eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7018. 1644 augustus 27. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Misit Cramoisiacus exempla Annotationum ad Vetus Testamentum in Hollandiam me non praemonito.2 Alioqui misissem in eodem fasce ad amicos. Nunc proficiscente

    685

    hinc domino Isaaco Vossio3 sarcinas eius duobus, non amplius exemplis ausus sum onerare. Ea compingi facies mea impensa. Retinebis unum tibi, alterum dabis domino Vossio patri. Ubi alia se obtulerit commoditas, mittam et domino Utenbogardo.4 Ubi sua vendiderit Cramoisiacus, quod brevi futurum spero, si quis novam velit editionem adornare, potero et mittere exemplum asscripti[s] in margine versionibus Graecorum et Hebraeorum; paratum enim id habeo.5 Tibi nostrorum librorum qui apud vos sunt editionem commendo, Anthologiae maxime.6

    Vale quam optime cum uxore et liberis,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 27 Augusti 1644.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 971 App. no. 722. Beantw. d. no. 7089 (dl. XVI).
    2 - De Parijse drukker Sébastien Cramoisy had geen privilege kunnen bemachtigen voor de uitgave van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137). Omdat hij de concurrentie vreesde van een goedkope Amsterdamse herdruk, achtte hij het raadzaam om vaart te zetten achter de verspreiding van de eerste handelsexem- plaren in de Republiek; zie no. 7017, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 369.
    3 - Isaac Vossius verliet op 28 augustus de Zweedse ambassade te Parijs. Zijn eerste reisdoel was Caen, waar hij een ontmoeting zou hebben met de predikant Samuel Bochart (1599-1667) (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 354, p. 367 en p. 373). In een brief die hij op 11 september in de haven van Calais schreef, maakte hij zijn vader, de Amsterdamse hoogleraar Gerardus Joannes Vossius, attent op de presentexemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum in zijn bagage (Amsterdam, UB, coll. RK, J 93g).
    4 - Johannes Wtenbogaert was al overleden toen Isaac Vossius eindelijk in het vaderland arriveerde; vgl. nos. 7103 en 7111 (dl. XVI).
    5 - Met het oog op een heruitgave van zijn Annotationes (Annotata) op het Oude en Nieuwe Testament had Grotius in de zomer van 1643 een begin gemaakt met het vertalen van alle woorden die in zijn aantekeningen in het Grieks en Hebreeuws werden aangehaald; zie nos. 6244 en 6375 (dl. XIV). Zijn ideaal werd verwezenlijkt in Hugonis Grotii Opera omnia theologica I en II, Amsterdam 1679; zie het bericht aan de lezer in het voorwerk van ‘tomus’ I van de Opera omnia theologica (BG no. 919).
    6 - Willem de Groot moest in de drukkerij van dr. Joan Blaeu informeren naar de uitkomst van het gesprek dat de uitgever met de Franse protestant Samuel Sorbière zou voeren over het persklaar maken van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534); vgl. no. 6898.