eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6665. 1644 januari 23. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den inval van de Sweedsschen in Holstein ende Jutlant veroorzaect overal ver-

    61

    scheide discoursen.2 Hier vreest men dat, dewijl alle de macht van Sweden bezigh is aen de zeecant, de macht der keiserschen, Beierschen, Lorrainsche, misschien oock de Spaensche, zullen een groote inbreuck doen in Vrancrijck.3 't Volck zoo van Haezfeld als van den hertogh Carel hebben zich verrijckt met de contributiën ende men meent dat de Lorrainsche gaen nae de quartieren van Ludick.4 Hazfeld ende Mercy disputeren over de quartieren.5 Hier is quaelijck gelt te vinden, 't volck is arm. In Picardië zijn seditiën. Den adel van Poictou is van den anderen gescheiden,6 maer zóó dat zij belooft hebben weder bij den anderen te comen zoo men de gemeente niet en ontlast. Met moeite is een millioen bijeengeschraept om te zenden nae 't leger van den marescal ende vicomte de Turaine.7 Den cardinael door veele onrusten ende achterdencken is niet wel te passe; maect eene nieuwe guarde van gensdarmes ende licht een nieuw regiment.8 Zoo oock doet den hertogh van Orleans, dewelcke zeit een leger te willen commanderen op de frontieren van Nederlant.9

    De twee edelluiden van den hertogh van Beaufort die gevangen zijn, zijn genaemt Philibert ende Maineville;10 zijn de rechte niet die men zocht, dewelcke waeren Champion ende Beauregard,11 die men meent meest te weten van 't voornemen zoo van den hertogh van Beaufort als van andere heeren die daeraen vast waeren. Het parlement alhier doet instantie opdat het maecken van hertoghen ende pairs uitgestelt werde totdat den coning zal zijn bequaem tot regiering, 'twelck zal zijn ten einde van zijne dertiende jaer.12 Men is hier niet wel tevrede dat den bailif de Valencé te Rome cardinael is ge-

    62

    maect zonder weten van Vrancrijck.13

    Te Francfort herloopt de tijding dat de Polen zijn ingevallen in Lijflant.14 Den keizer heeft van die van Oostenrijck becomen vijfhondertduizent gulden.15 Men gelooft dat den hertogh van Beieren, geen vertrouwen nemende op Vrancrijck, zich vaster knoopt aen Oostenrijck. Don Melos heeft hier gezonden om te handelen over het stuck van de wisseling der gevangenen.16 In Languedoc werdt volck gelicht voor de Barbaryns.17 Men stroit hier wederom geruchten van groote revolte tegen den coninck van Spaignie in West-Indië.18

    23 Ianuarii 1644.

     

    Wij verstaen noch dat men hier wil scheiden het gouvernement van Roussillon, dat over eenigen niet langen tijd Fransch geweest is,19 van 't gouvernement van Catelagne; dat men tracht den abt van Rivière,20 die alles vermach bij den hertogh van Orleans, cardinael te maecken; waerbij comt dat den hertogh van Orleans dicmael alleen is bij de coninginne ende cardinael, ende zegt, in de voorzomer gaende om te commanderen nae een leger, met zich te willen nemen monsieur de La Millerai,21 met denwelcke ende met de andere erfgenaemen van den gewezene cardinael den prins van Condé om de successie groote differenten heeft.22 Veele edelluiden rijden door de stadt met pistolets aen de zael. De querelle tusschen den hertogh van Guise ende den grave van Coligny can niet

    63

    geaccommodeert werden.23 Men zoect meer andere edelluiden van den hertogh van Beaufort om die te vangen ende te zien off men daeruit meer can weten. Men spreect oock van een compagnie vanhier te zenden te Anet,24 daer zich den hertogh van Vendosme onthout, om te zien wat daer passeert. Mevrouw de hertoginne van Bouillon,25 zijnde hier niet getracteert gelijck zij meent te behooren, wil vertrecken. Men zoect haer met woorden te houden. 't Parlement heeft de coninginne gebeden haere liberaliteiten, die wat groot geweest zijn, te maetigen om de armoede van de gemeente.

    Men zegt hier dat den coning van Portugal26 zijn leger versterckt met achtduizent man, een groote vloote gereedmaect tot defensie voor zijne custen ende schepen zend nae Oost-Indië, China ende Japan. Die van Toscane herstellen haere commerciën met de landen van den paus niettegenstaende het oorlogh, ende de Barbaryns27 zijn afgeslagen van Mont Coligniolo.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 23 Januari 1644.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 35c. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Mogelijk tezamen met no. 6664. Beginnend bij ‘'t Volck zoo van Haezfeld’, copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1015 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 5 februari 1644).
    2 - Noch in Parijs, noch in Den Haag waren brieven binnengekomen waarin de Zweedse regering haar optreden tegen de koning van Denemarken rechtvaardigde.
    3 - De Zwabisch-Beiers-Lotharingse troepen waren na de slag bij Tuttlingen uiteengevallen. Het gevaar dat zij dit voorjaar de Rijn zouden oversteken, bleef bestaan.
    4 - De inwoners van Luik ontvingen alarmerende berichten over een mogelijke inkwartiering van Lotharingen in hun prinsbisdom. In februari zag hertog Karel IV van Lotharingen van dit voornemen af (J. Daris, Histoire du diocèse et de la principauté de Liége I, p. 226).
    5 - De keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen had voor zijn leger van Westfaalse garnizoenssoldaten winterkwartieren in Frankenland toegewezen gekregen. De beste plaatsen waren echter al door eenheden van de Zwabisch-Beierse bevelhebber François de Mercy in bezit genomen (Doc. Boh. VII, p. 57 no. 118).
    6 - Het leger van Charles, markies van Aumont, joeg de opstandelingen in de Poitou, de Saintonge en de wijde omtrek van Angoulême uiteen. Hier en daar braken er in het land nog belastingopstanden uit, maar deze volksoproeren waren niet meer zo bedreigend voor de regering in Parijs (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 215-220).
    7 - Maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, stond voor de taak om het Frans-Weimarse leger weer op oorlogssterkte te brengen.
    8 - Commissaris Vert zocht Italiaanse soldaten voor de regimenten van kardinaal Jules Mazarin (Lettres Mazarin I, p. 537 en p. 540-541).
    9 - Gaston van Orléans startte zijn campagne op 17 mei met een grote wapenschouw aan de Somme (G. Dethan, Gaston d'Orléans, p. 297-301).
    10 - De uitschakeling van de vriendenkring van de op 2 september 1643 gearresteerde ‘important’ François de Vendôme, hertog van Beaufort. Eerst vielen de edellieden d'Avancourt en Brassi in een hinderlaag; maar zij bleken slechts zijdelings betrokken te zijn geweest bij het complot tegen het leven van kardinaal Jules Mazarin. Thans hoopte de kardinaal doorgedrongen te zijn tot de harde kern. Op maandag 18 januari sprak men in Parijs over de arrestatie van ‘Saint-Philbert et un autre [= Maineville of Gaucheville?]’ (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 139, p. 143, en II, p. 718-720).
    11 - Henri de Campion en vermoedelijk François de Beaupuis (Mémoires de Campion, p. 257-273).
    12 - Zie nos. 6207 (dl. XIV) en 6650. De plechtige verheffing van de hertogen van Verneuil, Coeuvres, Gram(m)ont, La Meilleraye, Réthel, Villeroy, Mortemar, Poix, Saint-Aignan, Randan, La Rocheguyon, Tresmes, Ayen en Camboust op 15 november 1663 (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson II, p. 62-69).
    13 - De pauselijke legerleider Achille d'Estampes-Valençay was afgelopen jaar tot kardinaal benoemd zonder voorafgaande kennisgeving aan de regentesse (DBF XIII, kol. 172-173, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 140 en p. 142).
    14 - Koning Wladislas IV bevond zich te Vilnius, toen hem het bericht bereikte dat de Zweden het hertogdom Holstein waren binnengevallen (A.S. Radziwiłł, Memoriale III, p. 157-159).
    15 - De keizer wilde dit voorjaar 7 legers in het veld brengen. Aan de Frankforter ‘Deputationstag’ had hij de vraag voorgelegd of de rijksstanden een contributie van 100 ‘Römermonate’ wilden toestaan (Urk. u. Act. I, p. 837-846).
    16 - Don Francisco de Melo (1597-1651), graaf van Assumar, de scheidende gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, had via de nuntius Girolamo Grimaldi aan de Franse regering zijn wens tot uitwisseling van krijgsgevangenen kenbaar gemaakt (Lettres Mazarin I, p. 550-551 en p. 553).
    17 - De lichtingen ter versterking van het leger van paus Urbanus VIII (Maffeo Barberini).
    18 - De Gazette 1644, no. 10, dd. 23 januari 1644, kwam met het nieuws van ongeregeldheden in de overzeese gebiedsdelen van koning Philips IV van Spanje.
    19 - In 1258 had koning Lodewijk IX afstand gedaan van zijn souvereine rechten op de Roussillon. Het graafschap kwam in 1463 weer onder het gezag van de Franse kroon, maar na het overlijden van Lodewijk XI tekende koning Karel VIII een verdrag waarbij hij het land opdroeg aan de Spaanse kroon (1493 tot aan de val van Perpignan in 1642). De scheiding van de gouvernementen werd in 1659 erkend; vgl. Acta pacis Westphalicae; Instruktionen, p. 167-170.
    20 - Louis Barbier († 1670), abt van La Rivière, de politieke leidsman van Gaston van Orléans, ambieerde het scharlaken. Hij werd steeds in zijn verwachtingen teleurgesteld en moest in 1655 genoegen nemen met de benoeming tot bisschop van Langres (DBF V, kol. 343-344).
    21 - Charles de La Porte (1602-1664), markies, later hertog van La Meilleraye, was op verzoek van Richelieu († 4 december 1642) door koning Lodewijk XIII aangewezen voor de waardigheid van gouverneur van Bretagne. In de eerste maanden van het nieuwe bewind viel hij echter uit de gratie. Hij verliet het hof, maar keerde kort voor Kerstmis naar Parijs terug; zie no. 6601 (dl. XIV), en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 142.
    22 - Kardinaal de Richelieu had zijn erfgenamen een vermogen nagelaten. Alleen tegenover zijn nicht Claire-Clémence de Maillé-Brezé, echtgenote van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, was hij minder toeschietelijk geweest. De vader van de hertog nam het voor het misdeelde echtpaar op en spande een proces aan; zie 6589 (dl. XIV).
    23 - Henri II de Bourbon, prins van Condé, en maarschalk Gaspard III de Coligny, hertog van Châtillon, hadden hun gezag moeten aanwenden om matiging te brengen in de publieke opschudding over het duel tussen Maurice de Coligny en Henri II de Lorraine, hertog van Guise.
    24 - Anet (nabij Dreux), het familiegoed van César de Bourbon, hertog van Vendôme, vader van de ‘important’ François de Vendôme, hertog van Beaufort. Eind januari trof men een leeg huis aan (Mémoires de Campion, p. 273).
    25 - Eleonora van den Bergh (1613-1657), echtgenote van Frédéric-Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon, waagde in Parijs nog een poging om de cessie van het prinsdom Sedan aan de Franse kroon ongedaan te maken; zie no. 6481 (dl. XIV), en Congar, Sedan et le pays sedanais, p. 331-332.
    26 - De Gazette 1644, no. 10, dd. 23 januari 1644, bevatte nieuws over de terugkeer van koning Jan IV naar zijn hof te Lissabon. Ter bevordering van de strijd tegen de Spanjaarden werden hem gelden toegewezen voor een vloot die naar Oost-Indië en Macao zou uitvaren.
    27 - Soldaten van paus Urbanus VIII (Maffeo Barberini). Hun aanval op de burcht Monte Cológnola aan het Trasimeense Meer bij Passignano werd door de Toscanen afgeslagen (Gazette 1644, no. 10, dd. 23 januari 1644).