eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7100. 1644 oktober 17. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    De conincklijcke Sweedsche en Deensche legers in Schoonen liggen noch bij Malmuyen, spelende met stucken op malcanderen.2 Den 23 passato heeft den veltmarschalck Horn 500 Deensche ruiters geslagen,3 dat nauwelicx 120 daervan sijn gecomen, waeronder den overste-lieutenant Henrich Alefelt, swaerlijck gequetst, van de sijne in Malmuyen is binnengebracht. Den coning en den prince sijn persoonlijck in 't leger.4 Wt Warsbergen

    69

    in Schoonen5 word geschreven dat het Deensche volck wt Norwegen bij Gottenburg mede eene nederlage souden gehad hebben. Den oversten Helm Wrangel heeft sich van Bredenburg nae Rensburg gewend.6 Sijne verrichtinge verwacht men met den naesten. De Deensche houden sich daerontrent gans stille.7 16 Deensche oorlogschepen liggen bij Bornholm,8 cruysen de zee tussen Lubeck en Straelsond. Marten Thyssen is in 't rijck ridder geslagen ende over de conincklijcke Sweedsche vloote ammirael gemaackt; wat hij sal wtrichten staet in corten te vernemen.9

    Voor eenige dagen heeft men sterck gespargeert gehad, selfs brieven van Brunswijck brochten het mede, dat iet hooftsaackelicx tussen de Sweedsche en keysersche armeën bij de Saal gepasseert was, maer sulcx wil nu niet continueren.10 Soo veel isser aen dat de Sweedsche alle voordeel in handen hebben ende Gallas soo enge te samen houden11 dat het wel sonder slagen niet en sal afloopen. Men meent oock dat hem de passen heen en weder soo afgesneden sijn dat hij het succurs van den ceurvorst van Saxen12 niet sonder slagen sal connen tot hem trecken.

    Ick blijve, mijnheere,

    u. Excellentie dienstwilligste.

    Den 17 Octobris 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 26 Oct.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 152. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels. Petter Spiring Silvercrona (ca. 1600-1652), heer van Norsholm, tweede zoon van de Delftse tapijtwever François Spiring (Spierinck) uit diens huwelijk met Oncommera Duyst, keerde na een voorspoedige carrière in Zweden terug in de Republiek met de rang van resident en financieraad van Zweden in Den Haag, 1637-1649, 1651. Hij overleed in Engeland op 19 februari 1652 (Schutte, Repertorium II, p. 491-492; Een rondgang langs Zweedse archieven, p. 176-177 en p. 190-191; D. Hoek, in Jaarboek CB voor Genealogie 12(1958), p. 206).
    2 - Veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn had zijn campagne in de Deense gewesten Skåne (Schonen), Halland en Blekinge willen afsluiten met de verovering van Malmö. In september kreeg hij versterking van nieuwe lichtingen, deels uit Zweden, deels uit Finland en Lijfland (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 103-104, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 169-174).
    3 - In een schermutseling die op 14/24 september ten noordoosten van Malmö plaatsvond, schakelden drie compagnieën van de Zweedse generaal-majoor Hans Wachtmeister 130 soldaten van het Deense koninklijke leger uit. Hun commandant Henrik von Ahlefeldt liep een schot in de arm op (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 169-174, en Kong Christian den Fjerdes egenhændige breve V (1641-1644), p. 469 en p. 518). Een Hamburgs nieuwsbericht van 5 oktober 1644 (Gazette 1644, no. 130, dd. 22 oktober 1644) berichtte ook over de veldslag in Skåne (Schonen): ‘On nous escrit du païs de Schonen que le Mareschal Horn y a le vingt-troisième du passé défait cinq cents cavaliers Danois sortis de la ville de Malmuyen ...’.
    4 - Op 6/16 september waren koning Christiaan IV en kroonprins Christiaan de Sont overgestoken.
    5 - ‘Waersbergen’ (Varberg) in het Deense gewest Halland. Het Zweedse garnizoen van Göteborg dreef de soldaten die in opdracht van Hannibal Sehested, Deens gouverneur van Noorwegen, het eiland Hisingen brandschatten, terug naar de vesting Bohus aan de Göta älv.
    6 - De Zweedse kolonel Helmut Wrangel had landgraaf Friedrich van Hessen-Eschwege bijgestaan in diens geslaagde poging om de plaatsen Pinneberg en Breitenburg (ten oosten van Itzehoe) te ontzetten van een omsingeling door soldaten van het Deense garnizoen te Glückstadt. Zijn ruiters stuurde hij vervolgens vooruit naar stad en burcht van Kiel (Gazette 1644, nos. 124 en 127, dd. 8 en 15 oktober 1644).
    7 - De Deense garnizoenssoldaten van Glückstadt en Krempe leken de belegering van de vesting Breitenburg weer te willen hervatten (Gazette 1644, no. 130, dd. 22 oktober 1644).
    8 - De gesignaleerde oorlogsschepen waren lichte kruisers. Het zware geschut hield de Deense admiraal Pros Mund († oktober 1644) achter de hand in de wateren tussen de eilanden Langeland, Lolland en Fehmarn (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 104-106 en p. 311-312).
    9 - De Zweedse oorlogsvloot van Karl Gustav Wrangel, versterkt met een eskader onder bevel van de op 10/20 september geadelde Zeeuwse Zweed Maerten Thijssen Anckarhielm (no. 7098), was op 5/15 oktober de haven van Kalmar uitgevaren. De schepen koersten langs de kust van Bornholm naar Møn (aankomst op 7/17 oktober) (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 585-592).
    10 - Petter Spiring Silvercrona ging af op berichten die nieuwsgaarders in Hamburg en Brunswijk (Braunschweig) hadden verzameld over de strijd aan de Saale (29 september); vgl. no. 7088, en de Gazette 1644, no. 132, dd. 29 oktober 1644.
    11 - De manschappen van de Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson beletten het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, de doortocht van Bernburg naar Halle (Doc. Boh. VII, p. 141 nos. 412 en 414, p. 142-143 no. 418, p. 145 no. 425 en p. 146 no. 428).
    12 - Keurvorst Johann Georg I van Saksen had het bevel over zijn lichtingen opgedragen aan de keizerlijke generaal-majoor Adriaen van Enkenfort (Enckevort). De Saksischkeizerlijken marcheerden over Luckau naar het front (Gazette 1644, no. 130, dd. 22 oktober 1644).