eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2869. 1636 december 5. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Wij sijn veele weecken sonder brieven geweest. UE. laeste bij mij ontfangen waeren van den XXIen October2. Ick denck zij alle tesamen overhoop sullen overcomen. Andere hebben over Engelant brieven gehadt.

    Ick sende uE. de brieven van Monsieur3 ende den graeff van Soissons4, dye uwe E. met mijnheer Spiering5 sal mogen communiceren, als oock de volgende tijdinge met oordeel. Ick heb daernae beter gevonden selff de noodigste tijdingen aen mijnheer Spierinck te schrijven om ombragie te ontgaen ende sijne Gestr. mijne saecken voor het gepasseerde ende toecomende recommanderen.

    Den coning6 laestmael, als hij eerst hoorde het vertreck van dye twee princen7, vraegde, off zij den cardinael8 omgebracht hadden, maer den cardinael

    554

    heeft daer ordre opgestelt, zijnde van Amiens te Ruelle gecomen met groote menichte van cavallerie ende infanterie wel beset. Men heeft door mons.r Batru9 des conincx broeder gepresenteert, dat hij mag nemen eenige van des conincx huysen hem best geleegen tot zijn wooninge: oock ten uyterste steden van asseurantie, doch te kennen gevende, dat het hem eerlijcker, voor het publyck beter sal zijn, dat hij met den coning een salve uytspreecke; off hij dit doen sal, staet te bezyen.

    Den graeff van Soissons is te Sedan, eenige zijn van advijs, hij nae Hollant behoort te gaen. Den cardinael considerende den generalen haet tegens zijne persoon gaet in dese occurrentie buyten zijne natuyre sacht. De moeder van den grafe (?)10 is nyet alleen bij den coning geweest, maer oock bij den cardinael ende bij Madame de Combales11, dewelcke, alsoo 't schijnt, de hoope van hooger huwelijck haer ontgaet, gedestineert werdt ten huwelijck aen den cardinael de la Valette12 met groote goeden ende gouvernementen.

    Tot dissolutie van het huwelijck van des conings broeder met de princesse Margarite13 seyt de paus14 noyt te sullen verstaen ende lyever het pauselijcke ampt te sullen quiteren.

    Wij verstaen den sargeant-majoor, dye te Corbye hadde gecommandeert15, t'Atrecht is geëxecuteert. Dat sal andere suspiciën van heymelijcke handelingen wechnemen. Evenwel wordt zeer gesproocken van een stilstant. Conde men eerst de Spaignaerden uyt Guienne doen vertrecken, waertoe twintich compaigniën te paerd, vyerduysent man te voet zijn gesonden, ende daerbij de eylanden16 uyt haere hand crijgen, alwaer men seyt, de Spaensche vloot bij de Fransche rondom beset te zijn, het waere veel.

    Galas17 was den XXvII (?) Nov. te Jossey bij de Saône. Vyerhondert ruyters in 't uytloop waeren hem afgeslagen bij Tubattel18. Sijn leger geëstimeert op XXXm man, onseecker, off het meest daerontrent blijft off over Rijn gaet. 't Fransche leger aldaer geëstimeert op XL (?)m schijnt te sullen verwinteren in het Barrois ende Champagne.

    Off hertogh Bernhard hier comt, is onseecker. Hij soude garen een tocht in Duytschlant doen. Tot Corbye, eer het aen de Spaignairden overging, hebben de monicken van S.t Benoist de Franchoysen niet willen absolveren nochte communiceren, ten waer zij de stadt overgaven, een goede vermaeninge voor alle staten om haer voor dat volck te wachten.

    't Gelt sal hyer voortaen quaelijck te vinden zijn ende de paix nyet wel connende getroffen werden sonder te spreecken van de veele poincten den cardi-

    555

    nael hinderlijck, als de restitutie van de coninginne-moeder19, te' (sic) huwelijck van Lorraine20 etc., schijnt dat het op een stilstant sal moeten aencomen.

    De nuntius21 heeft de cours van de brieven over Brabant becomen, maer, soo eenige seggen, voor hem alleen.

    De twee broeders22 van mijnheer den landgraeff23 zijn mij dese dagen wesen besoecken.

    Arondel24 blijft te Regensburch, naedat nu een Roomsch coning25 is gemaeckt.

    Den graeff van Licester26 - dewelcke men seyt hyer nyet lang en sal blijven - seyt nyet te weten, waerop de saecken loopen. Mij dunckt, dat d'Engelschen haer nu minder, als zij geseyt hebben, sullen contenteren.

    Ick heb gezyen de propositie van den Poolschen ambassadeur27 te Regensburgh zeer schots tegen Sweden. Eenige seggen hij des keysers dochter28 vrijt ende Silesië tot een huwelijckgifte. Ick en meene het niet.

    Veele personen werden hyer in de Bastille geset29. Des conincx afkericheyt van den graeff van Soissons heeft gebleecken, doordyn den coning in het leger veel commandementen heeft gesonden sonder hem dye te communiceren, naedat hij op zijn hoocheyt staende des cardinaels guarde voor de zijne niet en hadde willen laeten marcheren, 't welck den prins van Condé30 toelaet, ende, als den graeff uyt het leger bij den coning quam hoopende te mogen gaen nae sijn gouvernement, wierd hem sulcx geweygert, ende den coning lyet nyet hooch te verheffen de dyensten van den prins van Condé sonder van des graeffs dyensten yet te spreecken.

    Wye nae Colen gaet, is noch onseecker. 't Schijnt de paus niet garen en syet, dat anderen oock cardinalen senden, want op het exempel van den cardinael de Lyon31 schijnt, dat den keyser32 Pasman33 ende den coning van Spaignie34 Borgia35, dye quaelijck met de paus is, wilde senden.

    Van mons.r d'Avaux36 nevens Feuquière37 te senden werdt hyer wederom

    556

    gesproocken. Ick denck pater Joseph38, van welcke te senden over eenige dagen gesproocken was, lyever heeft hyer blijft.

    Veele personen suspect van communicatie met de twee gemiscontenteerde princen raecken in de Bastille.

    Wij verstaen hyer, dat Aysma39 is graeff gemaeckt bij den keyser ende de neutraliteyt tusschen 't rijck ende de heeren Staten vast staet, zijnde daerin zeer geassisteert bij den bisschop van Colen40.

    's Vijants volck, dat aen d'andere zijde van de Somme is, doet nyet. De soldaten tot op twee mijlen bij Parijs leven op den boer. Den coning heeft eenige ordre gestelt, wat men elck soldaet soude geven, maer de boeren moeten wel meer geven, ende daerenboven trecken de nieuwe landoverhyden, dye men etens vordert - rectius reprouvez -, groote sommen van de arme luyden, om haer vrij te houden van de soldaten, daer zij nyet minder en doen als dat.

    De predicanten van Charenton hebben onlancx de graeff van Suse41, dye gouverneur zijnde van Mompelgard aldaer is overleden, schriftelijck geraeden met de lutherschen aldaer - alsoo hem de tael bekent was - te communiceren, gelijck hij heeft gedaen.

    Den heer van Oosterwijck42 is noch hyer niet.

    Tot Parijs, den V December XVIcXXXVI.

     

    Wanneer yet sonderlingh te adviseren is, soude uE. dyenen een duplicata te senden over Engelant door hulp van eenige coopluyden.

    In margine schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 5 Decemb. 1636 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R 3 l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tesamen met o.m. no. 2839 beantw. d. no. 2898. Geciteerd Brandt-Cattenb., Leven II, p. 77.
    2 - Ontbreekt.
    3 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans, broer van Lodewijk XIII; zie voor de brieven no. 2868, p. 551 en n. 7 aldaar.
    4 - Louis de Bourbon, graaf van Soissons.
    5 - Petter Spiring Silvercrona, raad van financiën van Zweden in Duitsland.
    6 - Lodewijk XIII.
    7 - Monsieur en de graaf van Soissons.
    8 - De Richelieu.
    9 - Guillaume Bautru, graaf van Serrant.
    10 - Anne de Montafié.
    11 - Marie Madeleine de Vignerot, dame de Combalet, nicht van De Richelieu.
    12 - Louis de Nogaret d'Epernon de La Valette.
    13 - Men trachtte het huwelijk van Gaston met Margareta van Lotharingen ongeldig te doen verklaren; zie Merc. Franç. XX, p. 849 vv. en p. 989 vv.
    14 - Urbanus VIII.
    15 - George de Brimeu.
    16 - Ste. Marguerite en St. Honorat.
    17 - Matthias, graaf Gallas, generaal-majoor in dienst van Ferdinand II.
    18 - Johann Christoph Taupadell, officier in het leger van hertog Bernhard van Saksen-Weimar.
    19 - Maria de Medici; zij verbleef in de Zuidelijke Nederlanden.
    20 - Vgl. p. 554 n. 5.
    21 - Giorgio Bolognetti.
    22 - Christian en Ernst; zie no. 2864, p. 547 n. 6.
    23 - Wilhelm V, landgraaf van Hessen-Kassel.
    24 - Thomas Howard, graaf van Arundel; zie over hem V, p. 318 n. 12.
    25 - Eerst op 30 december werd Ferdinand, zoon van Ferdinand II, tot Rooms koning gekroond.
    26 - De extra-ordinarius Engelse gezant in Parijs, Robert Sidney, graaf van Leicester.
    27 - Jerzy Ossolinsky.
    28 - Cecilia Renata, dochter van Ferdinand II, huwde in 1637 met de Poolse koning Wladislas VII (IV).
    29 - Vgl. no. 2868, p. 552 n. 2.
    30 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    31 - Alphonse Louis du Plessis de Richelieu, kardinaal-aartsbisschop van Lyon, oudste broer van de eerste minister.
    32 - Ferdinand II.
    33 - Petrus, kardinaal Pázmány, kardinaal-aartsbisschop van Gran in Hongarije; zie no. 2872, p. 559 n. 2.
    34 - Philips IV.
    35 - Gaspard, kardinaal Borja y Velasco.
    36 - Claude de Mesmes, graaf van Avaux.
    37 - Manasse de Pas, markies van Feuquières.
    38 - François Leclerc du Tremblay, de capucijner monnik, bekend als gunsteling van De Richelieu.
    39 - Foppe van Aitzema; vgl. no. 2868, p. 552 en n. 10 aldaar.
    40 - Ferdinand van Beieren, aartsbisschop-keurvorst van Keulen.
    41 - Louis de Champagne, graaf van La Suse, gouverneur van Montbéliard; hij overleed in 1636 kort na zijn benoeming tot luitenant-generaal.
    42 - De nieuw benoemde Staatse gezant in Parijs, Willem van Liere, heer van Oosterwijk.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]