Mijnheer,
Den inval van de Sweedsschen in Holstein ende Jutlant veroorzaect overal ver-
61
scheide discoursen.2 Hier vreest men dat, dewijl alle de macht van Sweden bezigh is aen de zeecant, de macht der keiserschen, Beierschen, Lorrainsche, misschien oock de Spaensche, zullen een groote inbreuck doen in Vrancrijck.3 't Volck zoo van Haezfeld als van den hertogh Carel hebben zich verrijckt met de contributiën ende men meent dat de Lorrainsche gaen nae de quartieren van Ludick.4 Hazfeld ende Mercy disputeren over de quartieren.5 Hier is quaelijck gelt te vinden, 't volck is arm. In Picardië zijn seditiën. Den adel van Poictou is van den anderen gescheiden,6 maer zóó dat zij belooft hebben weder bij den anderen te comen zoo men de gemeente niet en ontlast. Met moeite is een millioen bijeengeschraept om te zenden nae 't leger van den marescal ende vicomte de Turaine.7 Den cardinael door veele onrusten ende achterdencken is niet wel te passe; maect eene nieuwe guarde van gensdarmes ende licht een nieuw regiment.8 Zoo oock doet den hertogh van Orleans, dewelcke zeit een leger te willen commanderen op de frontieren van Nederlant.9De twee edelluiden van den hertogh van Beaufort die gevangen zijn, zijn genaemt Philibert ende Maineville;10 zijn de rechte niet die men zocht, dewelcke waeren Champion ende Beauregard,11 die men meent meest te weten van 't voornemen zoo van den hertogh van Beaufort als van andere heeren die daeraen vast waeren. Het parlement alhier doet instantie opdat het maecken van hertoghen ende pairs uitgestelt werde totdat den coning zal zijn bequaem tot regiering, 'twelck zal zijn ten einde van zijne dertiende jaer.12 Men is hier niet wel tevrede dat den bailif de Valencé te Rome cardinael is ge-
62
maect zonder weten van Vrancrijck.13Te Francfort herloopt de tijding dat de Polen zijn ingevallen in Lijflant.14 Den keizer heeft van die van Oostenrijck becomen vijfhondertduizent gulden.15 Men gelooft dat den hertogh van Beieren, geen vertrouwen nemende op Vrancrijck, zich vaster knoopt aen Oostenrijck. Don Melos heeft hier gezonden om te handelen over het stuck van de wisseling der gevangenen.16 In Languedoc werdt volck gelicht voor de Barbaryns.17 Men stroit hier wederom geruchten van groote revolte tegen den coninck van Spaignie in West-Indië.18
23 Ianuarii 1644.
Wij verstaen noch dat men hier wil scheiden het gouvernement van Roussillon, dat over eenigen niet langen tijd Fransch geweest is,19 van 't gouvernement van Catelagne; dat men tracht den abt van Rivière,20 die alles vermach bij den hertogh van Orleans, cardinael te maecken; waerbij comt dat den hertogh van Orleans dicmael alleen is bij de coninginne ende cardinael, ende zegt, in de voorzomer gaende om te commanderen nae een leger, met zich te willen nemen monsieur de La Millerai,21 met denwelcke ende met de andere erfgenaemen van den gewezene cardinael den prins van Condé om de successie groote differenten heeft.22 Veele edelluiden rijden door de stadt met pistolets aen de zael. De querelle tusschen den hertogh van Guise ende den grave van Coligny can niet
63
geaccommodeert werden.23 Men zoect meer andere edelluiden van den hertogh van Beaufort om die te vangen ende te zien off men daeruit meer can weten. Men spreect oock van een compagnie vanhier te zenden te Anet,24 daer zich den hertogh van Vendosme onthout, om te zien wat daer passeert. Mevrouw de hertoginne van Bouillon,25 zijnde hier niet getracteert gelijck zij meent te behooren, wil vertrecken. Men zoect haer met woorden te houden. 't Parlement heeft de coninginne gebeden haere liberaliteiten, die wat groot geweest zijn, te maetigen om de armoede van de gemeente.Men zegt hier dat den coning van Portugal26 zijn leger versterckt met achtduizent man, een groote vloote gereedmaect tot defensie voor zijne custen ende schepen zend nae Oost-Indië, China ende Japan. Die van Toscane herstellen haere commerciën met de landen van den paus niettegenstaende het oorlogh, ende de Barbaryns27 zijn afgeslagen van Mont Coligniolo.
In dorso staat in een onbekende hand: Den 23 Januari 1644.