eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    correspondent

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    277

    6791. 1644 maart 31. Van C. Marin.1

    Monsieur,

    Samedy passé je vous ay envoyé par le sieur Nicolas Rhut Suedois2 une lettre de vostre fils puisné,3 nouvellement revenu de la prison, par laquelle vous verrays qu'il a pris icy un peu d'argent dont il a eu besoing pour faire son voyage vers vous, esperant pourtant que vous le feray rendre à celuy qui l'a presté sur ma reccommandation, car autrement il n'eust peu passer plus oultre.

    Le cardinal Bichi est depuis quelques jours à Venise,4 mais je ne sçai pas encore s'il a apporté la ratification de ce qu'avoit esté conclu à Venise entre luy et les colligués. Car on dit que le pape y a changé quelque chose et que les Venetiens ne le veulent pas accepter. En peu de jours j'attends des lettres de l'ambassadeur mesme de France qui est à Venise, lesquelles m'en apprendrons la verité.5

    Uberlinghen demeure tousjours bloqué,6 mais on escrit qu'on y a introduit un peu des provisions par le moyen d'un faux passeport, à la faveur duquel on a peu acheter à Costance du beure, fourmage et d'autres danrées, et au lieu de les mener aux Bavarois on les a jettés à Uberlinghen. Les Bavariens se fortifient grandement et auront 20 mille combattans effectifs ce prinstemps en campagne.7 Dans les Grisons tout est derechef en grande confusion à cause des temples de Zizer, Underfaz et Churvalden, dont les protestans ont pris possession à main forte.8 Et parce que les catoliques avec la faction d'Espagne s'en veulent revanger, on y craint une guerre intestine9 et mesme les Petis Cantons s'y veulent mesler, des[es]perant desormes d'une bonne reunion avec les Suisses protestans et surtout avec ce canton-cy.10

    278

    Je persiste en mon intention de partir d'icy volente Deo aussytost que je sçauray que la residance de Benfeld touchera un autre que moy, qui suis abbandonné de tous.11

    Je demeure, monsieur,

    vostre serviteur,
    C.M. m.p.

    De Zurig, ce 21 de Mars 1644.

     

    P.S. Le pape a bien approuvé le project de Venise, mais il n'est pas encore soubscrit et ratifié et on mande au preallable en France pour l'y faire approuver. J'en sçauray bientost plus de certitude. Le cardinal Bichi est allé trouver le duc de Parme pour resouldre avec luy quelques difficultez qui restent et empechent la conclusion de la paix.12

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14 Martii [sic].

    En in dorso: 21 Mars 1644 Marin.
    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 9, 324. Eigenh. oorspr.
    2 - Zaterdag 16/26 maart 1644. De 29-jarige Nicolaus Rhut (Rout), secretaris van de Zweedse graaf Magnus Gabriel De la Gardie, begeleidde zijn meester op diens ‘tour’ naar de Republiek, Parijs en de Languedoc 1640-1644 (Album studiosorum acad. Lugd.-Bat. I, kol. 320, en Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen III, p. 52 en p. 54).
    3 - De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot, zo juist vrijgelaten uit Beierse krijgsgevangenschap (nos. 6741, 6742 en 6778), zocht geld om zijn terugkeer te bekostigen.
    4 - De Italiaanse vredesbemiddelaar kardinaal Alessandro Bichi had zijn bezoek aan Rome en Florence afgesloten. Op 6 maart verscheen hij weer in Venetië (V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi IV 1, p. 632).
    5 - Zie het postscriptum. Waarschijnlijk ontving Carl Marin kort na het afsluiten van zijn nieuwsbrief een poststuk van de Franse ambassadeur in Venetië, monsieur Des Hameaux.
    6 - De belegering van het Frans-Weimarse steunpunt Ueberlingen was de vierde maand ingegaan.
    7 - De Zwabisch-Beierse bevelhebber François de Mercy bracht zijn leger weer in staat van paraatheid. Op 8 juni riep hij zijn collega Johan van Werth naar het front terug om tezamen de strijd aan te binden tegen de Frans-Weimarsen van Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne (H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 145-146).
    8 - De godsdiensttwisten in Graubünden en de inname van de kerken van Zizers, Untervaz en Churwalden (kloosterdorp ten zuiden van Chur). Op 10/20 maart hielden de protestantse afgevaardigden van de ‘III Bünde’ een ‘Beytag’ in Zizers en Untervaz (Jecklin, Materialien I, p. 391, en Rott, Hist représ. dipl. VI, p. 101 n. 1).
    9 - Volgens een overeenkomst, op 9 augustus 1641 met aartshertogin Claudia te Feldkirch gesloten, had Graubünden zich verplicht tot de toelating van de capucijnen in het Engadin. Een nieuwe aanmaning van de aartshertogin bracht de reeds verhitte gemoederen nog sterker in beroering (Rott, Hist représ. dipl. VI, p. 101).
    10 - In april boden de kantons Zürich, Bern, Luzern, Uri, Schwyz en Glarus hun bemiddeling aan (Rott, Hist. représ. dipl. VI, p. 97-101).
    11 - De rijksraden in Stockholm werden pas in juni geconfronteerd met het probleem van de opvolging van Friedrich Richard Mockhel, resident in de Zweedse enclave Benfeld († december 1643); vgl. Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 430. In 1645 ontving de diplomaat Georg Hansson von Snoilsky de benoeming.
    12 - Op 26 maart overhandigde een koerier de Franse goedkeuring van de vredesvoorstellen van kardinaal Alessandro Bichi. Tegen deze tijd was de kardinaal op de terugweg van een laatste onderhandelingsronde met de belangrijkste woordvoerders van Odoardo Farnese, hertog van Parma. In overleg met vertegenwoordigers van de republiek Venetië, hertog Ferdinando II van Toscane, en Francesco I d'Este, hertog van Modena, kon op 31 maart te Ferrara de vrede getekend worden in het conflict met paus Urbanus VIII over de rechten op het hertogdom van Castro.