eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2311. 1635 oktober 12. Van N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    Een expressen van Calis gecommen, die mij brieven heeft gebracht van den XXVIII Sept., desen morgen gearriveert; soude garen nu op den middach wederom vertrecken ende, omdat ick niet garen sage, dat het dede sonder mijne brieven, soo sal uEd. verseeckeren van alle de vrienden goede gesontheyt.

    Dat van desen winter geen hope is tot het veroveren van het fort van Schenck2, hout men hier oock seecker. De forten in defensie sijnde sal het leger in garnisoen werden gebracht. Den viant, soo hij int velt blijft, sal seer consumeren, maer daer wtgaende sijn [de] opiniën, dat hij met de Duffel onder water settende wij daer niet connen logeren ende, eer de stromen leech werden, sal hij wederom maecken daerontrent te sijn.

    Dat den lantgrave3 met den keyser4 is verdragen, schrijft Bilderbeeck5, alleen maeckte hij swaricheyt sijn volck den conynck van Hungeren6 over te geven.

    De defaite van den cardinael de la Valette7 ende hartoch Barent8 wert wederom van Ceulen geconfirmeert; de ruyterye met de hooffden souden haer ontrent Mets hebben gesalveert, de infanterie wesen geslagen, al de bagagie met achtien stucken geschuts becommen.

    Men is noch besych bij de admiraliteyten om te cappiteynen, die hem lest tegens de Dunckerkers qualijck hebben gedragen9, het proces te maecken.

    In de Staten delibereert men vast, hoe men de lasten met het incommen sal esgaleren.

    Dat Serranus10 bij Vindex11 blijft heb ick uEd. voor desen geschreven12; dat hij sijn selven sal connen oyt herstellen, is geen apparentie.

    Hoe Constans' gesel13 met Gracchus14 is, wie sal dat seggen? Iovinianus15

    279

    kent Calaber16 te wel om yet van hem te verseeckeren. Dan wat kan het schaden met Sophocles17 de vrienschap te onderhouden? Irenaeus18 kan daertoe van Justinus19 materie crijgen.

    Van van der Linde20 heb ick hier niet gehoort; soo uEd. daer yet nader verneemt, laet het (m)ij mede weten.

    Ick bidde om mijn ordinaris gebiedenisse ende moet eyndigen.

    Desen 12 Octob. 1635.

    Adres: Mevrouw Mevrouw De Groot. Tot Paris.

    Op de adreszijde schreef Grotius: rec. 1 dec.

    En in dorso: 12 Oct. 1635 N. Reig.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., M 5 l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tesamen met nos. 2317, 2321 en 2335 beantw. d. no. 2383. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 212.
    2 - Betreffende Schenkenschans zie no. 2241, p. 175 n. 1.
    3 - Wilhelm V, landgraaf van Hessen-Kassel.
    4 - Ferdinand II.
    5 - Henrick van Bilderbeek, agent van de Staten te Keulen; zie III, p. 211 n. 8.
    6 - Ferdinand, zoon van Ferdinand II, die zijn vader later als Ferdinand III is opgevolgd.
    7 - Louis de Nogaret d'Epernon de La Valette.
    8 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    9 - Vgl. no. 2277, p. 223.
    10 - Schuilnaam voor Adriaen Reyniersz. Pauw; vgl. no. 2301, p. 260 n. 3.
    11 - Codenaam voor Frankrijk.
    12 - No. 2303, p. 264.
    13 - Grotius; Constans is een pseudoniem van Maria van Reigersberch.
    14 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    15 - Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch.
    16 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik; Grotius heeft er ‘Pr. v. Or.’ boven geschreven.
    17 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik; Grotius heeft erboven geschreven: Pr. v. Or.
    18 - Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch.
    19 - Pseudoniem van Grotius; hij heeft erboven geschreven: HdeG.
    20 - Grotius' brief van 28 september, waarin hij over deze Van der Linde geschreven zal hebben, is niet aanwezig; vgl. overigens no. 2275, p. 221 en n. 3 aldaar.