eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6466. [1643 oktober 10]. Aan F.R. Mockhel.1

    [Monsieur,]

    J'ay appris avecq douleur par celle que vostre Seigneurie m'a faict la faveur d'escrire le premier de Septembre les incommodités arrivées à la terre de Benfeld2 à cause que l'armée de monsieur le marescal de Guebrian a repassé le Rhin en cet endroit.3 Incontinent après la reception j'ay requis audience prèz de la reine et ayant poursuivi quelque temps ne l'ai peu obtenir, comme aussi ne l'ont peu obtenir d'autres ambassadeurs à cause d'une indisposition arrivée à la reine.4 Ce qui m'a faict prendre mon recours5 à monsieur le duc

    602

    d'Orleans, chef du conseil, et à monsieur le duc [d']Anguien, comme principal chef de guerre, et faire mes plaintes et remonstrances,6 les priant de retirer incontinent de là ladicte armée et la renforcer et donner moyen et ordres de se transporter delà le Rhin et la faire tenter des choses qui puissent reussir à l'honneur de la France et au bien des alliés. Je ne lairrai pas de continuer en ces devoirs et d'en esperer une bonne issue, puisque tous lesdicts princes m'ont promis ce que je requerois et le duc d'Anguien est desja parti en intention de l'accomplire.

    Et serai toujours, monsieur,

    de vostre Seigneurie le tres humble serviteur.

    Bovenaan de copie staat: A monsieur Mokel.

    Notes



    1 - Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 4, p. 209. Antw. op een ontbrekende brief; zie voor de ontvangst van de brief die Friedrich Richard Mockhel, resident in de Zweedse enclave Benfeld, aan Grotius schreef, no. 6430.
    2 - Op 30 augustus vluchtten de eerste soldaten van het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant over de schipbrug tussen Wittenweier en Rhinau naar de plaatsen ten noorden en ten zuiden van de stad Straatsburg (Saverne, Dachstein, Molsheim, Wolfisheim, Erstein en Benfeld).
    3 - Binnenkort kon Grotius een schrijven van koningin Christina verwachten waarin zij haar ambassadeur opriep om een officieel protest in te dienen (no. 6484). Inmiddels waren over deze zaak ook brieven binnengekomen van de Zweedse gevolmachtigden Johan Adler Salvius en Johan Oxenstierna (nos. 6416 en 6436).
    4 - De audiëntie vroeg de Zweedse ambassadeur in de week van 13-19 september aan. Tegelijkertijd liet hij kardinaal Jules Mazarin via een tussenpersoon de brief van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius toekomen; vgl. no. 6443.
    5 - Met het oog op het dringend karakter van de ‘groote clachten’ van Friedrich Richard Mockhel nam Grotius het besluit om het herstel van de regentesse niet af te wachten. Pas op 17 oktober volgde de begeerde audiëntie; zie no. 6480.
    6 - Het gesprek met Gaston van Orléans, de prins van Condé en diens zoon Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, vond plaats aan de vooravond van het vertrek van de hertog naar het Duitse front (2 oktober).