eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2301. 1635 oktober 5. Aan N. van Reigersberch1.

    Minhere,

    De bryeven, dye wij crijgen, gaen door de handen van Manlius' volck2 ende zijn daerom zeer onderworpen ten minste van opgehouden te worden.

    Uwer E. van den XVII Sept.3 ontfingen wij gisteren; voortaen sal uE. de bryeven verde (?) aen S.r Olivier4 ofte aen de weduw van Leenput5 in 't Ysere Cruys connen bestellen.

    Wij hebben hyer tijdingen, dat den cardinael De La Valette6 zijnde Galas7 gevolcht dese te Worms, den anderen bij Mentz den Rijn zijnde gepasseert malcanderen tusschen den Rijn ende de Mosel zijn bejegent ende plaetse werdt bij de Franchoysen genaemt Hautremont. Hoe het afgeloopen is, weten wij nyet wel, maer 't is secker dat enige stucken geschuts op den vijant becomen aen den coning8 zijn gebracht, soo de Franchoysen seggen dertyen, dye oock uytspreyden, dat den vijant vyer duysent paerden van de arrièreguarde soude hebben verloren, doch nyet sonder verlyes van Fransche zijde, waervan de tijdingh mettertijdt naerder tot onse kennisse sal comen.

    De coning, dye ick meen, dat nu S.t Miel sal hebben becomen, heeft fraey volck bij hem, maer veel van den adel sonder soldye, dye 't nyet lang harde en connen; oock sal de wint ende andere incommoditeyten de Franchoysen allegader swaer vallen ende den hertogh van Lotharingen9 sal hem wel wachten om tot een slagh te comen.

    Waer den landgraeff10 is, weten wij nyet wel, maer de Franchoysen zyende, dat hij terugge is getrocken, verlaeten de sorgh van alle 't gunt over Rijn is ende soecken dat haer naest is te verseeckeren.

    Den mareschal de Chastillon11 is nae Picardye, buyten twijffel veel bequaemer

    261

    dan den hertogh van Chaune12 is, maer off hij volcx genoech sal hebben om wat goeds uyt te rechten ende off ... tijdt van het jaer soo verre verloopen zijnde sulcx toelaet, is een andere questie. Tenminste sal hij het handfechten van de Croaten connen beletten, 't welck men sagh rondom Amiens.

    De Valteline loopt weder peryckel door het groote volck, dat in Tirol vergadert, waervan een deel oock menen te gaen nae het Milanees over het gebyet van de heren van Venegië; dese als voorsichtige luyden sulcx noch toestaen noch beletten willen.

    Crequy13 zyen wij nyet, dat yet doet Terentius14 waerdigh. 't Schijnt Savoye15 sich excuseert, omdat hij in plaets van XXXm, dye belooft waeren, maar XIIm en hyet, ende den Spaignaerd en laet nyet nae de princen van Italiën aen zijne zijde ofte tot rust te bewegen, den paus16 selve op zijn vertreck nyet hebbende connen weygeren de hertogh van Parma17 te vermanen tot ophouding van de wapenen, hoewel hij een groot manifest18 heeft uytgegeven om te justificeren sijne verandering van de Spainsche protectie in de Fransche.

    De Grisons willen nyet toestaen, dat haere wapenen tegen Tirool werden gebruyckt als verplicht, door oude verbintenisse aen de besitters van Tirol.

    Van de paix wordt heymelijck gehandelt tot Weene ende door des paus nons19 t(ot) Bruyssel; men verwacht oock hyer tot dyen eynde den hertogh van Nyenburgh20. Vranckrijck is apparent vrij wat goedecoop te geven ende Lothringen op enige conditiën te laeten aen Franchoys21, den broeder van den hertogh Charles.

    't Verlyes van de twee eylanden Marguerite ende S.t Honorat doet apprehenderen afbreuck voor den handel van Levant, daer wel aen is gelegen. Nyeuwe impositiën op het volck te vinden wil nyet vallen, alsoo de seditiën, op verscheyde plaetsen ontsteecken, noch nyet en zijn in ruste. De monicken crijten oock zeer tegen de assistentie aen de ketters ende dye aen hooger boort zijn letten altijd meest op haerselve.

    Ick com tot uE. bryeff. De saecke van de zee sullen mijns oordeels nyet gerepareert werden, tenzij op electie van de gecommitteerde in de Admiraliteyt ende op haere comportementen beter werde gelet.

    Dye capiteyn Codde22, daer uE. van vermaent, weet ick nyet offt dye is, dewelcke tot Hamburgh heb gezyen.

    UE. sal uyt mijn broeder de Groot23 verstaen hebben de crone, dye ick gegeven heb om 't gelt, dat wij op het landt hebben, op te seggen. Weet uE. ons een

    262

    goede voorslagh te doen om 't gelt wel te beleggen, sullen 't selve garen verstaen, want de bryeven, daerin uE. van sulcx hadde vermaent, zijn nyet tot hande gecomen.

    Ick wilde wel, dat Jovinianus24 door Neeff25, als hij gecomen sal zijn, met hulp van Diocletianus26 ende anderen conde tewege brengen, dat hij, te weten Jovinianus, voor een tijdt bij Thucydides27 werde gesonden, terwijle anderen uyt hetselve collegie tot sulcx werden gebruyckt, can sulcx in hem nyet quaed gevonden werden. UE. can seggen, 't welck waer is, dat Thucydides garen daer yemant hadde, daermede hij mochte gaen in confidentie.

    De trefves van 26 jaeren28 sal uE. nu met alle de conditiën verstaen hebben. Deselve toont wel, dat de Sweden lust hebben het werck in Duytschlant te continueren. Den churfurst van Colen29 magh uyterlijck wat neutraliseren, maer hout buyten twijffel in zijn hart deselve parthye, dye den hertogh van Beyeren30.

    Nae dat ick uyt andere verstae soude ons volck meester en zijn van heel Brasyl, uytgenomen Salvadoire, wilde oock daervan wel de waerheyt weten.

    Manlius seyt alle de werelt, dat hij haest meent t'huys te gaen31.

    Wilt wederom mijne gebyedenisse doen aen mijnheer van der Myle32, Harencarspel33, Neck34 ende anderen. Ick bidde uE. om een eynde van Rotterdam, want soo de wegh van vrundschap nyet gelucken en wil, moet ick op andere wegen dencken ende nyet met mij te laeten spotten35. Recommandere oock 't senden van mijne papieren ende boecken ende den sorgh van

    UE. dyenstwillige
    H. de Groot.

    Den Ven October 1635.

     

    Wij hebben alle weeck geschreven.

    Wilt ons broeder de Groot te beste helpen raden, nopende 't gelt, dat wij op Hollant hebben.

    In Vrancrijck willen de Franchoysen selff geen geld beleggen. Den coning tast aen, wat hem gelieft.

    Adres: Mijnheer Mijnheer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder De Groot, den 5 Octob. 1635 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., N 108. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 2277; tesamen met no. 2310 beantw. d. no. 2347.
    2 - Manlius is een schuilnaam voor Adriaen Reyniersz. Pauw, die na zijn zending met Johan de Knuyt naar Parijs nog steeds vergeefs op zijn terugroeping wachtte.
    3 - No. 2277.
    4 - Voor dit correspondentie-adres zie ook III, o.a. p. 32 n. 2.
    5 - Mij niet nader bekend.
    6 - Louis de Nogaret d'Epernon de La Valette.
    7 - Matthias, graaf Gallas, keizerlijk bevelhebber.
    8 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    9 - Karel IV.
    10 - Wilhelm V, landgraaf van Hessen-Kassel.
    11 - Gaspard de Coligny, graaf van Châtillon.
    12 - Honoré d'Albert, hertog van Chaulnes; zie over hem no. 2178, p. 79 n. 12.
    13 - Charles Créquy de Blanchefort de Canaples; zie over hem IV, p. 221 n. 1.
    14 - Codenaam voor Frankrijk.
    15 - Vittorio Amedeo, hertog van Savoye.
    16 - Urbanus VIII.
    17 - Odoardo Farnese, hertog van Parma.
    18 - Zie Merc. Franç. XXI, p. 40.
    19 - Richard Paul Stravius was van begin 1634 tot 1642 pauselijk internuntius te Brussel. Wel werd op 4 augustus 1635 Lelio Falconieri, aartsbisschop van Thebe, in hoedanigheid van nuntius naar de Zuidelijke Nederlanden gezonden, doch daar de regering te Brussel hem niet wilde erkennen, keerde hij in 1637 onverrichter zake naar Italië terug. Tijdens de strubbelingen bleef Stravius de zaken van de nuntiatuur behartigen.
    20 - Paltsgraaf Wolfgang Wilhelm, hertog van Neuburg en Jülich-Berg.
    21 - François Nicolas, hertog van Lotharingen, kardinaal-bisschop van Toul.
    22 - Willem Codde van der Burgh; vgl. V no. 1917, p. 236 n. 1.
    23 - Willem de Groot.
    24 - Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch.
    25 - Voor deze schuilnaam voor Frederik Hendrik zie J. Fox, Hugo de Groot en de Gravin van Hohenlohe-Langenburg in Nederl. Archievenbl. 1962, p. 40.
    26 - Schuilnaam voor Cornelis van der Myle.
    27 - Schuilnaam voor de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    28 - Op 12 september te Stuhmsdorf tussen Zweden en Polen gesloten.
    29 - Ferdinand van Beieren; zie over hem IV, p. 300 n. 1.
    30 - Maximiliaan I, hertog en keurvorst van Beieren, broer van de hierboven genoemde Ferdinand.
    31 - Vgl. p. 260 n. 3.
    32 - Cornelis van der Myle.
    33 - Jacob Claesz. Harencarspel; zie over hem p. 224 n. 10.
    34 - Jacob Cornelisz. van Neck; zie III, p. 108 n. 15.
    35 - Grotius doelt op zijn pogingen zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]