eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4680. 1640 juni 7. Van P. Spiring Silvercrona1.

    Mijnheer,

    U Excellentz hooch aengenaeme comunicatie voor dewelcke ick mij hoochelijcken

    314

    bedancke is mij wederom wel ter handt gestooten. Dat ick u Excellentz verleeden maendach niet geschreven, is eensdeels d'oorsaecke dat van huys hebbe geweest, anderendeels wegens mancquement schrijffwurdiger materiën. Maer synd en maendach heeft het sich alsoo gepresenteert, dat de materiën in hier bijgaenden copyen2 uyt Poomern ende Hamburch van meerder importantie seer lieffelijck ende aengenaem te hooren sijn, alsoo dat niet hebb willen voorbijgaen u Excellentz deselve gedienstich te comuniceeren.

    Godt almachtich verleene sijner Excellentz Bannier3 in sijnen tegenwoordigen hoochwittigen desseynen alls geluck ende voorspoet, in welckers protectie ick u Excellentz ben bevelende, verblijvende ondertuschen

    u Excellentz dienst- ende vruntwilligen
    Petter Spieringc van Norshollem.

    's-Gravenhaag, 7 Juny 1640.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 21.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13. Orig. eigenh. ondertek. Petter Spiring Silvercrona was resident en raad van financiën van Zweden in Den Haag.
    2 - Ontbreekt.
    3 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.