eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    272

    6788. 1644 maart 28. Van G. Keller.1

    Hochedeler, gestrenger herr ambassadeur, hochgenaigter herr vndt patron,

    Den 9/19. dieses ist der päpstliche nuncius zu Münster ankommen,2 deme die keyserl. vndt Frantzösische gesandten ihre carossen entgegen geschickt haben.3 Von den Spanischen aber ist dergleichen nicht geschehen, wie mann vermaint, auss apprehension eines streits der praecedentz halber zwischen ihnen vndt den Frantzosen, die eine viel stärckere suite alss sie haben. Am Charfreytag seind sie - die Spanischen - alle drey in die thumbkirche gangen, wie sie aber hinein kommen vndt m[onsieu]r d'Avaux darin gefunden, haben sie sich alsso fort zu einer andere thür wieder hinauss gewendet, vndt keines Gottes diensts erwartet.4 Den 21. dieses st[ylo] v[etere] wirdt der herr ambass[adeur] Oxenstirn, seinem aigenen schreiben nach, von Minden vffbrechen vndt den 23. vermuthlich seinen einzug alhier halten.5 Der herr resident Rosenhan war willens den 6. dieses von der armée wieder auff rucks anhero zu raisen.6

    Auss Dennemarck7 verlautet vor gewiss, dass der herr feldtm[arschall] Horn sich aller, vff jenseit des Sundts belegener Dänischen orthen, biss vff Christianopel, so noch belägert war, sich bemächtigt, vndt vmb desswillen der könig in Dennemarck sich auss Fühnen nach Seelandt begeben habe.8 Der herr feldtm[arschall] Torstenson will den

    273

    obristen Both,9 biss vff anderweite königl. verordnung, nach Wissmar bringen lassen. I. Exc. haben denen beeden Dänischen gesandten endtlich den pass nach Dennemarck verwilligt, sollen durch 40 pferde von des landtgraffen regiment nach dem Kyl convoyrt,10 vndt von dannen zu schiff förter nach Dennemarck vbergebracht werden. Nach dem Königsmarck das ertzstifft Bremen quittirt, beginnet selbiger ertzbischoff11 mit seinen leuthen, zimblich vff die vnssrigen vmb zugreiffen, hatt das hauss Hagen12 eingenommen, vndt die in besatzung droben gelegene 150 dragoner vntergesteckt, die officiers aber nach Glückstatt gefangen geschickt. Nun sagt mann, dass er zwischen Rotenburg vndt Ottersberg13 ein läger formiren wolle, vmb welches willen der general maior Steinbuck14 von Minden nach Verden gangen, vmb, bey so gestallten sachen vndt abwesenheit herrn Königsmarcks, den krieg fortzusetzen.

    Ich schliesse hiemit, in stäter verbleibung,

    Ew. Excell. gehorsamber diener,
    G. Keller m.pa.

    Ossnabrück, den 18/28. Martii 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 20 Apr.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 95. Eigenh. oorspr. Georg Keller was secretaris van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius te Osnabrück.
    2 - De legaat Fabio Chigi (de latere paus Alessandro VII) (1599-1667), nuntius te Keulen, verving de door de Fransen afgewezen kardinaal-legaat Carlo Rossetti. Zijn benoeming, dd. 23 december 1643, ontving hij op 12 januari 1644. De reis van Keulen naar Munster maakte de legaat in de week van 13-19 maart (DBI II, p. 205-215, en Acta pacis Westphalicae; Diarium Chigi I, p. 199 en p. 207).
    3 - De rijtuigen van de keizerlijke gevolmachtigde Johann Ludwig, graaf van Nassau-Hadamar en dr. Isaac Volmar en die van de Franse gevolmachtigde Claude de Mesmes, graaf van Avaux. In de stad werd de legaat begroet door de Spaanse gevolmachtigden don Diego de Saavedra y Fajardo, don Lope Zapata, graaf van Walter, en Antoine Brun. De Venetiaanse ambassadeur Alvise Contarini voerde de Castro-oorlog als excuus aan om niet deel te nemen aan de feestelijkheden (Acta pacis Westphalicae; Diarium Volmar I, p. 88-89, Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 313-319, en Die Französischen Korrespondenzen I, p. 22-26).
    4 - Het weelderige gevolg van de Franse gevolmachtigde wekte de Spaanse afgunst op. Op 25 maart, tijdens een dienst in de dom van Munster, trokken de Spanjaarden bij het verschijnen van de graaf van Avaux schielijk de kerk uit. Diezelfde dag schreef de Fransman aan de regentesse: ‘Ilz ne m'ont point salué, le pouvans faire fort commodément, et n'ont pas seulement fléchi le genouil en aucun endroict de l'église’ (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 23).
    5 - De Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna bereidde zijn vertrek uit Minden voor. Zijn reisplan zette hij op 15/25 maart aan zijn collega Johan Adler Salvius uiteen. Op 20/30 maart verzocht hij om enkele dagen uitstel. Hij vertrok op 26 maart/5 april en verscheen de volgende dag in Osnabrück (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 195-196, p. 199 en p. 202).
    6 - De Zweedse resident Schering Rosenhane was op 22 februari/3 maart uit Hamburg vertrokken voor een bezoek aan het Zweedse hoofdkwartier te Haderslev. Op 6/16 maart kondigde hij zijn terugkeer aan (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 187, p. 195 en p. 204).
    7 - Langs verschillende omwegen vernamen de Zweedse delegatieleden het nieuws dat het leger van veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn steunpunten had veroverd in de Deense gewesten Halland, Skåne (Schonen) en Blekinge.
    8 - Koning Christiaan IV had zijn bezoek aan de verdedigingslinies op het eiland Funen afgesloten. Thans hield hij zich bezig met het inrichten van wachtposten langs de kust van Seeland.
    9 - De keizerlijke kolonel Herman Bothe (Bååth) was in de eerste dagen van de Zweeds-Deense oorlog door eenheden van het leger van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson aangehouden en voor verhoor naar het hoofdkwartier overgebracht; zie nos. 6675 en 6684.
    10 - De rijksraden in Stockholm gaven in april opdracht om de Deense kanselier Just Høg en de delegatieleden Gregers Krabbe en Christopher von der Lippe een vrijgeleide voor hun terugkeer naar het vaderland te verlenen (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 495, en Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 211). Het escorte zou verzorgd worden door het regiment van landgraaf Friedrich van Hessen-Eschwege; vgl. no. 6633.
    11 - De Deense prins Frederik, aartsbisschop van Bremen, had fel geageerd tegen de aanwezigheid van het expeditieleger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, in zijn landen. Zodra de Zweden het aartsbisdom hadden verlaten (begin maart), koos hij openlijk partij voor zijn vader Christiaan IV en liet zich benoemen tot Deens generaal. Sindsdien nam hij zijn intrek in de garnizoensstad Glückstadt (Lorenz, Das Erzstift Bremen, p. 47).
    12 - Hagen im Bremischen, plaats tussen Bremen en Bremerhaven.
    13 - Rotenburg en Ottersberg ten noorden van Verden.
    14 - De Zweedse generaal-majoor Gustav Otto Stenbock (Steenbock), stadscommandant van Minden en bevelhebber over de Zweedse eenheden in Westfalen; zie no. 6683.