eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6383. 1643 augustus 24. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Pro transmissis articulis quibus obsidio Theodonisvillae finem accepit, gratias habeo; illud novum, quod tractatui renuntiare licuerit, si duo millia peditum et equites sexcenti

    492

    urbem intrassent, quodque obsessis venienti auxilio suppetias ferre nefas fuerit.2 Spero Gallorum animos diuturni belli pertaesos ad pacem respecturos. Nostratibus an satis providentiae futurum sit ut bellum averuncent equidem dubito.

    De editionibus tuis satis cogito, sed iam Ryckewardius3 noster in cogitationibus est matrimonii, cui intra paucos dies nomen dabit.4 Tua in reliqua Novi Testamenti describi lubens audio. Illud dolet quod iterum tibi scriba qui quidem sit ab epistolis publicis erit quaerendus, nam eum qui iam tibi adest Amstelodamum a parentibus evocari intelligo.5 Velim ex te intelligere quando finem impositum iri speres editioni Veteris Testamenti.6

    Quod de renovatis in octo annos inter imperatorem et Turcam indutiis scribis, non parvi ad res Suedicas est momenti.7

    Ob ea quae iam Riveti filius spargit,8 risus mihi obortus est, cogitanti quantula de causa homines iudicia sua immutent. Caeterum id patri sero est persuasurus, praesertim cum ipse sit compertae vaniloquentiae. Heri cum Utenbogardo repetii libelli de Reformatione horarum canonicarum partem maximam.9 Probat ille plurima, imprimis quae capite 1 erudite disseruntur; caeterum omnes tales cogitationes frustra fore putat, Romanae quippe aulae principibus nihil unquam tale admissuris, atque ita futurum ut talium scriptorum auctores nihil praeter bonae conscientiae famam inde referant.

    Bristoliam a rege occupatam ex Anglia discimus,10 sed Robertum principem ab obsidione Clocestriae depulsum;11 Londini vero magnam esse trepidationem, neque tanta, ut ante, conspiratione animorum rem geri. An princeps Arausionensis aliquid hoc anno gesturus sit, dubitant multi; nimis enim diu ripam Leyae adsedit, nisi quod Gallorum hactenus victoriam promovit.12 An illi iam vicissim nobis tale quid praestituri sint, videbimus.

    Tu interea cum uxore et liberis13 amicisque vale,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    493

    Raptim. Hagae, XXIV Augusti 1643.

    Adres: Monsieur/monsieur l'ambassadeur de Suede, à Paris.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 1 Sept.

    En onderaan: Hogerbeets.14

    En in dorso: 24 Aug. 1643 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 370. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6363, beantw. d. no. 6403.
    2 - Vermoedelijk zond Grotius een exemplaar van de Gazette 1643, no. 101, dd. 13 augustus 1643: ‘Articles de la capitulation de Thionville’.
    3 - De uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) en diens poemata. In een schrijven van 11 mei 1643 (no. 6211) had Willem de Groot zijn broer een verrassend aanbod van de dichter-arts Justus Rijckewaert voorgelegd.
    4 - Justus Rijckewaert († 6 november 1667) trad op 6 oktober 1643 te Rotterdam in het huwelijk met Cornelia de Lange (Rotterdam, GA, Stads-Trouwboek en Register der doden).
    5 - Al geruime tijd kampte Grotius met het probleem dat hij voor het persklaar maken van zijn Annotationes in Novum Testamentum (BG nos. 1138 en 1141) geen geschikte copiïst kon vinden. Enige hulp bood de ‘tourist’ Coenraed van Beuningen. Binnenkort kon de jongeman een aanstelling tot stadssecretaris van Amsterdam verwachten.
    6 - De Parijse drukker Sébastien Cramoisy had het zetwerk van tomus III van Grotius' Annotationes ad Vetus Testamentum (BG no. 1137) onlangs ter hand genomen.
    7 - De keizerlijke raadsheer Alexander Greifenklau von Wollrath had in Constantinopel onderhandeld over de bevestiging van het verdrag van Szöny.
    8 - De zoon van André Rivet, Claude, ‘monsieur de Montdevis’, had tijdens een bezoek aan Saint-Denis kennis mogen maken met de ‘excellente’ opponent van zijn vader; zie ook no. 6445.
    9 - Willem de Groot las de bejaarde remonstrantse theoloog Johannes Wtenbogaert voor uit het ‘discours’ Consultatio de reformandis horis canonicis ac rite constituendis ecclesiasticorum muneribus van Claude Joly; vgl. no. 6370.
    10 - Zie no. 6370 n. 17. Bristol ging op de 5de augustus in koninklijke handen over.
    11 - Minder gelukkig verliep de expeditie van Rupert (Robert) van de Palts (Courante 1643, no. 34, dd. 22 augustus 1643). Zelfs de aanwezigheid van koning Karel I voor de stadsmuren bracht de burgerij van Gloucester niet tot andere gedachten (CSP Ven. 1643-1647, p. 9).
    12 - De Fransen waren ingenomen met het standvastig optreden van Frederik Hendrik (Lettres Mazarin I, p. 280-281). Nadat het leger van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, de belegering van Thionville tot een goed einde had gebracht, gaf de prins zijn manschappen order om Assenede te verlaten (Briefw. C. Huygens III, p. 435-436).
    13 - Willem de Groot wist toen nog niet dat Grotius' oudste zoon Cornelis de ouderlijke woning een dezer dagen zou verlaten.
    14 - Notitie van Grotius aangaande het verloop van het proces dat de zoon van zijn vroegere collega Rombout Hogerbeets in het najaar van 1642 had aangespannen tegen de Leidse stadsbestuurders.