eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7395. 1645 april 1. Aan S. Rosenhane.1

    Nobilissime atque amplissime domine,

    Quod Gallici legati scriptum illud Germanis exhibuere non ostensum legatis Suedicis, id non arbitror casu evenisse; quo vero animo id factum sit tempus docebit.2 Interim

    604

    doleo tam male convenire inter duos summi ingenii viros.3 Sed eorum certamina medius dirimet dux Longavillanus, qui se itineri parat.4 Gaudeo tot principum advenisse legatos, ut ad caput rei veniri aliquando possit.5

    De magna pugna ac felice illustrissimi domini marescalli Torstensonii6 habemus quidem multas literas privatas, sed ut de iis publice audeamus loqui, publicas ex vestris locis expectamus.7 De pace cum Danis et intricatum et lentum erit negotium.8 Batavi incipiunt in hac re se parare, magnum momentum futuri ad bellum aut ad pacem.9

    Suedis nobilibus qui ad maiores gradus provecti sunt, gratulor,10 utque id faustum ipsis patriaeque sit, Deum precor, qui et, nobilissime atque amplissime domine, Nobilitatem vestram servet propitius,

    Nobilitati vestrae addictissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, primo Aprilis ex novo Calendario anni 1645.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Rosenhan.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 747 no. 1747.
    2 - De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien hadden de Zweden niet betrokken bij de totstandkoming van hun ‘propositio Ia’, dd. 24 februari 1645.
    3 - De Zweedse resident Schering Rosenhane was op zondag, 16/26 februari, getuige geweest van een van de vele twistgesprekken van de graaf van Avaux met zijn collega Abel Servien; vgl. nos. 7362 en 7387.
    4 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville, gouverneur van Normandië, ‘Plenipotentiaire de France’, nam eind mei in Vincennes afscheid van zijn echtgenote Anne-Geneviève de Bourbon. De reis naar Munster (intrede op 30 juni 1645) ging over land (Reims, Luik en Wesel) (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 248, en Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 73, p. 349, p. 466 en p. 498).
    5 - De Beierse gevolmachtigden Georg Christoph, vrijheer van Haslang, en dr. Johann Adolf Krebs gaven met hun plechtige intocht (22 februari) het goede voorbeeld aan de delegaties van de Duitse vorsten en standen. Op 18 maart was het reeds een drukte van belang in Munster: ‘Cependant plusieurs députez d'Allemagne ... se sont rendus icy confirmans par leurs présences ce qu'ilz nous avoient par leurs lettres fait cognestre de leurs bonnes dispositions’ (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 191).
    6 - De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson had op 24 februari/6 maart bij Jankov slag geleverd met de keizerlijke troepenmacht.
    7 - Drie dagen later bevestigde de veldmaarschalk zijn overwinning in een officieel verslag van de strijd (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 444-449). De legerkoerier die het rapport naar Osnabrück moest overbrengen, kon zijn achtervolgers niet van zich afschudden; vgl. no. 7404, postscriptum.
    8 - De aanvang van het Zweeds-Deense overleg te Brömsebro (8/18 februari 1645). De Franse vredesbemiddelaar Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, had de eerste begroeting van de delegaties op een eilandje in de rivier de Brömse een plechtig karakter gegeven.
    9 - De gewesten Gelderland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Stad en Lande hadden op 8 maart hun steun verleend aan het voorstel van de Staten van Holland om een vloot uit te rusten ter beveiliging van de vaart door de Sont.
    10 - Koningin Christina schonk de jonge graven Magnus Gabriel De la Gardie en Gustav Adolf Lewenhaupt (Leijonhufvud) hoge aanstellingen in haar leger.