eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7089. 1644 oktober [9/10]. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Tradidit mihi tuo nomine Isaacus Vossius duo exemplaria Annotatorum in Vetus Testamentum,2 quae ego ut iubes impingi curavi; altera duo quae Vanderhogio dedisti nondum comparent,3 etsi ipse iam huc venerit, sed ubi Hagam redierit allaturum puto. Ego tibi pro munere in me collato gratias habeo maximas, cuius magnitudinem iam quidem aestimare nondum possum, sed operam dabo ut ex labore tuo eos capiam fructus qui te meque digni sint. Reliqua exemplaria ut iussisti curabo, sed dolet mihi a typographo non esse adhibitam tam egregio operi melioris notae chartam.4 Gratum etiam mihi fuit ex domino Vossio de valetudine tua cognoscere. Uxorem et filiam non itidem valere, id vere

    44

    mihi dolet.5 Mea uxor adhuc decumbit et febris quidem vix adest, sed aphthis vexatur et admodum est debilis, iubet tamen bene sperare medicus.6

    Nunc ad litteras Calendis huius mensis ad me datas ut respondeam, grata mihi sunt quae de rebus in Germania Gallicis scribis;7 non item ea quae de pontificis animo nuntias, vellem enim eum magis addictum Gallicis quam Hispanicis partibus.8 Tristia vero sunt quae in Catalonia Gallis evenerunt et vix erit ut reparari possit damnum.9 De altero aut utroque filiorum si quid acceperis, quaeso intelligam. Petrus iam cum avunculo et consobrino Reigersbergio in Selandia est.10 Cogita annon eum pro tempore ad te vocare velis, et annon aliqua in parte Suedis possit esse utilis eius opera.

    De pace Danica maiorem iam spem facere videntur nostri qui ibi sunt legati.11 In Britannia qui sunt nihil agunt,12 quanquam rex prospero rerum eventu a pacis consiliis non esse se alienatum ostendit.13 Princeps noster Saxum Gandavense ita munit, ut hostis de recuperando spem omnem abiicere debeat;14 de fossa quam iam hostis ducit et munit, alia hic, alia in Flandria sunt iudicia.15 Si magnum inde terrae Wasiae16 expectant praesidium, nostri vix putant fore ut excursiones in interiora Flandriae inhibeantur, multo minus ut totus arceatur exercitus, siquando princeps illac perrumpere decreverit. Hol-

    45

    landi nostri nihil fere proximo conventu egerunt, adeo ut nec consiliarios novos legerint, quod factu est facillimum.17

    Vale, frater optime, et in bonum publicum privatumque tuae et nostrae familiae diu vive,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, IX Octobris 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 18 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 18 Oct.

    En in dorso: 9 Oct. 1644 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 326. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7068, beantw. d. no. 7103.
    2 - Isaac Vossius had zich belast met het overbrengen van de aan Willem de Groot en Gerardus Joannes Vossius toegedachte exemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137) (no. 7018 (dl. XV) en no. 7068). Op 9 en 10 oktober maakte de jongeman een rondgang langs vrienden en kennissen in Den Haag (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 405).
    3 - De Middelburgse ‘tourist’ Jacobus van der Hooge zou zorg dragen voor de exemplaren die Grotius zijn zwager Nicolaes van Reigersberch en de Leidse hoogleraar Claude Saumaise wilde schenken. Later bleek dat de jongeman het transport van zijn koffers had toevertrouwd aan een vrachtvaarder; vgl. nos. 7157 en 7169.
    4 - De Parijse drukker Sébastien Cramoisy had geen privilege kunnen bemachtigen voor de uitgave van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum. Misschien kwam hij door dit incident in de verleiding om minder hoge eisen te stellen aan de kwaliteit van het papier.
    5 - Maria van Reigersberch en dochter Cornelia (1611-1687) tobden met hun gezondheid.
    6 - Willem de Groot hoopte dat zijn echtgenote Alida Graswinckel spoedig herstelde van een mondholteontsteking (aphthae of aften).
    7 - De mars van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, langs de Rijn.
    8 - Op 15 september viel de keuze van de Spaanse en Italiaanse kardinalen op Giambattista Pamfili. De nieuwe paus nam de naam van Innocentius X aan.
    9 - Het leger van de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, had op 14 september de belegering van Tarragona moeten opgeven.
    10 - Grotius' oudste en jongste zoon, Cornelis en Dirk. Pieter de Groot treurde over de dood van zijn verloofde Charlotte van Santen († 24 september 1644). Waarschijnlijk wilden Nicolaes van Reigersberch en een zoon van diens oudste broer Johan († 1632) - neef Pieter (1612-1661) of Johan (1613-1666) - hem wat afleiding bezorgen (De Navorscher 42 (1892), p. 139).
    11 - De Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en Joachim Andreae hadden met de Deense kanseliers Just Høg en Ditlev Reventlov enige afspraken kunnen maken over de preliminaria van een vredesconferentie aan de Zweeds-Deense grens (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 120-126).
    12 - De Staatse vredesmissie naar Engeland. De ordinaris ambassadeur Albert Joachimi en de extraordinarii Willem Boreel en Johan van Reede van Renswoude kwamen nauwelijks toe aan hun eigenlijke taak. Zij raakten meer en meer verwikkeld in processen over de vrijlating van schepen die door het Parlement aan de ketting waren gelegd (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 173-193).
    13 - Willem de Groot spreekt hier over het vredesaanbod van koning Karel I vanuit zijn hoofdkwartier te Tavistock aan ‘the lords and commons of Parliament assembled at Westminster’: ‘The King's Message to the Parliament for Peace, upon his Success in the West’, dd. 8/18 september 1644 (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 292-293, en CSP Ven. 1643-1647, p. 140-141).
    14 - Frederik Hendrik maakte een laatste inspectieronde langs de forten en versterkingen van Sas van Gent. Op 12 oktober verliet de prins de Staatse legerplaats Assenede (Briefw. C. Huygens IV, p. 80, p. 88 en p. 90).
    15 - Tijdens de belegering van Sas van Gent werden in het Staatse legerkamp geruchten verspreid over een nieuw kanaal dat de Zuidnederlandse gouverneur don Francisco de Melo in de polders bij Axel zou graven. Het ‘kanaal’ bleek achteraf een smalle vaart te zijn (Briefw. C. Huygens IV, p. 40, p. 57 en p. 66).
    16 - In de Moerspuipolder (ten zuiden van Axel) herstelden de Spanjaarden de forten die het land van Waas moesten afschermen van vijandelijke invallen (Briefw. C. Huygens IV, p. 66, p. 69 en p. 80; Correspondance d'Estrades I, p. 203). Eind september nam hun ‘gouverneur des armes’ Ottavio Piccolomini de verdedigingswerken in ogenschouw (Gazette 1644, no. 125, dd. 8 oktober 1644).
    17 - Zie no. 7076. De Staten van Holland zouden op 22 november hun deliberaties hervatten over de aanwijzing van twaalf kandidaten voor vier vacerende plaatsen in de Hoge Raad en het Hof van Holland (Res. SH, dd. 1 oktober en 22 november 1644, art. XVII-XVIII).