eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7047. 1644 september 17. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Spero per diligentiam tuam fore ut arca e latebris redeat2 memoriamque maximi in nos beneficii divini ad posteros propaget. Spero autem et nostras editiones tibi curae fore.3 Hic adhuc trahitur editio Annotatorum ad Vetus Testamentum.4 Si id durat, non veto quin nova apud vos instituatur editio, sive ex eis exemplaribus quae ad vos adferet dominus Vossius,5 sive ex meo, cui versionem Graecorum et Hebraeorum in margine adscripsi et quod missurus sum si poscar et via mittendi tuta monstretur.6

    Caesariani Osnabrugae spem faciunt mandata se brevi habituros quae ad pacem promovendam faciant.7 Det Deus. Etiam in Suedia legatis Gallicis et Batavis responsum

    740

    est8 penes nostros non staturum, quominus Danica controversia sedetur;9 dominum marescallum Hornium, qui in finibus est, dicturum locum conventui.10 Puto autem Batavos tandem intellecturos etiam suam rem agi.

    Domini Utenbogardi, quanquam valde senis, abitus ad vitam11 meliorem dolore me affecit, quod eum perdiderim cuius consiliis uti me posse speraveram. Parentavi ei hoc carmine:12

    Utenbogardi funus quae prima celebret Virtutum certat sancta frequensque cohors: Pacis amor patriaeque, piae prudentia mentis, Ingeniique ingens eloquiique vigor. Attamen has omnes sperat patientia laudes13 Vincere, per Batavos si licet ista loqui.

    Rogo inquiras ecquid ab ipso postumi sit exspectandum, praesertim de historia.14

    Pacis conciliatores inter Suedos et Danos erunt quos dixi; praeterea Brandeburgicus.15 Bavaro nulla pars in hac fabula.16

    Deus te cum uxore, liberis et amicis servet,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 17 Septembris 1644.

    741

    Difficultates quae hic meis editionibus17 obiiciuntur, audio venire ex Hollandia.18 Ex usu erit omnia domini Utenbogardi opera in unum volumen contracta excudi. Philippiburgum Galli cepere,19 tenentque pleraque loca Palatinatus, Badensis terrae et Wittenbergensis.20 Etiam Spira et Wormatia praesidium a Gallis accepere.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 971 App. no. 724. Antw. op no. 7033, beantw. d. no. 7065.
    2 - Grotius spoorde zijn broer aan tot een grondiger onderzoek naar de verdwenen Loevesteinse boekenkist.
    3 - Willem de Groot had begin september met dr. Joan Blaeu gesproken over de publikatie van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534). Voorlopig zag het er naar uit dat de opdracht de Amsterdamse drukker-uitgever weinig ter harte ging.
    4 - De Parijse drukker Sébastien Cramoisy had geen privilege kunnen bemachtigen voor de uitgave van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum (BG no. 1137). Omdat hij de concurrentie vreesde van een goedkope Amsterdamse herdruk, achtte hij het raadzaam om vaart te zetten achter de verspreiding van de eerste handelsexemplaren in de Republiek (nos. 7017-7018, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 369). In Parijs moesten de liefhebbers nog enige weken wachten (Bots-Leroy, o.c. II, p. 393).
    5 - Grotius had Isaac Vossius belast met het overbrengen van twee presentexemplaren van zijn Annotata naar de Republiek. Pas in de tweede week van oktober verscheen de jongeman in Den Haag; zie no. 7089 (dl. XVI).
    6 - Met het oog op een heruitgave van zijn Annotationes (Annotata) op het Oude en Nieuwe Testament had Grotius in de zomer van 1643 reeds een begin gemaakt met het vertalen van alle woorden die in zijn aantekeningen in het Grieks en Hebreeuws werden aangehaald; zie nos. 6244 en 6375 (dl. XIV). Zijn ideaal werd verwezenlijkt in Hugonis Grotii Opera omnia theologica I en II, Amsterdam 1679; zie het bericht aan de lezer in het voorwerk van ‘tomus’ I van de Opera omnia theologica (BG no. 919).
    7 - De keizerlijke gevolmachtigden Johann Weichard, graaf van Auersperg, en Johann Baptist Krane waren geschrokken van de publiciteit die de Zweedse gevolmachtigden hadden gegeven aan hun schrijven van 29 juli/8 augustus 1644 (nos. 6996 en 7022); zij stonden nu niet langer afwijzend tegenover een uitwisseling van de volmachten op een neutrale plaats in Osnabrück (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 607-610).
    8 - De Franse vredesbemiddelaar Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, en de Staatse ambassadeurs Jacob de Witt, dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse hadden hun voorstellen op 5 en 6 augustus in de vergadering van de Zweedse rijksraad mogen toelichten; zie nos. 7032 en 7035.
    9 - Op 29 juli/8 augustus schonk kanselier Axel Oxenstierna de rijksraden een beter inzicht in het verloop van de bezoeken die hij en graaf Jacob Pontusson De la Gardie hadden gebracht aan de logementen van de Franse en Staatse delegaties (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 578-581).
    10 - De Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn kreeg een beslissende stem in de voorbereiding van het vredesoverleg (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 131).
    11 - De remonstrantse predikant Johannes Wtenbogaert (* Utrecht 11/21 Februari 1557) was op zondag 4 september 1644 overleden.
    12 - Binnen korte tijd trok Grotius' gedicht (BG no. 300) de aandacht van de Haagse geletterden (Briefw. C. Huygens IV, p. 87; Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 378).
    13 - Vgl. de autograaf in Grotius' brief van 8 [oktober] 1644 aan Nicolaes van Reigersberch (no. 7081 (dl. XVI)), De vijfde regel luidt hier: ‘Attamen has omnes certat patientia laudes’.
    14 - In november 1643 wees Grotius zijn broer al op het historisch belang van de manuscripten en documenten die Johannes Wtenbogaert tijdens zijn lange leven verzameld had; zie nos. 6532 en 6551 (dl. XIV). Diens Kerckelicke historie, vervatende verscheyden gedenckwaerdige saecken, in de Christenheyt voorgevallen, van het jaer vierhondert af, tot in het jaer sesthienhondert ende negenthien zou in 1646 verschijnen (BG no. 892).
    15 - Supra, n. 8. Keurvorst Friedrich Wilhelm van Brandenburg had graaf Werner von der Schulenburg naar de hoven van koning Christiaan IV en koningin Christina gezonden. In een brief, dd. 16/26 juli 1644, verklaarde de koningin dat zij de aangeboden bemiddeling wilde aanvaarden (Urk. u. Act. I, p. 603-604, en XXIII-1, p. 64-67).
    16 - Hertog Maximiliaan I van Beieren hechtte alleen belang aan een spoedige terugkeer van het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, naar de Habsburgse landen.
    17 - De problemen dienden zich niet alleen aan bij de uitgave van zijn Annotata ad Vetus Testamentum (BG no. 1137). Eind juli had de Franse kanselier Pierre Séguier ook zijn goedkeuring onthouden aan een herdruk van de Latijnse versie van het Zweeds Manifest dd. 16/26 januari 1644; zie nos. 6976 en 6991.
    18 - De beschuldigende vinger wees in de richting van de Zweedse koninklijke commissaris Marc Duncan de Cerisantes en diens invloedrijke ‘raadgevers’ in de Republiek; vgl. nos. 6943 en 6959.
    19 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 17 september.
    20 - Lees: ‘Wirtenbergensis’.