eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    70

    7101. 1644 [oktober 18]. Van C. Marin.1

    Monsieur,

    J'ay parachevé avec l'aide de Dieu mon facheux voyage, estant arrivé icy ces jours passés en bonne santé,2 veu et esté receu tant de la reine que des messeigneurs les regens avec toute sorte d'affection et de bonne volonté de me contenter au plus tost.3 Il faut seulement que je laisse passer ceste diete4 qui se tient desja icy touchant le gouvernement de la reine5 qu'on luy doit consigner. Je traversay une bonne part de la Suede, que je me resouis d'avoir veu, car je vous asseure qu'elle n'est pas telle comme on dit et croit, estant un des meilleurs pays du monde, riche en mines, en blé, en bois, poisson et venaison, que je m'en estonne, et si Dieu donne bientost une bonne paix à la Suede, le trafiq la rendra fort riche.

    Le roy de Denemarc, nonobstant l'interposition des messieurs les Estats qu'il a accepté, s'opiniastre fort à la guerre.6 Il permet neantmoins aux Hollandois qu'ils puissent passer librement avec leur[s] navires à Stokolm,7 et Gallas estant esloigné et poursuivi par Torsonson,8 l'(on) croit qu'il rabbattra assés de son opiniastreté qu'il monstre jusques à cest'heur à la guerre. Par terre on le bat partout, mais en mer il est encores fort. Vrangel tient le pays de Holstein avec 16 regimens9 et la flotte suedoise faira quelque

    71

    coup encores devant l'hyver10 pour faciliter la prise de Malmai, assiegé par monsieur Horn.11

    Touchant vos affaires12 je n'en ay point encore parlé, tout le monde estant à present occupé aux affaires de la diete. A mon retour, s'il plait à Dieu, je vous informeray de ce que j'en apprendray. Cependant je vous supplie d'avoir soing de mes lettres et faire tenir cellescy à Zurig.13 Je feray tant à mon retour que monsieur Heuf puisse retirer ces deux mille richedale(rs) ... qu'on ... de l'argent de France,14 ce que je vous supplie de luy faire sçavoir, et avec vostre permission saluer de ma part les bonnes graces de madame vostre femme, madamoiselle15 et le‹s› reste de[s] bons amys, ausquels je me reccommande, et demeure inviolablement, monsieur,

    vostre serviteur de tout mon coeur,
    Charles Marin m.p.

    J'ay consigné les lettres de monsieur Chabreus à qui elles appartiennent et reccommanderay son affaire soigneusement.16

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 2 Fe(br.) 1645.

    En in dorso: Marin, s[ans] (d)ate ...

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 9, 341. Eigenh. oorspr. Aan de bovenzijde afgesleten, waardoor op de versozijde van het blad een vijftal woorden zijn weggevallen. Carl Marin († 1651 te Stockholm), afkomstig uit Bohemen, was in de jaren 1633-1649 Zweeds resident te Zürich (L. Haas, in Schweizer Beiträge zur allgemeinen Geschichte 9(1951), p. 68-160, en in Schweizerische Zeitschrift für Geschichte 3(1952), p. 60-86).
    2 - Door geldzorgen gekweld ondernam Carl Marin op 21 juni 1644 een reis naar Stockholm. In de tweede helft van juli diende hij zich bij Grotius aan. Bij aankomst in de Republiek bood de Zweedse koninklijke commissaris Louis de Geer hem de helpende hand met de uitnodiging om de oversteek naar Göteborg op een van zijn schepen te maken (nos. 6923, 7009 en 7031 (dl. XV)). De tocht duurde zes dagen (15 september-11/21 september) (no. 7054 (dl. XV)). Het einddoel kreeg Carl Marin in de laatste dagen van september in zicht (nos. 7109 en 7121, en Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 685).
    3 - In de zomer van 1646 kon de resident zich weer bij zijn echtgenote Alessandra Paravicini Capelli voegen (L. Haas, in Schweizerische Zeitschrift für Geschichte 3(1952), p. 82-83).
    4 - De rijksdag werd in Stockholm gehouden. Op 8/18 oktober presenteerde rijkskanselier Axel Oxenstierna de regeringsvoorstellen aan de vier standen (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 641-645).
    5 - Koningin Christina (1626-1689) zou op 7/17 december 1644 de Zweedse troon bestijgen.
    6 - Koning Christiaan IV van Denemarken had op 8 september het bemiddelingsaanbod van de Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en Joachim Andreae aanvaard. Zijn strijdlust leed niet onder die toezegging: op 6/16 september maakte de koning in het gezelschap van kroonprins Christiaan de oversteek naar Skåne (Schonen) (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 102-104).
    7 - De tolgaarders van Helsingør hadden koopvaarders met een Zweedse bestemming de toegang tot de Sont belet. Rijkelijk laat (4/14 september) verleende koning Christiaan IV de ingezetenen van de Republiek de gunst om hun goederen vrij naar Zweden en de Zweedse Oostzeehavens te vervoeren (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 124, en Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 432).
    8 - De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson had de keizerlijken van Matthias, graaf Gallas, uit hun stellingen in het hertogdom Holstein gejaagd.
    9 - Kolonel Helmut Wrangel zette de strijd tegen de Deense garnizoenssoldaten van Glückstadt en Krempe voort. Op verzoek van veldmaarschalk Lennart Torstensson waakte generaal-majoor Axel Lillie, bevelhebber van de Zweedse troepen in Pommeren, over de bevoorrading van de regimenten (Doc. Boh. VII, p. 145 no. 426).
    10 - De Zweedse oorlogsvloot van Karl Gustav Wrangel, versterkt met een eskader onder bevel van de Zeeuwse Zweed Maerten Thijssen Anckarhielm, had op 5/15 oktober de haven van Kalmar verlaten.
    11 - Veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn hield de omsingeling van Malmö in stand. Het Deense garnizoen slaagde er echter in om de zeekant open te houden voor een reddingsactie (supra, n. 6).
    12 - ‘Vos affaires’: ook Grotius zag de toekomst van zijn ambassade somber in; vgl. nos. 7083 en 7086.
    13 - Zie no. 7031 (dl. XV). Carl Marin maakte voor zijn postzendingen naar Zürich gebruik van de diensten van Harald Appelboom (Amsterdam) en Grotius.
    14 - De Parijse bankier Johan Hoeufft had de Zweedse resident te Zürich blijkbaar een voorschot gegeven uit de Frans-Zweedse subsidiekas.
    15 - Maria van Reigersberch en dochter Cornelia de Groot.
    16 - ‘Chabreus’, lees wellicht: ‘Hambraeus’ (no. 7031 (dl. XV)). De Zweedse theoloog en oriëntalist Jonas Hambraeus (1588-1671), predikant van de lutherse gemeente te Parijs, had borg gestaan voor Zweedse ‘touristen’ die door het verbreken van het scheepvaartverkeer met Stockholm in financiële problemen waren geraakt (SBL XVIII, p. 82-83).