eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7460A. 1645 september. Brieven over de dood van Hugo Grotius.1

    1. Uit een verslag van Grotius' hofmeester,2 28 augustus/7 september 1645

     

    Copia uit een brief van 28 Augustus ges[c]hreven ut den mont van dem hofmester wan den selgen heer Grotio, etc.

     

    De kroone Sveeden om de groote costen souden g'excuseret hebben geen ambassadeur tot Paris te houden, waerop Grotius hem soude begeven hebben in dienst van Vrancrijc, maer om niet van den eenen dienst soo plotz in den andern te treden heefft sijn afscheit selfs willen haelen, is daerop naer Sveeden gereyst, omtrent in 14 dagen, om den canseler Oxenstern te sprecken, d[i]e bij de tractaten3 geveest is. Tot Stockholm commende is redelijc g'estimirt, parellie is ooc sijn afscheet geweest, ende van de coninginne vereert met 10000 rijcxdaller ende een golde ketting, 21 ellen lanc met medalliën van diamanten op 4000 ducatten g'estimeret, vertreckende per mare is door onvedder in Cassubben4 aengecommen; vandaer te lande reysende, met groot ongemac, is 10 mijllen an geen sijde [van] Statin5 cranc geworden ende of wel sijn suite hem gerne daer soude, sonder in sijn crancheyt te wertrecken, gehouden hebben, soo heefft niet [ge]wilt, quam alsoo als morgen 14 dagen sijnde Loumaent tot Rostock.6

    524

    Sondach's morgens wirdt den doctor7 gehalet. Hij seyde: ic ben maer vermoyt van de reyse, ende 's anderndaegs was ten deele de spraec weg. Tegen de nacht, 2 uren voor sijnem doot, was een Luyters predicant8 bij hem; deselve 't gebet doende, nam hij sijn mutse van 't hoofft ende vouwden sijn handen ende, den predicant met hem sprekende, antworden: non possum intelligere. Darop blef leggen, ende stierf recht als [e]en kindt, sonder eeinge beweginge, ooc van wrouw of kindern in 't alderminste nit seggende. Crancklijck sijnde eenige dagen voor sijn doot heefft hij geseyt, als hij den vreede in Duytslandt hadde helpen maecken, dan wilde gerne sterven. Hij soude ooc sijnne reyse genommen hebben recht op Monster om neffens Monsing[ieur] duc de Longewille9 te besongieren, etc.

    2. Uit een brief van burgemeester Clingen,10 13/23 september 1645

    Extract aus herren burger meistern Clingen sehl. schreiben an etc., etc.,11 datirt Rostock, den 13. Sept[embris] anno X645.

     

    Der s[ehr] weit vnd hochberümbte herr H. Grotius ist auss der sehe krank, zu lande alhier angelanget, hat nur anderthalb tage gelebet, vnd sein ende, wie h[err] D[octor] Quistorff, so bey ihm gewesen, berichtet, sehlig beschlossen, vff12 verdienst des einigen erlossers J. Christi geschlossen, seines alters im 63. jahr.

    3. Uit een brief van N.N., 11/21 september 1645

    Stralesundi, XI Sept[embris] 1645.

    Illustrem Grotium in vicina Rostochio obiisse citius procul dubio cognovisti quam futurum illud putares. Ego sane si cuius mortem mollius tuli, qui nunquam mihi visus, hic ipse fuit; neque id iniuria, si animo reputare velim quantam iacturam in huius unius morte fecerit omnis doctrina. Ne dicam quo desiderio incensus fuerim illius videndi et conveniendi.

    XVIII Augusti, cum nudius tertius circiter aut quartus aeger Rostochium venerat, sub noctem decessurus, d[ominum] Quistorpium accersivit, ne cum theologo colloquendi deesset occasio. De Sacra Synaxi solicitus, cum is pluribus praedicaret felicitatem suam, quod illius videndi copia sibi esset facta quem doctissimi quique imprimis admirarentur, rogavit ut talia omitteret: sibi iam de aliis agendum esse instante moriendi necessitate; si quid a se factum unde ad alios utilitas aliqua dimanasset, Deo hoc acceptum ferendum, se non nisi hominem esse. Quistorpius ubi fidei requisivit rationem, nihil aliud respondit nisi caelestia gaudia exspectare se propter Christum et eius mortem; quae ubi explicari petiit theologus, cum iisdem verbis uterentur qui diversam teneant sententiam, priora Grotius iteravit negavitque sibi quicquam negotii esse cum his qui litibus delectarentur vel ad se pertinere illas crederent. Ita autem convenit ut prima luce quo rectius fore spes fuerat S[acra] Coena uteretur. Sed paulo post aversa ad parietem facie, edito screatu placide exspiravit.

    525

    Ita quidem Rostochium tanti viri obitu nobilitata est, si qua unquam ex luctu peti possit celebritas. Utinam mores et animi aequitatem imitarentur plures, qui maiorem laudem esse putant gloriose virtutem verbis laudare quam factis modeste illam colere.

    Magnam spem conceperam de colloquio Thoruniensi si illo13 accessisset praeter Calixtum, quem adesse iam puto.14 Sed frustra me fuisse video. Tibi quidem plura fortassis innotuerunt a familiaribus illius, neque haec15 tamen quae a fide dignis accepi reticere debui, etc.

    Notes



    1 - Hs. Hannover, Niedersächs. Landesbibl., ms. XLII, 1830, copieën in drie verschillende handen. Het handschrift, dat de brieven in deze volgorde biedt, bevat ook twee lijkdichten van de hand van Caspar Barlaeus (‘Sistite cantandi rabiem ...’) en Jacob Westerbaen (‘Hospes, in hac ingens ...’). Zie voor een verslag van Grotius' laatste dagen no. 7460 (dl. XVI).
    2 - Grotius' hofmeester heette vermoedelijk Jean Rougissart (no. 7438 (dl. XVI)).
    3 - Het Zweeds-Deense overleg te Brömsebro, dat een einde moest maken aan de Zweeds-Deense oorlog, leidde op 13/23 augustus 1645 tot een vredesovereenkomst.
    4 - Kaschuben, een voormalig hertogdom ten westen van Danzig. Grotius was op 8/18 augustus te Leba (Achter-Pommeren) aan land gegaan.
    5 - Stettin (Szczecin).
    6 - De copiist heeft deze zin uit de oorspronkelijke brief waarschijnlijk verkeerd afgeschreven. Met ‘Louwmaand’ wordt doorgaans januari aangeduid; augustus is de ‘Oogstmaand’. Grotius kwam op zaterdag 16/26 augustus te Rostock aan en nam zijn intrek in de woning van de weduwe Catarina Ballman (Balemans, Balemann) aan de Grosse Wasserstrasse 17.
    7 - Op zondag 17/27 augustus 1645 verscheen Joachim Stockman, doctor in de medicijnen en hoogleraar van de plaatselijke universiteit, aan Grotius' ziekbed.
    8 - De lutherse predikant en hoogleraar Johannes Quistorpius (1584-1648), pastor van de Marienkirche (ADB XXVII, p. 51-53; Th. Kaufmann, Universität und lutherische Konfessionalisierung. Die Rostocker Theologieprofessoren ..., Gütersloh 1997, p. 220).
    9 - Henri d'Orléans (1595-1663), hertog van Longueville, was in april 1643 tot eerste gevolmachtigde ter vredesconferentie benoemd; op 30 juni 1645 kwam hij in Munster aan.
    10 - Vermoedelijk Bernhard Clinge (1584-1648) (G. Möhlmann, Geschlechter der Hansestadt Rostock im 13.-18. Jahrhundert, Neustadt an der Aisch 1975, p. 71-72).
    11 - De naam van de geadresseerde is niet ingevuld.
    12 - Lezing onzeker.
    13 - Lezing onzeker.
    14 - In Toruń was op 28 augustus 1645 een godsdienstgesprek tussen katholieken, lutheranen en calvinisten begonnen; de verzoeningsgezinde theoloog Georg Calixt uit Helmstedt nam als Brandenburgs gedelegeerde aan de besprekingen deel (no. 7380 (dl. XVI)).
    15 - Boven de regel toegevoegd; lezing onzeker.