eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2546. 1636 april 10. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    Ick heb gisteren ende eergisteren ontfangen uE. brieven van den 10, 16, 19 Maert2. Bidde uE., dat immers de saecke van mijne papieren ende van Rotterdam3 magh werden afgedaen, off dat wij een andere resolutie nemen. In de communicatie van de advysen, vertrouw ick uE. voorsichticheit heel wel. Maer, gelijck uE. seit, de vrese voor Alceus4 doet alles ima(gi)neren. UE. can gemeene advysen senden door de wegh van mons.r Abbesteeg5, de impo(rtan)ter door Olivier6.

    't Is mij lief te verstaen, dat op het volmaecken van de Compagniën, de betaeling ende op de zee werdt gelet. Ick wenschte, dat ernstelijck gedacht wierd om een bequaem persoon bij de Bloemcool7 te laeten gaen ende wensche, dat het Ireneus8 waer, al waer het maer voor weinigh tijdt. Aelianus9 had garen Valerius'10 plaets. 't Senden van Aisma11 geeft hier ende sal apparentelijck oock bij Thucydides12 wat ombrage geven.

    Dat uE. Calaber13, Numerianus14, Fabius15 onderhout in goede genegent-

    78

    heit tot Iustinus16, is niet quaedt, hoewel tot noch toe geene effecten daervan sijn gevoelt. 't Sal mij lief sijn, dat d'heer Beveren17 wat goeds uitrecht ende sal garen helpen, soo ick can. Wat wij van den man, die nu te Venegiën18 [is], hebben te verwachten, sal ick garen van uE. verstaen. Wil oock wel weten, off de sin van het epigramma19 op den paus20 gemaect oock de geestelijcken aldaer wel smaect. Mutato nomine. Scis caetera.

    Van Brasyl ende Vrieslant sal garen al het vervolgh verstaen.

    Hertogh Bernhard21 doet hier instantie, ten einde Vindex22 iet aenrechte jegens Mustafa Basse23. Hij selff meent te gaen na de Mosel24, soude garen gelt hebben uit Vrancrijck, wel verseeckert door coopluiden, volck uit Duitschlant, Sweden, Groot Bretagne.

    Den cardinael Ginetti25 is nae Boulogne in Italië om de handeling van de paix daer te beginnen.

    Den viceroy van Napels26 armeert sterck te water ende te lande. Van Vrancrijck gaen oock eenige schepen nae de Middellandsche Zee, maer sie weinigh apparentie om de eilanden27 weder te becomen anders als door een generale vrede, waernae overal seer werdt verlangt ende de guazettes selve beginnen daervan te spreecken.

    Men adviseert ons, dat Warteman28 van den keiser29, Ognate30 van Spaignie gaen nae Engelant met verscheide voorslagen tot accommodatie van het stuck van den Pals. De Spaignaerden nae de laeste slagh bij haer gewonnen, hebben Vespole ingenomen, sijnde bij Fransoisen verlaeten ende den hertogh van Modena31 sterct hem tot Mozzano ende Rossena.

    De handeling van vrede meenen eenige dat uit Italië wel te Trente ofte Constans soude connen werden gebracht. Maer apparentelijck sal den staet van de Vereenigde Provinciën niet lijden, dat men verre van daer handelt, ende daerom meene ick, dat gedacht sal werden op een neutrale plaetse daerontrent.

    Vaert wel met alle de vrunden.

    Den 10 April 1636.

    79

    De raedsheeren, die uit het parlement waeren gesonden32, sijn weder gecomen. De officiën gaen op hooge prijs. Den coning33, sedert dat sijnen broeder34 Delbeen35 - daer den coning secreten dienst van trock - heeft wechgesonden, heeft een gouverneur36 uit sijnen naem gesonden tot Orléans.

     

    't Pacquet op Hamburg sal uE. connen geven aen mijnheer Camerarius37.

     

    Ick hoor soo daetelijck, dat Aelianus38 bedeckt daer is bij Aristoteles39 om hem daernae te openbaeren. Wilt hem onderhouden soo veel doenelijck ende 't gemeen best bevorderen.

    Alsoo een expresse afginck, heb ick uE. belast met de distributie van de brieven. Bidde de moeite te willen nemen.

     

    Wilt bescheit doen vorderen op den brief aen Machaut40.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in Den Hage.

    port.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den X April 1636 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam UB., coll. RK., R 1 l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op nos. 2505, 2511, 2516; beantw. d. no. 2562.
    2 - Resp. nos. 2505, 2511, 2516.
    3 - Dit betreft de pogingen door Grotius en namens hem ondernomen om zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    4 - Codewoord voor bestand.
    5 - Willem Abbesteegh, van 1628 tot 1638 ambassade-predikant te Parijs.
    6 - In de tekst in cijfer: 91.60.55.69.110.66. met de naam door Van Reigersberch erboven geschreven; Olivier wordt herhaaldelijk genoemd als correspondentie-adres.
    7 - Codewoord voor de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    8 - Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch.
    9 - Schuilnaam voor Petter Spiring Silvercrona.
    10 - Schuilnaam voor Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    11 - Foppe van Aitzema, resident van de Republiek te Hamburg; de naam staat in de tekst in cijfer: 100.200.49. met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    12 - Schuilnaam voor Axel Oxenstierna.
    13 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    14 - Codewoord voor Amsterdam.
    15 - Schuilnaam voor Simon van Beaumont, Grotius' opvolger in het ambt van pensionaris van Rotterdam.
    16 - Pseudoniem van Grotius.
    17 - Betreffende Cornelis van Beveren en diens missie naar Engeland zie VI no. 2277, p. 224 n. 3.
    18 - Willem van Liere. De woorden: ‘te Venegiën’ staan in de tekst in cijfer: 77.52. 93.33.62.72.9.71.52.15. met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    19 - Zie VI no 2465.
    20 - Urbanus VIII.
    21 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    22 - Codenaam voor Frankrijk.
    23 - Codenaam voor de Spaanse (=Zuidelijke) Nederlanden; Van Reigersberch heeft erboven geschreven: Nederlant onder Spainge.
    24 - De woorden ‘na de Mosel’ staan in de tekst in cijfer: 62.27. 12(=10).36(=33). 6(1).73.67.72.7. met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    25 - Martio, kardinaal Ginetti.
    26 - Manuel de Guzmán, graaf van Monterey.
    27 - Sainte Marguerite en Saint Honorat.
    28 - Mathias Werdemann von Sonderspühel.
    29 - Ferdinand II.
    30 - Iñigo Veléz de Guevara, graaf van Oñate y Villa Mediana.
    31 - Francesco d'Este.
    32 - Jean Laisné, Foucaut, Jean Jacques Barillon, Sevin en Le Febvre; zie VI no. 2434, p. 468 en nn. 16, 17, 18, 19 en 20.
    33 - Lodewijk XIII.
    34 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans.
    35 - Guy D'Elbène (Del Bene).
    36 - Hiertoe werd blijkens brieven van de koning aan Monsieur (Avenel, Lettres de Richelieu nos. CCXV en CCXVI - tome 5, resp. p. 436 en 437 -) Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, gebruikt.
    37 - Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    38 - Schuilnaam voor Petter Spiring Silvercrona, raad van financiën van Zweden.
    39 - Codenaam voor Holland.
    40 - Wellicht François de La Place, burggraaf van Machault; hij was in 1635 sergeant-majoor.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]