eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7423. 1645 april 22. Aan S. Rosenhane.1

    Nobilissime et amplissime domine,

    Ego quidem Suedico itineri me paro,2 ut reginae nostrae huius legationis acta renuntiem.3 Sed uxor et filia ex medicorum consilio valetudini suae subsidium capere coguntur ab aquis Spadanis, quo ut tuto pervenire possint, literis ad id opus habent ab imperatore, rege Hispaniae, electore Coloniensi eorumve legatis.4 Rogo itaque nobilem Amplitudinem vestram, ut eae literae quamprimum fieri poterit mittantur,5 vicissim facere paratus quaecumque nobili Amplitudini vestrae placitura intellexero.

    Rosae serio obsidentur a Gallis.6 Ad Rhenum leves pugnae, dum maiores copiae sub duce Anguiano exspectantur. In Italia nihil agitur, nisi quod Gallos offendit pontifex maximus electione cardinalium, itaque legatus Gallicus inde abire iussus. Dux Aurelianensis magnum in Flandria habebit exercitum fine, ut puto, Maii et Batavorum conatus exspectabit.7

    Deus, nobilissime et amplissime domine, Nobilitati vestrae faveat,

    Nobilitati vestrae studiosissimus eique ad obsequia paratissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 12/22 Aprilis 1645.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Rosenhan.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 749 no. 1758.
    2 - De teruggeroepen ambassadeur had aanvankelijk gebruik willen maken van de postroute over Keulen naar Munster en Osnabrück. Op 17/27 april - een dag na Grotius' vertrek uit Parijs - gunde de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna zich de tijd om te reageren op het verzoek om vrijgeleidebrieven (no. 7428).
    3 - Op 26 april nam de ambassadeur afscheid van zijn Parijse vrienden. Maria van Reigersberch vergezelde haar echtgenoot op diens reis over Rouaan naar Dieppe (no. 7430, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 108).
    4 - De vrijgeleidebrieven die Grotius voor zijn echtgenote en dochter Cornelia aanvroeg, bestreken een groter reisgebied dan strikt noodzakelijk voor een bezoek aan de wateren van Spa. Dacht hij misschien aan een hereniging met zijn familie in Osnabrück of Munster?
    5 - In juni kreeg Maria van Reigersberch de beschikking over de verlangde documenten.
    6 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven, dd. 22 april 1645.
    7 - Het ‘groot desseyn ende entreprinse’ van Frederik Hendrik in Vlaanderen.