Magna hic iam de victoria in Angola10 obtenta et occupata a nostris Africae parte non spernenda sparguntur. Sed solent aliquando nostri, ut et Galli, res suas magnifice verbis exornare et supra meritum efferre.

    Est hic iam apud nos Didericus tuus,11 qui dum a nobis abfuit non parum in rebus militaribus profecit. Quo loco res eius exercitus sint, ex ipso propediem intelliges. Mater nostra12 pro ea quam pro se geris cura votisque, quae in litteris concipis, gratias agit et iam quanquam intenso hoc frigore satis belle valet tibique et familiae tuae aeternam optat concordiam et prosperitatem.

    Postquam haec scripsi, audio illud de Dorpio adhuc pendere et primum ad Oosterwikium ea de re scribendum.

    Vale, frater optime, cum omnibus tuis,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, XIII Ianuarii 1642.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Ian. 1642.

    En in dorso: 13 Ian. 1642 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 226. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 5534, beantw. d. no. 5571.
    2 - De documentatie die Johan de Laet via Willem de Groot aan Grotius had doen toekomen in verband met diens publicatie van De origine gentium Americanarum dissertatio; vgl. no. 5528 (dl. XII) en no. 5548.
    3 - De brief van 6 januari 1642 ontbreekt; zie echter Grotius' antwoord in no. 5559.
    4 - De remonstrantsgezinde Haagse advocaat mr. Cornelis van Strijen was voorgedragen voor een zetel in de Hoge Raad.
    5 - Frederik van Dorp (1612-1679), heer van Maasdam, werd op 11 april 1642 bij provisie benoemd tot raadsheer in het Hof van Holland (NNBW I, kol. 745-746; Res. SH, dd. 11 april 1642).
    6 - Willem van Liere (†1649), heer van Oosterwijk, ordinaris Staats ambassadeur in Parijs van 1637 tot 1648, sinds 17 juli 1626 raadsheer in het Hof van Holland, maar vanwege zijn diplomatieke loopbaan voortdurend afwezig (Schutte, Repertorium I, p. 13).
    7 - Johan van Mathenes, lid van de Hollandse ridderschap, werd aangewezen om François van Aerssen, heer van Sommelsdijk († 27 december 1641), op te volgen als gedeputeerde ter Staten-Generaal (Res. SH, dd.16 januari 1642).
    8 - Wigbold van der Does, heer van Noordwijk, Willem van Schagen, heer van Schagen, Amelis van den Bouckhorst, heer van Wimmenum, en Cornelis van Aerssen, heer van Spijk, werden op 11 maart 1642 geadmitteerd tot de vergadering van de Staten van Holland.
    9 - Grotius' wens met betrekking tot de titelpagina van een nieuwe herdruk van De iure belli ac pacis bij de uitgevers Blaeu te Amsterdam (BG no. 571) is medegedeeld in een brief aan zijn broer dd. 4 januari 1642 (no. 5534); insgelijks vinden wij in deze brief aanwijzingen ten aanzien van een mogelijke Amsterdamse uitgave van de Annotata ad Consultationem Cassandri in de bundel Via ad pacem ecclesiasticam (vgl. BG nos. 1165 en 1167).
    10 - Op 26 augustus 1641 had de Staatse vlootbevelhebber Cornelis Jol, alias Houtebeen (ca. 1600-1641), zich meester gemaakt van São Paulo de Loanda (tegenw. Luanda) (Boxer, The Dutch in Brazil, p. 107).
    11 - Dirk (Diederik) de Groot (1618-1656), de jongste zoon van Grotius, diende als commandant van een compagnie infanterie in het leger van Guébriant. De hier aangekondigde brief van de zoon is niet teruggevonden.
    12 - Aeltgen Borre van Overschie (1561-1643).