eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4480. 1640 januari 20. Van P. Pels1.

    Mijnheer,

    U Ex.cie en kan ick niet nieuws van hier schrijven.

    Tot Toren, daer de Preuysse stenden bijeen sijn, hebben tot daer toe over de cessiën gedisputteert. Schijnt dat se dat punct overkommen sijn en sooveel de saacke van Dansick aengaet, met haeren coning2 is te prosumeeren3 op dese bijeencompste niet verricht sall worden. Een gequalificeert persoon4 schrijft in den somer groote veranderingen te sullen sien. De Spiringen5 waeren van der commissariën6 tot Toren ontboden uyt het vorstenduim dat tot Mariënweerder. Eenen kayserlijcken ambassadeur7 was aenkommen, gaet

    34

    naer den churvorst van Brandeborgh8. Een vornem Sweets officier uyt de armee van Bannier9 saude volgen. Den prosumcie is op raeminge van vredensarticulen ten principaele op Pommeren aengesien. Lunneborgh10 saude volkommen den Sweetse partij weder aengenommen hebben.

    Wat resolucie op den Sweetsen dagh sall genommen worden, leert den tijt.

    Den coning van Polen heft eenen commissarius11 naer Constantinopoli gesonden ome te ondersoucken den toestandt van dat hoff, alsoo men vor invall is vreesende. Mij sall seer verlangen, wat den palatin van Smolensko12 sall obtineeren int relaxeeren van prins Casamir13 en hoe het met den palatin14 affloopen sall. Dit leste verbitten veele Deuytse gemoederen.

    Ick recommandeere mij in u Ex.ce goede gracie en blijve, mijnheer,

    u Ex.cie diener
    Paulus Pels.

    10/20 Jan.rio 1640, Dansick.

    Adres (met andere hand): Son Excell.z monsieur Hugo de Groot, ambassadeur ordinaire de sa Mayesté e coroune de Suède à Paris.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 21 Febr.

    En in dorso: 20 Ian. 1640. Pels.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 16. Eigenh. oorspr. Paulus Pels was Staats agent in Danzig. Zijn zoon is in de jaren 1638-1641 Grotius' secretaris geweest.
    2 - Wladislas IV (VII).
    3 - In het handschrift is ‘is te prosumeeren’ herhaald.
    4 - Niet geïdentificeerd.
    5 - Abraham, Arend, Dirck en Isaac Spiring; zie dl. IX, p. 108 n. 2.
    6 - Jerzy Ossolinski en Gaspar von Dönhof.
    7 - Niet geïdentificeerd.
    8 - Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg.
    9 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    10 - Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg.
    11 - Adalbert (Wojciech) Miaśtkowski.
    12 - Christophe Corvinus Gasziewski.
    13 - Jan II Kazimierz.
    14 - Karl Ludwig van de Palts.