Ceulen den 10: 8bris 1640.
Dat vangen ende spannen hier te lande neempt hoe langer hoe meer toe. Men twijffelt, off het all Hessische partijen sijn ende off daer niet wat moescopperije onder schuylt, mits de meeste part der gevangenen niet in 't garnisoen gebracht, maer op verscher daet geransioneert werden. Deser stadt ingeseetenen, soo geestelijck als wereltlijck, werden oock in 't minste niet verschoont. Veele sijnder allreets wechgeraect, eene proceduyre die de magistraet - als hebbende sich noyt in 't particulier tegens de waepenen van Hessen gepartialiseert - al wat vreemd voorcompt niet weetende, waermede sulcke hostiliteyt, die nu tegens hun geoeffent werdt, gedimitteert te hebben. Ick vermeende, dat men aen s.v.G.2
718
ofte tenminsten aen haeren gouverneur tot Calcar3 schrijvende daerover claegen werden.In 't stift van Ceulen spreeckt men van volck aen te nemen, de huysluyden te waepenen ende op alle passagiën te leggen. Over Bremen sal men apparentlijck voor de receptie van desen vernoomen hebben, hoe Picolomini4 door sijne diligente marche den generael Bannier5 tot Hoexster geprevenieerd ende deselve stadt, naerdat hij twee vergeeffse stormen daerop gedaen ende daer 700 mannen ende twee overstluytenants verlooren met accort verovert, maer niet geholden hebbende, die daer binnen sich moeten onder stellen. Nu was hij doende om sijn volck te sien over de Weser te brengen; hetwelck swaerlijck bij dese coniuncture, daer de generael Bannier met sijne armee op d'ander zijde van de riviere ligt ende op alle advenuen sich verschantst, sal int werck te rechten sijn; indien hem sulcx failliert, sal sijne armee van gebreck van vivres te lijden hebben.
Uyt Regensporch schrijft men van den derden deses, dat men noch den eersten point onder handen hadde ende wierd dat werck soo ernstelijck gedreven ende alle middelen daertoe dienende soo nau overwoogen, dat de gansche werelt sal erkennen moeten dat d'keyserlijcke May.t ende de standen des rijcx onschuldich zijn, dat geen vreede gemaect wert. Aen den hertoch van Lunenborch6 ende aende de stadt van Straesburg, soo die sijn uytgeslooten geweest, sal men nu oock paspoorten geeven. De gesanten van Dennem.7 gaen niet mede te raede, dewijle sij wat dispute met den anderen vanwegen de sessie hebben.
Boven aan schreef Grotius: Rec. 24 Oct.