eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1583. 1631 februari 12. Aan J. Wtenbogaert1.

    Mijnheer,

    Ick danck uE. zeer dyenstelijck van de gestadige sorge over mijne saecken, waervan uE. twee brieven van den 10den, bij mij op gisteren ontfangen, overvloedige getuychenisse geven.

    UE. heeft zeer wel gedaen dye vrundt2 - dyen ick ten hoochsten geobligeert ben - bij Alphaeus3 te gebruycken om hem te desabuseren. Hoe ick verder in de saecke zye, hoe ick pernitieuser vinde yet te versoecken off te schrijven, om redenen onnoodich te verhaelen. Daerom oordeelt de vrundt wel, dat men sal moeten syen, off hij sal mogen lijden, dat sonder versoeck de steden mij herbergen ende verseeckeren, waertoe de heeren alhyer wel souden sijn geresolveert geweest, had Alphaeus haer niet gedeterreert. Bij dye van Delft heeft hij noch onlancx gelijcke tael gehouden. De heeren alhyer oordeelen, dat Alphaeus de occasie van mijne comste wil waernemen om de rechters en dye daer te (?) hangen, te verseeckeren ende alle ombrage te benemen. Dit valt mij swaer, consider[er]ende de getrouwe affectie, dye ick altijdt gedraegen heb tot zijnen dyenst. Wil hij, dat ick vertrecke, ick sal het eerstdaegs doen, maer niet na Vrancrijck. De vergadering af te wachten schijnt wel eenige reden te hebben, maer Alphaeus, blijvende bij zijne tael ende de steden siende hem gants niet dervend bestaend (sic) verliest men tijd, ende mijn huysvrouw met onse familie blijft in onseeckerheyt, 't welck haer nevens mijne absentie zeer zal verdryeten.

    De jongman van 12 jaeren te Genève, dye voor den palsgraeff4 heeft gepropheteert, is deselve pseudo-christus, daer ick uE. van had geschreven5. De Beemsche dochter6, dye nu in Polen, soo haere historie, dye te Genève gedruckt was bij haer prophetie, hyer mede is naegedruckt7, sullen alle verstandigen oordeelen,

    327

    dat het is een dochter, cui cerebrum turbatur vehementi suffocatione uteri. Bij dese twee propheten soude wel dyenen een boeck onlancx uytgegeven bij Causne8, ouderling van Charenton, op Daniel, daer hij, chimeerend na zijn welgevallen op Daniel ende de Apocalypsis voor vast stelt, dat de gereformeerde kercke alle prinsen van de werelt sal t'onderbringen ende alleen regieren. Credimus, an qui amant ipsi sibi omina fingunt? De jongman van Genève is te landewaert niet verre van Genève, om alleyncxkens vergeten te werden, 't welck de aenbidders wel comt.

    Vale met uE. huysvrouw9 ende vrunden.

    Den 12en Februarij 1631.

    Adres: A monsieur, Monsieur van Mede.

    In dorso schreef Wtenbogaert: Grotius 1632 (sic). Ra. 14 feb. (sic) Resp. 27 eiusdem.

    Van een pseudo-Christ.

    van een Beemsche dochter p ... phe

    van seecker boeck eens ouderlinghs tot Charenton.

    Notes



    1 - Hs. Bibl. Gem. Rotterdam, coll. Rem. Kerk, cat. v. hss. no. 1227 :1. Niet ondertek. Eigenh. oorspr. Gedrukt Rogge, Br. Wtenb. III:4, p. 35.
    2 - Niet geïdentificeerd.
    3 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    4 - Frederik V van de Palts, de Winterkoning.
    5 - Nl. in een verloren geraakte brief, waarop no. 1412 het antwoord is; zie laatstgenoemd schrijven op p. 74. Op brief no. 1402, p. 60 komt een dorsale aantekening betreffende de jongen uit Genève voor, kennelijk als pro memorie ten behoeve van de beantwoording van brief no. 1402. Deze beantwoording nu, waarop Grotius hier doelt, is - zoals gezegd - verloren gegaan. Men zie verder nos. 1416, p. 83; 1436, p. 114 en 1457, p. 137.
    6 - Zie no. 1380 postscriptum; zie ook no. 1416, p. 84.
    7 - Visions d'une fille Bohémienne, Genève 1629?; ik heb noch de oorspronkelijke uitgave noch de Parijse herdruk onder ogen kunnen krijgen.
    8 - Niet geïdentificeerd.
    9 - Maria Petit Pas.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]