eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5487. 1641 november 30. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den coninck heeft op mijne verscheidene instantiën ordre gegeven aen d'heer Erlach ende in zijne absentie aen den baron d'Ossenville2 om den baron de Waert3 te doen brengen nae Basel ofte Straesburg, zoo denselve De Waert ende den maerschalck Hoorn4 zullen best vinden, naedat denzelve mareschalck, gelijck men hoopt, gecomen zal zijn te Lindau. Den coning heeft oock ordre gestelt op de betaeling aen mevrouw de landgravinne5 ende aen haere Hoocheit geschreven om haer te courageren. Heeft mij oock belooft de heeren graven van Nassau-Sarbruck goed recht te administreren tegen het onrecht haer aengedaen bij hertoch Carel.6 Zijne Maiesteit is wat te onpasse geweest, doch was nu in goeden doen, zeer verheucht door de tijding van Monaco, een plaetse aen de zee in Italië, dewelcke door het beleidt van den grave van Alais7 met correspondentie van den heer van de plaetze zijnde van het huis van Grimaldi,8 die de Spaensche vrundschap moe was geworden, het Spaensche garnisoen heeft uitgejaecht ende het Fransche ontfangen. Den heer zelve comt woonen in Vrancrijck ende zal van den coning recompense nemen van de plaetze.

    't Hertogdom van Castro is gegeven in handen van de crediteurs van den hertogh van Parme,9 die peryckel loopt van oock de hertogdommen van Parme ende Plaisance te verliezen. Maer den coning van Vrancrijck ende de princen van Italië raiden hem te bidden om pardon ende absolutie ende willen daertoe helpen.

    Hertogh Carel is in Beyeren, doet daer nieuwe lichtinge hebbende zijn oud volck gelegt in den Pals ende in Lorraine, alwaer zij veel quaeds doen aen het Messyn, waerom den grave van Granzé10 alle de inwooners van het Messin brengt in wapenen. Denzelven hertogh heeft zijn dochter ende meublen gezonden in Lutzenburg ende schijnt in persone met zijn volck te gaen verstercken het belegh van Hohentwiel, welcke plaetze zich wel defendeert ende is de ruiterie, die daerbinnen gewas, doorgebroocken ende gecomen bij d'heer Erlach, dewelcke meer volck verwacht om iet aen te grijpen.

    De roomschgezinde Switzers toonen haer zoo in 'tstuck van dat belegh als in de zaecke van 't graefschap van Bourgogne alsoock van den bisschop van Basel11 ende in 'tgunt Constance aengaet zeer geaffectioneert voor het huis van Oostenrijck, zoodat niet buiten vreze en is, dat daeruit een scheuring zoude connen ontstaen tuss[c]hen de Switzers.

    651

    Den grave van Guiche12 is met groote reuterie ende een deel voetvolcx geweest ontrent het Spaensche leger voor Aire, maer heeft daer gevonden op alles zoo goede ordre gestelt te zijn, dat geen middel is geweest daer door te breecken ofte 't leger aen te tasten. Overzulcx is teruggetrocken ende werdt niet anders verwacht als het overgaen van Aire.

    's Conincx broeder13 is in het huis van Lutsenburg in ons fauxbourg gelogeert. Een medicijn van de coninginne-moeder,14 die lang hier in de gevanckenisse is geweest, is losgelaeten ende aen haer gezonden met eenigh gelt, oock instructie, zoo men meent, om haere Maiesteit te raiden herrewaert te comen verlaetende haer gevolgh, 'twelck haer anderzins door noodt zal verlaeten. De coninginne alhier is in den grooten rouw over den cardinael-infant.15

    Eenige Spaignaerden uitgegaen uit Perpignan zijn bij de Fransoisen betrapt, twintich tenedergelegt, veertich gevangen; oock hebben de Fransoisen de stadt ende 't casteel van Almenas in Catelagne16 op den Spaignaerden wedergecomen. Anderzints zijn de Spaignaerden aldaer tegenwoordich meesters van het velt ende de zee.

    Hier zijn tijdingen dat Azac,17 de stadt, zoude zijn in handen van de Turcken, maer het casteel noch bewaert bij de Cosaequen ende dat nevens den Persiaenschen ambassadeur nae Persiën gaet uit Constantinoplen een ambassadeur18 om de paix aldaer vast te maecken.

    Den coning van Spaignië heeft in Piedmont in garnisoen elffduizent man, in 't velt zesduizent te voet, vijfduizent te paerd.

    30 November 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raidt in den Hoogen Raide in Hollant, nu t'Amsterdam.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 30 Nov. 1641 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 24a. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Copie Stockholm, RA, E 1014, coll. J.A. Oxenstierna ser. B II (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 10 december, ontvangen te Stralsund dd. 20/30 december 1641); de spelling in de copie wijkt veelal af van die in het hs.
    2 - Resp. Johann Ludwig von Erlach, goeverneur van Breisach, en zijn adjunct Paul Le Prévost, baron van Oysonville (no. 4994 n. 15 en 16).
    3 - Johan van Werth (no. 5017 n. 4).
    4 - Gustav Karlsson Horn (no. 5264 n. 1).
    5 - Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.
    6 - Zie no. 5486 n. 8.
    7 - Louis-Emmanuel, graaf van Alais, goeverneur van de Provence (no. 5486 n. 2).
    8 - Onorato II Grimaldi (no. 5484 n. 7).
    9 - Odoardo Farnese, hertog van Parma.
    10 - Jacques Rouxel de Médavy, graaf van Grancey (no. 5323 n. 11).
    11 - Johann Heinrich von Ostein, prins-bisschop van Basel (no. 5082 n. 5).
    12 - Antoine III de Gramont, graaf van Guiche (no. 4996 n. 16). Aire moest zich op 7 december overgeven.
    13 - Gaston d'Orléans betrok het paleis het Luxembourg in de fauxbourg Saint-Germain-des-Prés.
    14 - Grotius zal doelen op François Vautier (1589-1652), hofarts van Maria de' Medici, die echter tot 1643 in de Bastille bleef; vgl. NBG XLV, kol. 1036. In de Gazette 1641, no. 144, p. 852, was op 16 november bericht: ‘La semaine passée le sieur Vautier fut tiré de la Bastille par le sieur de Chavigny, secrétaire d'estat, sur l'avis qu'eut le roy que la reine sa mère, de laquelle il avoit autrefois esté premier médecin, désiroit s'en servir en quelque indisposition qui luy estoit survenue.’ In zijn plaats vertrok echter naar Keulen Jean Rioland, eveneens hofarts van Maria de' Medici. Vgl. Avenel (ed.), Lettres Richelieu VIII, p. 376; NBG XLII, kol. 305v.
    15 - De kardinaal-infante Ferdinand van Oostenrijk was op 9 november overleden; zie ook no. 5484 n. 20.
    16 - Almenar ten noorden van Lérida was op 6 november ontzet.
    17 - Azow.
    18 - Niet geïdentificeerd.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]