Mijnheer,
Uit de wedercomste van Witte Wittenssoon2 ziet men dat geen streng getrocken werdt in de regiering ende dat daer niets secreets en blijft,3 waeruit veele inconveniënten mettertijd zouden mogen comen te rijzen. Wij moeten zien hoe de ambassadeurs van de Vereenigde Nederlanden haer zullen draegen in de voorslagen tot vrede4 tusschen Swede ende
30
Denemarcken. UEd. zegt wel dat zeer schoone occasiën alrede zijn verzuimt tot naedeel van het lant ende van de particulieren.5 Ick zal zeer garen verstaen wat met Breme ende Hamburg zal werden gehandelt6 ende zoude garen tot welvaert van die steden ende commerciën bijbrengen al wat in mijn macht is. Gelove mede dat hoe het afloopt van den coninc [van Dene]marcken, hij altijd gedachtich zal zijn ende zijne kinderen doen gedencken 't affront dat hij hout zich geschiet te zijn zoo bij de Sweden als bij de Vereenigde Nederlanden.7 Una est cautio si efficiatur, ne nocere possit.8 Mijne voet van justificatie van de Sweedsche proceduiren in het beginsel van dese oneenicheden met Denemarcken werdt hier generalijck geapprobeert9 ende gelove wel dat d'heer Spierinck ordre zal hebben gehadt om dezelve voet te volgen.10 Ick heb wel verstaen zoo uit uwer Ed. als uit mijnheer Cromoms schrijven11 hetgunt bij de heer Spierinck ende tegens zijne Gestrengheit is31
gedaen ende gesproocken.12 Ick gunne de heer Spierinck beter ende zachter raed. In Hollant connen zulcke actië[n] niet passeren zonder grooten haet. In Swede zal zijn aenzien door zulcke clachten niet gecrenckt werden. Nimis arcta et firma vincla sunt auraria.13Voor den eertsbisschop staet God te bidden. Hij is in handen van harde menschen.14 Wij hebben hier in de gazetten het ophangen van twee priesters, alleen om de religie, tot Londen,15 ende de propositie van Sabran16 voor de vrijheit van de commerciën,17 die ick redelijck vinde, alsoock die van de ambassadeurs der Vereenigde Nederlanden.18 'tGunt uEd. schrijft dat mijnheer den churfurst Palsgraef zoude gecomen zijn tot Londen zonder kennisse van het parlement ende haest zal vertrecken, accordeert met hetgunt zijne Hoocheits resident monsieur Pauwl ons alhier heeft gezegt. Evenwel heeft men hier te hove ombrage daervan.19 Wij verwachten monsieur Pauwls wedercomste van het hoff om te verstaen wat in de zaecken van den Pals zal zijn gevordert.20 Ick zal daertoe altijd contribueren alles wat in mijne macht zal zijn. Veele van het parlement van Londen connen niet wel resolveren tot het afstellen van de bisschoppen. Oock meene ick dat op het aennemen van de Dordrechtsche ende Alaissche leer bij eenige zwaericheit zal werden gemaect.21
32
Ick verstae garen dat het de compagnie wel gaet22 ende wenschte dat die van Leiden haerzelven wilden rechten in de zaecke van de kinderen van d'heer Hogerbeets, ofte dat die van Rotterdam haer een goed exempel wilden geven.23 Ick conformere mij met uEd. advys aengaende onzen tweede zoon dat men moet zien wat leven hij wil aennemen als de rouw wat zal zijn gepasseert.24
8 Septembris [sic] 1644.
Utenbogardi funus25 quae prima celebret Virtutum certat sancta frequensque cohors: Pacis amor patriaeque, piae prudentia mentis, Ingeniique ingens eloquiique vigor. Attamen has omnes certat patientia laudes Vincere, per Batavos si licet ista loqui.In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 Septemb. 1644 uyt Paris.