eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6649. 1644 januari 16. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Onzen jon[g]ste heeft ons geschreven van Tubingue,2 maer stont om op een ander plaets gebracht te werden, ick meen nae Ingolstad. Hij schrijft dat hij gegeven is aen den lieutenant van den generael Mercy.3 Wij zullen zien wat te doen zal staen.

    De Sweden, gelijck uEd. ziet, hebben liever te preveniëren dan geprevenieert te werden. Dat den coning van Denemarcken4 aen den Moscovyt zich verbonden had om ons te zamen het oorlogh aen te doen, houdt ick zeecker.5 Van den coninck van Polen is suspicie. De steden Lubeck, Hamburg ende Bremen hebben van Swede niet als alles goeds te verwachten ende zullen misschien niet quaelijck doen met haer in protectie te geven van Swede. Mijnheer Salvius blijft noch te Osnabrug; ende can daer gehandelt werden oock zonder middelaers.6 't Is de Sweden noodich haer het Duitsche leger van

    41

    den hals quijt te maecken. De Vereenigde Nederlanden zullen 't haer beclaegen, zoo zij haer simpelijck verbinden van zonder Vrancrijck geene vrede ofte trefves te maecken,7 want den Spaegnaerd dat wetende zal noit met haer spreecken, maer wel met Vrancrijck. Ende al is 't dat die nu regieren opentlijck zoecken het oorlogh te doen duiren, zeggende oock dat de coninginne geen macht en heeft om eenige plaetzen te restitueren, zoo can zulcx met overlijden van eenige ofte verandering in 't hoff, daer de almanacken veel van spreecken, licht een andere cours nemen. Ende hoe weinigh Vrancrijck zich verbonden hout aen belofte van zonder de vrunden niet te handelen, heeft gebleecken bij de paix van Vervyn,8 gemaect tegen de verbonden met Engelant ende de Geünieerde Nederlanden aengegaen ende zeer solemnelijck besworen. Die van Catelagne hebben onlancx geleert wat het is zich aen de Fransoisen te vertrouwen,9 hebbende door het oorlogh haere conditie verargert, gelijck nu allegader bekennen. Naples, Milaen, Sicilië, Brabant ende Vlaenderen geloven door experiëntie dat de Spaensche regiering voor de gemeente lijdelijcker is. Ende alle de Fransche protectie door cromme wegen gaet nae dominatie.10

    Ick rade uwer Ed. in 't hanteren van de ambassadeurs te doen gelijck anderen van zijn collegie.11 De weldaet aen monsieur Godefroi zal niet quaelijck zijn besteed.12 Godt almachtigh geve‹n› ons alle dat ons zaelig is.

    Den hertogh van Beieren doet verluiden dat hij de gevangenen lang wil houden. Wij zullen doen wat wij connen om den onze metten eersten uit te helpen.13 Misschien zoude de recommendatie van den bisschop van Colen14 iet connen helpen.

    16 Ianuarii 1644.

     

    De hertoginne van Savoie,15 zijnde verzocht haere zaecke tot Munster door de Fransoisen te doen handelen, heeft zulcx gerefuseert, zeggende zelff haere zaecken te zullen voorstellen ende zelff te zullen tracteren.

    Ick heb met d'heeren d'Avaux ende Servien vrijelijck gesproocken,16 haer radende

    42

    dat zij haer disponeren zouden tot een redelijcke vrede nevens Swede, zeggende dat Swede veel quiteren zoude om daertoe te comen, maer zij hadden niet dan conquesten in 't hoofdt.

    Onder de statue van den laest overleden coning op de Plaetse Royale17 is dit geschrift gevonden: ‘Henricus Guisius aulico molimine ad duellum vocatus et in arenam regiam ductus Colinaeum antiquum religionis et Guisianae gentis hostem debellavit, inflexit et inermem reliquit anno Domini 1643’.18

    Den besten raedt voor de Vereenigde Nederlanden dunct mij dat zijn zoude een verbont te maecken met Swede wanneer Swede van het oorlogh van Duitschlant zoude zijn verlost.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 16 Januari 1643; maar N.B.: is 1644.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 35b. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6650.
    2 - De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot was tijdens de slag bij Tuttlingen (24-25 november 1643) in handen van de vijand gevallen. Eerst bij aankomst in de universiteitsstad Tübingen stelde een professor hem in staat om een brief naar zijn vader te schrijven (no. 6606, dd. 20 december 1643 (dl. XIV)).
    3 - Het Zwabisch-Beierse regiment van François of Gaspard, baron de Mercy. Zie over deze familie, Episodes Guébriant, p. 256-257.
    4 - Koning Christiaan IV van Denemarken zou met medeweten van koning Wladislas IV van Polen en tsaar Michael Fedorovitsj actie willen ondernemen tegen de Zweden in Pommeren. Om dit gevaar af te wenden vielen de Zweden op 12/22 december 1643 het hertogdom Holstein binnen.
    5 - Begin december 1643 hadden leden van de Franse regering de Zweedse ambassadeur al gewaarschuwd voor een door de Habsburgers ingegeven plan om de tsaar en de koningen van Polen en Denemarken te interesseren voor een krijg tegen Zweden; zie no. 6576 (dl. XIV), en Archivo de Simancas, Catálogo XIV. Secretaría de estado, Negociación de Roma I, p. 152.
    6 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna was tot dezelfde conclusie gekomen. In een schrijven van 30 december 1643/9 januari 1644 legde hij deze zienswijze voor aan zijn gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius. Op de plaats van de vredesconferentie gingen echter stemmen op om de rol van ‘onpartijdige derde’ door de ambassadeur van Venetië te laten vervullen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 125-126 en p. 132-134).
    7 - Grotius had bedenkingen tegen een Frans-Staatse ‘alliantie offensive ende defensive’ waarin de verbondenen zich zouden verplichten om geen vrede of bestand met de Spaanse kroon te sluiten ‘dan gesamentlick ende met een gemeene bewilling’ (Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 135-137).
    8 - De vrede van Vervins, op 2 mei 1598 tussen Frankrijk en Spanje gesloten.
    9 - Het Frans-Catalaans verbond van 16/17 december 1640 (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 87-112 en p. 630-641).
    10 - Zie de opsomming van de ‘rechten’ van de Franse kroon uit het jaar 1642 (Acta pacis Westphalicae; Instruktionen, p. 159-189).
    11 - De protocollaire regels die de raadsheren van de Hoge Raad van Holland en Zeeland in acht namen bij de verwelkoming van een ambassadeur in Den Haag (J. Heringa, De eer en hoogheid van de Staat, p. 384-397).
    12 - Het Franse delegatielid Théodore Godefroy (1580-1649) was door Grotius bij zijn zwager aanbevolen (nos. 6470 en 6488 (dl. XIV)). In de week van 15-21 november 1643 legde hij zijn eerste beleefdheidsbezoek aan Nicolaes van Reigersberch af (nos. 6567 en 6582 (dl. XIV)).
    13 - Zie Grotius' brieven van 19 januari aan de hertog van Beieren en diens hofraad Georg Johann Kütner (Küttner of Kitner), nos. 6659 en 6660.
    14 - Ferdinand (1577-1650), keurvorst-aartsbisschop van Keulen, broer van hertog Maximiliaan I van Beieren (Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 1-12).
    15 - Regentesse Christine de France verdedigde het Savoyaardse standpunt bij monde van haar gevolmachtigde Claudio Gerolamo Chabod (Chabo), markies van Saint-Mauris (S. Maurizio); zie no. 6533 (dl. XIV).
    16 - In oktober 1643 hadden de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien afscheid genomen van de Zweedse ambassadeur; zie nos. 6470 en 6481 (dl. XIV).
    17 - Het ruiterstandbeeld van Lodewijk XIII dat Richelieu in 1639 op de Place Royale (tegenw. Place des Vosges) had laten oprichten (J. Hillairet, Dictionnaire historique des rues de Paris II, p. 662-669).
    18 - Op 12 december 1643 had aan de voet van dit standbeeld het duel plaatsgevonden tussen Maurice de Coligny en Henri II de Lorraine, hertog van Guise.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]