Mijnheere,
Naerdien ick u Excell.tz hoochaengenaeme comunicatie van den 23 passato2 wederom wel ontfangen, daervoor ick mij hoochlijcken te bedancken hebbe, is wederom weynich schrijffwurdiges bij mij voorgevallen ende geschiet dit alleen tot couverto van hier ingeslootenen3, die mij gisteren van Hamburch voor u Excell.tz is behandicht. Ingevallen
369
der yet occureren mochte, dat schrijvenswaerdich, sal niet mancqueren u Ex.tz sulx te comuniceeren.Ondertuschen ben u Excell.tz ick in de protectie des allmogenden trouwlijcken bevelende, ende verblijve
u Excell.tz dienst- ende vruntwilligen
Petter Spieringc van Norshollem.
's-Gravenhaag, 2 Julii 1640.
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 10 Iulii.