eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    165

    7157. 1644 [november] 21. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Tribus verbis respondebo ad ea quae proxime scripsisti, quae Amstelodamo redux2 accepi. Recte de Vanderhogio divinas; reliquit enim sua impedimenta in Galliis,3 quae necdum accepit, et inter ea libros tuos. Interea et Vossio et Salmasio satisfactum est, id enim res postulabat, et re ipsa et verbis quibus munus ornavi.4 Vossius mecum multa de te tuisque cogitatis locutus est, Salmasius parum admodum.5 Vidi Amstelodami Vossium, Hoofdum, Corvinum, Blavium amicosque alios.6

    Pro iis quae de papa aliisque nuntias gratias habeo.7 Ego et filius tuus iam in manibus habemus controversiam inter nostros et Lusitanos de insula Ceylon;8 ea quia Latine a legato Lusitano tradita est, et nos eadem lingua respondebimus.9 Ostendit filius sibi non deesse cognitionem linguae neque historiarum, atque ita dignum se esse qui negotiis publicis adhibeatur.10 Quid velint Suedi nescio,11 tibi tuisque quid debeant scio.

    Vale, frater optime, cum tua tuisque a nobis omnibus,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, XXI Octobris [sic]12 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 22 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 30 Nov.

    En in dorso: 21 Oct. 1644 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 328. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7138, beantw. d. no. 7172.
    2 - Willem de Groot was teruggekeerd van het Amsterdamse huwelijksfeest van zijn neef Pieter Adriaensz. Graswinckel.
    3 - De vermissing van twee presentexemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137). De vrachtvaarder die de koffers van de Middelburgse ‘tourist’ Jacobus van der Hooge onder zijn hoede had genomen, was nog niet in de Republiek gearriveerd.
    4 - De Leidse Elzeviers en dr. Joan Blaeu reikten Willem de Groot de helpende hand. Nog redelijk op tijd kon hij de geleerden van een exemplaar voorzien; zie no. 7145.
    5 - Vgl. nos. 7068 en 7145. De Leidse hoogleraar Claude Saumaise nam het geschenk met een kritische blik in ontvangst (Leroy-Bots, Corresp. Saumaise-Rivet, p. 391-392).
    6 - Oude bekenden van Grotius: Gerardus Joannes Vossius, Pieter Cornelisz. Hooft, de jurist-theoloog Joannes Arnoldsz. Corvinus (Ravens) en dr. Joan Blaeu.
    7 - Paus Innocentius X, ‘iustitiae cultor’, was vastbesloten om de drie belangrijkste kronen in Europa tot vrede te bewegen.
    8 - De twist met de Portugezen over de verdeling van de kaneellanden tussen fort Galle en Colombo (art. XII van het Staats-Portugees wapenstilstandsverdrag van 12 juni 1641). In de afgelopen maanden had Francisco de Sousa Coutinho, de Portugese ambassadeur in de Republiek, deze zaak aanhangig gemaakt bij de Staten-Generaal (Prestage, The diplomatic relations of Portugal, p. 186-187, p. 190 en p. 193-195).
    9 - De advocaten van de Oostindische Compagnie waren bereid een schikking te treffen in ‘de Ceilonsche questie’; zie nos. 7122, 7123 en 7139.
    10 - Mr. Pieter de Groot, op 17 september 1644 benoemd tot advocaat ordinaris van de Oostindische Compagnie, ambieerde een bestuurlijke carrière.
    11 - Rijkskanselier Axel Oxenstierna schonk geen aandacht aan Grotius' aanbevelingen (nos. 7122 en 7138). Cornelis, Pieter en Dirk de Groot bleven verstoken van een Zweedse uitnodiging.
    12 - ‘Octobris’, verschrijving voor ‘Novembris’.