Mijn Heer,
Van Alcmaer thuys commende vont ick de Staten van Hollant gescheyden, om binnen drie weecken wederom bijeen te commen. Ondertusschen sal ick de gelegentheyt waernemen Caesar2 te spreecken.
Voor Aristoteles3 vertreck is hem eenyge openynge van Alcaeus4 gedaen, doch in sulcken maniere, gelijck off dat waer geëvaneseert5 alleen om te hebben app[ro]batie. Onder de hant gaet men voort6 met apparentie van su[c]ces, kan men Bresil quieren7, Vindex8 contentement geven9. Numerianus10 ende die met hem gevoelen, hoewel het tractaet11 niet hebben goetgevonden12, staen daerop. Sed necessitas non habet legem.
Het huwelijck tusschen den conynck van Polen13 ende princesse van Bohemen14 heeft seer grote apparentie. Engelant schijnt wat vervremt van den keyser15, omdat den Pals wt alle tractaten wert geëxcipieert. Somyge meenen, beyde die occasiën dienen geamplecteert, de lasten van Pindarus16 vermindert ende Callimachus17 gecontinueert. Maer andere meenen, die fondamenten te swack ende onseecker sijn om veel op te bouwen.
313
De handelynge tusschen den heer rijckxcancelier18 ende hartoch van Saxen19 adviseert Bilderbeeck20, dat t'eenemael is gebroocken.
Het volck wt Spaengiën naer Brasil gesonden, dat de bewinthebbers geloven niet over de twee duisent sterck te wesen, hout men te weynych om yet te attenteren. D'opinie is, dat alleen gaen om de garnisoenen van de Bahy ende Rio de Genero te verstercken ende Albucquercke21 sooveel secours te doen, dat hij het fort, twelck hij schijnt op de naeste palen van de capitanie van Parnambouck voorhadde te leggen, mach bewaren, om meerder macht hiernaer te verwachten.
Beyde uEd. sonen22 hebben wij hier ontboden, den eenen om derrewaerts te senden, den oudsten om met hem mondelynge te beraetslagen, waertoe hij hem met ijver ende apparentie van voordeel sal connen appliceren. Op Brasil23 hadde Iovinianus24 gedacht, maer soo Catullus25 wert gestudeert, sal dat tevergeefs wesen.
Irenaeus26 vermaent mij oock dickwels, off uEd. niet en oordeelt, dat voor Iustino27 eenyge veranderynge is te wachten ende off Simonides28 wel sal volgen. Uwe Ed. gelieve daerop eens te letten ende bij alle occasiën Irenaeus doen weten hetgene Constans29 bij Gracchus30, Numerianus31 ende andere dienstych wesen mach.
Hoe Eusebius32 hem hout, lust mij wel te weten.
Dat ick geen brieven heb nevens die van den 19 Octob.33 bij de heer Pauw34 gesonden, ben ick verwondert. Schrijft toch dickwels ende van alles. Doet mijn gebiedenisse.
Desen 1 Nov. 1635.
Limburch is belegert, sonder apparentie van te connen werden gesecoureert.
Adres: Mevrouw [Me]vrouw De Groot tot Paris.
In dorso schreef Grotius: 1 Nov. 1635 N. Reig. Rec. 1 Dec.
In margine en onder aan de brief enige aantekeningen van Grotius' hand.