eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6913. 1644 juni 18. Aan Christina van Zweden.1

    Serenissima ac potentissima regina, domina clementissima,

    Postquam die Lunae proxime exacto literas acceperam illas augustae Maiestatis tuae, scriptas XXVII Ianuarii, per dominum Cerisantem allatas,2 illico aditum ad regi-

    494

    nam regentem, quae Ruellae erat,3 petii et accepi die Iovis.4 Dixi de re Danica omnia quae illis literis Maiestatis tuae continebantur, plane congruentia eis quae dixeram sponte mea,5 cum primum edictum Maiestatis tuae ad imperii sui populos accepissem.6 Regina de re nihil respondit, sed comiter ostendit non dubitare se de optimo in rebus omnibus animo Maiestatis tuae, benevolentiam mutuam et omnia officia pollicens. Quod cum animadverterem, dixi acturum me cum iis qui a consilio sunt reginae regentis, quod et faciam ipsa id volente.7 Nam et imposterum priusquam se adeant legati, voluit ab iis adiri prius comitem Briennium,8 nimirum ut per eum edocta norit quid respondendum sit.

    Deus, serenissima ac potentissima regina, [domina clementissima,] augustae Maiestati tuae det prodesse quam plurimis,

    tuae augustae Maiestatis obedientissimus subditus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 8/18 Iunii 1644.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Christinae, reginae Sueciae, Gothorum, Vandalorum, etc.

    Bovenaan de brief in de copie te Leipzig: Argumentum. Reginae suae nuntiat quid cum Gallica egerit.

    Notes



    1 - Tekst naar Epist., p. 727 no. 1669. Gedrukt Epist. ad domum Sueciae, p. 8 no. 13. Afschriften in copieboeken Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 198 (doorgestreept), en Leipzig, UB, ms. 2633, f. 266. Antw. op no. 6696.
    2 - Op maandag 13 juni overhandigde de Zweedse koninklijke afgezant Marc Duncan de Cerisantes de ambassadeur in Parijs het schrijven van koningin Christina van Zweden, dd. 27 januari/6 februari 1644; vgl. de ontvangstbevestiging in no. 6696.
    3 - Ruel (tegenw. Rueil-Malmaison). De regentesse Anna van Oostenrijk zocht verpozing op het landgoed dat Marie-Madeleine de Vignerot, hertogin van Aiguillon, van haar oom Richelieu had geërfd.
    4 - De audiëntie, op donderdag 16 juni, kwam de heer van Cerisantes niet gelegen. Hij weigerde de ambassadeur te vergezellen op diens tocht naar het hof; vgl. no. 6916.
    5 - Grotius had op 26 april een eerste verklaring afgelegd over de oorzaken van de Zweeds-Deense oorlog; zie no. 6838.
    6 - In april ontving Grotius een Nederlandse en een Duitse versie van het Manifest ‘Kongl. May:tz til Swerige, etc., Breff Til Rijkzens Stånder’, dd. 16/26 januari 1644; vgl. nos. 6802 en 6810. Na ontvangst op 20, resp. 26 april, nam hij het initiatief om van dit Manifest een uitgave in het Latijn te verzorgen: Edictum serenissimae potentissimaeque reginae Suedorum ... missum ad populos imperii eius super suscepta regni et populorum defensione contra vim et iniuriam illatam a Daniae rege (BG no. 679A).
    7 - Grotius' rondgang langs enkele prominente leden van de ‘Conseil d'Etat’ om hen officieel mededeling te doen van het standpunt van zijn regering in de Zweeds-Deense oorlog; vgl. no. 6916.
    8 - De regentesse gaf aan Henri-Auguste de Loménie, graaf van Brienne, staatssecretaris voor buitenlandse zaken, de taak om de ambassadeurs in de antichambre op te wachten.