eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7146. 1644 november 14. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Wij hebben nu volle confirmatie van haere conincklijcke Mayesteyts victorie op de Deensche bevochten,2 daervan hierneffens de lijste gaet.3 Men segt de conincklijcke vloote de veroverde 10 schepen alrede wederom gerepareert te hebben ende in zee te sijn; werwaerts hunnen cours, staet te vernemen. De gevangene Deensche ammiraels4 werden nae Sweden gebracht, de gemeene nae Straelsond.

    In Schoonen is tussen beide de armeën niets voorgevallen als dat de Fransche en Hollandsche ambassadeurs bij den coning van Dennemarcken5 wegen de vredenstractaten sich seer bemoeyen ende alrede tewege souden gebracht hebben een stilstant van seven

    147

    dagen tussen beede de armeën.6 Bij de hooftarmeën is tsedert de goede rencontre die Coningsmerck7 gehad heeft op 1500 keyserlijcke ruiters die om voeragie waaren wtgegaen, niet voorgeloopen ende leggen deselve bij de Saal noch tegens malcanderen.8

    Waermede verblijve, mijnheere,

    u. Excellentie dienstwilligste.

    14 Novembris 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 23 Nov.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 155. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - De Zweedse generaal-majoor Karl Gustav Wrangel bracht in de haven van Christianspries verslag uit van zijn overwinning in de Fehmarnbelt (13/23 oktober): ‘Kurtze undt gründliche relation, von dehme im 1644:stem jahre, dehn 13:de Octobris, zwischen dehnen königlichen Schwedischen undt Dänischen flotten, in der Ostsee, unter dem lande Femmern, vorgegangenenn treffen, undt von dehnen Schwedischen erhaltener herrlichen victori’ (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 585-592, en Petit, Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten I, no. 2234).
    3 - Een lijst van verliezen aan Deense zijde: 10 schepen (door de Zweden buitgemaakt), 2 schepen (verbrand), 2 schepen (gestrand).
    4 - De Deense vlootbevelhebber Pros Mund stierf aan boord van de Patientia. Admiraal Køn Jochum Grabow, vice-admiraal Stenzel von Jasmund en de zwaargewonde schout-bij-nacht Corfits Ulfeldt werden met hun schepen naar de Oostzeehavens Wismar en Stralsund overgebracht.
    5 - Koning Christiaan IV had gehoor gegeven aan een verzoek van de Franse en Staatse bemiddelaars om in Skåne (Schonen) de onderhandelingen over de preliminaria van de bijeenkomst te Brömsebro voort te zetten. Op 14 oktober stak Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, de Sont over. De Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep en Joachim Andreae maakten de volgende dag de overtocht. Alleen de zieke Albert Sonck bleef in Kopenhagen achter (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 124-127, en Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 440-447).
    6 - Veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn had van de regering in Stockholm een beslissende stem gekregen in de voorbereiding van het Zweeds-Deense vredesoverleg (nos. 7032, 7035, 7047 en 7048 (dl. XV)). In de derde week van oktober stelde hij de Franse en Staatse bemiddelaars in staat om veilig heen en weer te reizen tussen Malmö en het Zweedse hoofdkwartier te Landskrona (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 318-320, en Aitzema (fo) II, p. 999-1000).
    7 - Op 15 oktober had de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, een keizerlijk konvooi overmeesterd; vgl. nos. 7124 en 7135.
    8 - De Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson voerde aan de Saale een uitputtingsoorlog met het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas. De druk werd de keizerlijken te groot: op 19/20 november verlieten zij hun kwartieren te Nienburg en Bernburg en weken naar Maagdenburg uit (Doc. Boh. VII, p. 155 no. 452 en p. 157 no. 459).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]