eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6655. 1644 januari 18. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Tandem post longas moras legati nostri Borelius, Renswouwius et Joachimicus Britanniam petiere; ecquid illic effecturi sint videbimus.2 Interea Sueci Danicas possessiones pergunt invadere,3 atque ita ille qui se moderatorem pacis ferebat, primus in novum bellum incidit et iam egregie vapulat. Nostri mercatores imprimis conqueruntur de retentis omnibus in freto Baltico nostrorum navibus, quas inter quinque sunt naves bellicae Foederatorum, septem vero privatorum. Ea res frumenti pretium augebit.4

    In Conventu Hollandiae necdum quid gestum est; ita tarde convenitur,5 neque quicquam gestum iri videtur ante peractas publicas supplicationes, quae perendie indictae sunt. Et habet indictio hoc speciale, quod gratiae Deo sint agendae ob singularem victoriam hoc anno obtentam, scilicet de hostili equitatu ad Antverpiam.6

    De Diderico non desinam esse sollicitus, donec ex te intellexero an ex ipsius litteris de salute et loco captivitatis certi quid habeas.7 Maiori omnia opto felicia.8 De editione Apologetici nihil hic inaudivi.9 Interea quae mones cordi mihi erunt. Agam cum Vicke-

    51

    fordio de agris in solutum accipiendis Diderici nomine,10 sed ille sibi cavet maxime. Plura non addam, neque enim iam suppetunt.

    Deus te, tuam, tuos nostrosque diu servet incolumes. Vale,

    tibi obedientissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Hagae, XVIII Ianuarii 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. 13 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 28 Ian.

    En in dorso: 18 Ian. 1644 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 290. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6637, beantw. d. no. 6678.
    2 - De Staatse ambassadeur Albert Joachimi en de extraordinarii Willem Boreel en Johan van Reede van Renswoude staken op 18 januari de Noordzee over. Op 20 januari bereikte hun schip de haven van Gravesend. In de avond van de 27ste januari maakten zij hun entree in Londen (CSP Ven. 1643-1647, p. 66-67).
    3 - De Zweden verspreidden zich thans over Jutland. In een schrijven aan de Staten-Generaal van 25 december 1643/4 januari 1644 merkte een verbijsterde koning Christiaan IV van Denemarken over deze vredebreuk op: ‘Dat hij éér der hemelen val als desen oorlogh hadde vermoedt’ (Aitzema (fo) II, p. 947).
    4 - Hollandse koopvaarders durfden na het uitbreken van de Zweeds-Deense oorlog de Sont niet meer te passeren. Ongeveer 80 ‘winterleggers’ konden in de haven van Danzig geen vracht krijgen, omdat de graanhandelaren vreesden dat hun lading door de Zweden of de Denen in beslag genomen zou worden (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 89-90).
    5 - Het kerstreces van de Staten van Holland liep op 18 januari 1644 af (Res. SH, dd. 18 januari 1644).
    6 - Prins Willem van Oranje had op 3-4 september 1643 een Spaans legerkamp bij Antwerpen overvallen. In Den Haag werd veel ophef gemaakt van ‘prince Wilhelmus' eerste victorie’; zie nos. 6409-6411 (dl. XIV), en Knuttel, Cat. v. pamfl. nos. 5016-5018.
    7 - In de week van 9-15 januari ontving Grotius een levensteken van zijn jongste zoon Dirk de Groot; zie no. 6606 (dl. XIV) en no. 6648.
    8 - Cornelis de Groot droomde nog steeds van een carrière in Venetiaanse legerdienst.
    9 - Grotius had vernomen dat een drukker in de Republiek een uitgave wilde verzorgen van zijn Verantwoordingh van de Wettelijcke Regieringh van Hollandt ende West-Vrieslandt/Apologeticus eorum qui Hollandiae Westfrisiaeque et vicinis quibusdam nationibus ex legibus praefuerunt ante mutationem quae evenit anno MDCXVIII (BG nos. 872 en 880). Bij plakkaat van de Staten-Generaal, dd. 24 november 1622, was het drukken en verspreiden van dit ‘fameux, seditieux ende schandeleux libel’ echter ten strengste verboden (Brandt-Cattenb., Leven I, p. 302-303).
    10 - Het onderhoud met Joachim de Wicquefort zou gaan over de Saksisch-Weimarse goederen waarop beslag gelegd moest worden om uitbetaling te verkrijgen van het legaat dat Bernhard, hertog van Saksen-Weimar († 18 juli 1639), zijn officier Dirk de Groot had toegedacht; zie nos. 6504 en 6524 (dl. XIV), en B. Röse, Herzog Bernhard der Grosse von Sachsen-Weimar II, p. 338.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]