eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7402. 1645 april 3. Van H. Appelboom.1

    Illustrissime et excellentissime legate, domine et patrone observandissime,

    De caesareorum clade in Bohemia nihil cuiquam dubii incidit. In eo omnes conspirant atrociter adeo pugnatum esse, ut vix alias atrocius post coeptum in Germania bellum. Excepto Waertio plerique duces et praefectorum primi aut in campo occubuere aut captivi evasere.2 Victoriam persequens dominus marescallus Torstensonius Niehausiam, Deutsebrodam, Iglaviam occupavit,3 Olmuntzium obsidione liberavit.4 Ad Danubium

    617

    pars quoque exercitus se convertit.5 Coningsmarchius totam Bremensem nationem iam imperata facere coegit.6 Ditmarsiam et Gluchstadio vicina subegit Wrangelius.7

    Caeterum observantia, quam illustrissimae Excellentiae vestrae me debere profiteor, me monet, ne illustrissimam Excellentiam vestram celem consilium, quod coeperam quodque perficere destinaram. Aetatis scilicet meae, quae maturior iam aliquantum facta, et mihi imperatae hic mansionis intuitu de vitae ac fortunae socia circumspicere institui, suasuque amicorum et mihi cupientium virgo quaedam honestis parentibus sata mihi desponsata est.8 Quod ut fausto factum sit omine, clementer concedat divina bonitas.

    Ex literis quibusdam Parisiis percepi illustrissimam Excellentiam vestram aliorsum vocari a sacra regia Maiestate Suediae.9 Si ita sit, aegro equidem animo fero tanti patroni commercio me in Gallia destitutum iri; spero tamen obsecroque, ut illustrissima Excellentia vestra, ubiubi locorum futura sit, pristino favore suo ac benevolentia me iugiter complecti dignetur et quavis occasione nomen meum magnatibus commendatum habere.10

    Deus, illustrissime et excellentissime legate, illustrissimam Excellentiam vestram incolumem conservet,

    illustrissimae Excellentiae vestrae addictissimus servitor,
    H. Appelboom.

    Amstelodami, 3 Aprilis 1645.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 11 Aprilis.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1645, 12). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7386, beantw. d. no. 7421.
    2 - De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson had op 24 februari/6 maart bij Jankov slag geleverd met de keizerlijke troepenmacht: veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen viel in Zweedse handen; de Hongaarse legerleider Johann, graaf van Götz(en), sneuvelde en de Zwabisch-Beierse generaal Johan van Werth sloeg op de vlucht (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 444-449, en Doc. Boh. VII, p. 183 no. 531).
    3 - Jindřichův Hradec (Neuhaus), Havlíčkův Brod (Deutschbrod) en Jihlava (Iglau), op de weg van Tàbor naar Brno (Doc. Boh. VII, p. 184 nos. 533 en 534, en p. 186 no. 538).
    4 - De keizerlijke kolonel Ladislav Burian, graaf van Valdštejn, staakte op last van de keizer, dd. 11 maart 1645, de belegering van de Zweedse garnizoensstad Olomouc en verplaatste zijn activiteiten naar Brno (Doc. Boh. VII, p. 180-181 no. 524).
    5 - De hoofdmacht van de Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson trok over Jihlava en Znojmo (Znaim) naar Krems an der Donau (Doc. Boh. VII, p. 184 no. 534, p. 186 no. 538 en p. 189 nos. 550 en 551, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 450-454).
    6 - Het expeditieleger van de Zweedse luitenant-generaal Hans Christoph, graaf van Königsmarck, had het aartsbisdom Bremen onder contributie gebracht.
    7 - Kolonel Helmut Wrangel herstelde het Zweeds gezag in het hertogdom Holstein. Met harde hand verdreef hij de Denen uit hun bevoorradingskampen in de ‘Marschlanden’ (de omgeving van Elmshorn, Uetersen, Glückstadt en Krempe) (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 636).
    8 - Harald Appelboom (1612-1674) huwde op 7 mei 1645 de Hessische Susanna Rogeau (ca. 1620-1681). De echtelieden vestigden zich op de Oude Zijds Achterburgwal, in de buurt van het woonhuis van de Amsterdamse hoogleraar Gerardus Joannes Vossius (Schutte, Repertorium II, p. 492-494).
    9 - De ambassadeur had de Zweedse correspondent geen bericht gegeven van zijn terugroeping; vgl. no. 7375.
    10 - Een gelegenheid om elkaar te begroeten diende zich spoedig aan: het huwelijk van de jonge Appelboom (supra, n. 8) vond plaats op de voorlaatste dag van Grotius' verblijf in Amsterdam; zie no. 7431, n. 3.