Ceulen den 24 8bris 1640.
Dat de keysersche niet over de Weeser gegaen ende terugge gecoomen, causeert bij haere adherenten hoe langer hoe meerder alteratie vreesende, dat eyndelijck gants niets goets daeruyt worden sal, dan dat volck seer verloopt ende affgemaet is hebbende van alles groot gebreck, in specie van kouschen ende schoenen. Alhier is een goed deel daervan opgecocht ende naer de armeën, die in de stichten Paterborn ende Ceulen verdeelt liggen, gesonden werden.
Eertshertoch Leopold ende Picolomini2 hebben haer quartier tot Buren twee mijlen van der Lipstadt, Haetsfeld ende Merci3 tot Saltskotten oock 2 mijlen vandaer. Men hoort noch niet vertrecken de commissaris.
Generael Bannier4 coopt tot Munster op wat hij tot nootdruft van d'armee becoomen can; desgelijcken soude alhier oock wel geschieden, waerder meerder provisie van geldt. Die van Lipstadt loopen daegelijcks met parthyen sterck uyt, hadden binnen 8 daegen tijts 200 gesaedelde peerden nevens veele gevangenen ingebracht, oock veele soo naect ende bloodt uyt commiseratie laeten loopen. Tot ...5 bevind sich tegenwoordich eenen ambassadeur van den eertshertoch Leopold, een jonck cavallier, den grave van Kewenhüller6, om wie men mij daervan schrijft te complimenteren ende t'excuseren d'inlegeringe van dat
722
keyserlijcke volck op haerer churf. Doorl.7 landen geensints Rijns; men vreest dat sij oock op dese zijde coomen sullen. Indien de Ho. Mo. heeren Staeten-Generael deur haere interpositie bij de Hessen niet en procureerden, dat zij Calcar wederom verlieten ende de riviere wederom passeerden, dan onder couleur van Calcar te belegeren, mochten sij wel in dese Gulyckse ende benaebuyrte landen het winterquartier neemen. Het staet daerop, dat sijne voorstelijcke Doorluchticheit eertshertoch Leopold alhier op Ceulen coomen ende voor een tijt lang als domheer resideren werde.Tot Regensporch was men daegelijcx don Francisco di Melo8 als des con. van Spagniën extraord. ambassadeur verwachtende sijnde den 7. deses te post van Naples vertrocken niet hebbende durven te waeter gaen uyt vreese van de Fransche armade. Men adviseert, dat den keyser nu eens de passeporten ofte salvos conductos voor Vranckr(ijck) ende Sweden alsoock derselver geallieerde tot de vreedenshandelinge ingewillicht heeft. Men wil oock seggen voor die noch niet gereconcilieerde int Roomsche Rijck.
Den 19. deses is daerop de Lunenborgische affgesante doctor Lampadius9 op Regenspurch vertrecken. Voor de Hessische gesanten soude oock de passeport gedepescheert sijn, 'twelck alles nieuwe hoope tot den vreede, dat denselven haest volgen werden, bij veelen daerboven in Duytslandt maeckt.