eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4895. 1640 oktober 25. Van P. Pels1.

    Mijnheer,

    U Ex.cie en hebbe in een maent niet geschreven. D'oorsaacke daervan is de wijnige matterie, ten principaele mijne indisposicie over eene quetsure an de handt, daerenboven

    582

    mijnen schrijver2 naer Sweden, die ick verwachtte en naer den inhaut sijnder brieven sijnen last tot mijn contentement geëffectueert.

    In matterie van staet was met de Hollandse ambassad.rs3, hebbe soo secretelijck gebesogneert, dat geene secretaryssen kennisse van saacken hebben; waeren vertrocken en tot Wismer aenkommen. De magistraet van Elbing is hier oock aenkommen en roemen haer volkommen betaelinge en contentement ontfangen te hebben en dat men wijnigh staet maackt over de refuge van de coniginne4.

    Uyt Polen en hebben wij niet alleen uyt Wollima, dat den grooten soldaet Galga, genoempt van Tartarijen5, nogh dit jaer drijgt eenen roff in Polen te doen, daer sij seer vor vreesen. Sij begeeren die jarlijckse contribucie bestaende in veele dusenden pelsen.

    Den coning van Polen, chur Brandeborgh, prins Casamir, den gen.ll Aernem, colonell Midslaff6 sijn op de Littause frontieren op de jacht bijeen geweest, secrette conferencie gehauden.

    Daer wort wat van importancie gebrauwen, naer alle aparencie onder het commando van den oversten Cracauw7 tot diversie van de Deuytse orlogh yet op Pommeren te tenteren.

    Men spreckt van eenen anderen rijxdagh in februario tot Warschaw.

    Hier is eene questie tuschen 2 France officieren gevallen, daermede dat uytbreckt, hoe dat vor 2 jaeren dor correspondencie van des kayserlijcken resident8 tot Weenen aenslaegen gemackt sijn ome dor surprinse de vestung ter Munde vor Dansick te incorporeren, maer niet konnen effectueren sulcken interprinsen, sauden den gantsen staet van Deuytslandt, Sweden en Holland doen omesien. Godt loff dat sulckx uytbarst.

    Ick blijve, mijnheer,

    u Ex.cie dw. dien.
    P. Pels.

    15/25 Octob.r 1640, Dansick.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 28 Nov.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 16. Eigehh. oorspr. Paulus Pels was Staats agent in Danzig. Zijn zoon Pieter was in de jaren 1638-1641 Grotius' secretaris.
    2 - Niet geïdentificeerd.
    3 - Willem Boreel, Albert Sonck en Epo van Aylva.
    4 - Maria Eleonora van Brandenburg, weduwe van Gustav II Adolf. Na haar heimelijk vertrek naar Denemarken gingen er geruchten over een huwelijk met Christiaan IV.
    5 - Islam-Ghiraï, broer van de khan Behadir-Ghiraï. ‘Kalga’ (Turks) is de titel van de troonopvolger in het khanaat van de Krim-tartaren.
    6 - Resp. Wladislas IV (VII), Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg, Jan II Kazimierz, Hans Georg vort Arnim-Boytzenburg en Joachim von Mitzlaff.
    7 - Joachim Ernst von Krackow, overste in keizerlijke dienst.
    8 - Niet geïdentificeerd.