eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6621. 1643 december 28. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Pauca sunt quae hoc tempore scribenda occurrunt. Ego crastino die Amstelodamum cogito,2 inde tibi proxime scripturus.

    Delphenses nostri in annum proximum destinant consules duos nostros cognatos Adrichemum et Dussenum, quorum uterque anno proximo excusationem proponent,

    805

    utpote LXX annos nati.3 Ordines Hollandiae quaestorem sibi volunt quaerere in locum Miropii;4 ambiri nolunt. Multus in conventu sermo fuit de Berkelio Roterodamensi, quem ei honori non imparem iudicant pleraeque civitates. Iniecerunt aliqui mentionem Kettingii, qui aerarium antea ex parte curavit, sed vir bonus et vere Batavus, Stellingwerfius, Medemelacae syndicus, egregie se opposuit et negavit eum ad honores novos admittendum qui iam apud plebem ob nimias e publico pecunias in suos usus corrogatas male audiret.5

    Illud de mandatis Foederatorum perquam est necessarium.6 Nimis enim huius provinciae libertati deteritur, quod et ante dissolutionem proximorum comitiorum patuit, creato contra vota Hollandiae, cui Selandia id detulerat, novo vectigalis maritimi quaestore, quem Amstelodamenses se admissurum7 negant,8 et suffecto in locum defuncti Echteni novo Drentano praetore, dum Drentani ex vi Foederis Hollandos interpellant ut id sibi iure suo facere relinquatur et ea a syndico Harlemensi, qui eam causam examinaverat, essent allata quae Drentanos maxime iuvabant.9

    De filiis tuis,10 imprimis minore,11 si quid certi acceperis rogo intelligam. Duellum Guisii et Coliniaci12 rebus Gallicis male cessurum vereor; statim enim et partes et nomina occurrunt.

    Interea Deus Optimus Maximus te tuosque diu nobis sospitet,

    tibi obedientissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    806

    Raptim. Hagae, XXVIII Decembris 1643.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 15 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 6 Ian.

    Onderaan: De Diderico.

    En in dorso: 28 Dec. 1643 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 388. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6599, beantw. d. no. 6637 (dl. XV).
    2 - Willem de Groot maakte er de laatste jaren een gewoonte van om de jaarwisseling in Amsterdam door te brengen.
    3 - In 1644 werd het stadsbestuur van Delft voorgezeten door de burgemeesters Ewout Jansz. van der Dussen, oud 70 jaar, Joost Jacobsz. van Adrichem, oud 70 jaar, Dirk Robbregtsz. van Schilperoort en mr. Evert Jansz. van Lodenstein (R. Boitet, Beschryving der stadt Delft, Delft 1729, Naamlijst van de Heeren schouten, burgermeesteren, p. 143).
    4 - Dit voorjaar had Joachim van Mierop, ontvanger-generaal van Holland en Westfriesland, zijn ambt neergelegd; zie no. 6161. In januari 1644 viel een beslissing ten gunste van Johan van Berckel de jonge, ontvanger van de gemenelandsmiddelen te Rotterdam (Res. SH, dd. 22 december 1643 en 29 januari 1644; E.A. Engelbrecht, De Vroedschap van Rotterdam, p. 169-170).
    5 - Mr. Nicolaes Stellingwerff, pensionaris van Medemblik, volgde de loopbaan van ‘commies Kettingh’ al vanaf de jaren twintig; vgl. Particuliere notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot III, p. 588 no. 3757. De commies Willem Kettingh († 1670), heer van Essensteyn, ontving in 1646 de benoeming tot thesaurier- en rentmeester-generaal van de prins van Oranje. Sinds 13 maart 1656 bekleedde hij het ambt van raad-ordinaris en rekenmeester van de domeinen (van Kretschmar, in Jaarboek CB voor Genealogie 38 (1984), p. 113-115).
    6 - Op 28 januari 1644 legde Johan van Mathenes, lid van de Hollandse ridderschap en tevens gevolmachtigde ter vredesconferentie, eindelijk de eed af op de nieuwe instructie voor de Hollandse gedeputeerden ter generaliteit (Res. SH, dd. 28 januari 1644).
    7 - Lees: ‘admissuros’.
    8 - De Amsterdamse schepen mr. Joris Jorisz. Backer was door de Staten van Holland voorgedragen voor de functie van ontvanger-generaal van de ‘kruyssers’; zie no. 6512. De benoeming werd echter geblokkeerd door een uitgesproken voorkeur voor de koopman Samuel Sautijn (Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, p. 420 en II, p. 575).
    9 - Roelof van Echten tot Echten, die in 1639 op commissie van de Staten-Generaal was aangesteld tot drost van Drenthe, was op 30 november 1643 overleden. Het recht van de Staten-Generaal om diens opvolging te regelen werd betwist door het betrokken Landschap en de Staten van Overijssel. Een commissie onder voorzitterschap van mr. Albert Ruyl, pensionaris van Haarlem, deed op 22 december 1643 uitspraak in deze zaak (Res. SH, dd. 22 december 1643). Op 19 januari 1644 nam Rutger van den Boetzelaer het drostambt op zich (J. Westra van Holthe, De ridderschap van Drenthe, p. XXXIX en p. 78-79).
    10 - Cornelis de Groot verbleef in Venetië, waar hij nog steeds over een passende werkkring onderhandelde.
    11 - Het lot van Dirk de Groot na de Frans-Weimarse nederlaag bij Tuttlingen op 24-25 november 1643.
    12 - Het duel dat Maurice, oudste zoon van Gaspard III de Coligny, hertog van Châtillon, op 12 december met Henri II de Lorraine, hertog van Guise, was aangegaan om de eer van Condé's dochter Anne-Geneviève de Bourbon, hertogin van Longueville, te redden.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]