eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4922. 1640 november 10. Aan J. van den Vondel1.

    Mijn Heer,

    Ick heb met verwondering gelesen gehadt uwer E. tragoedie van Sauls kinderen2,

    610

    waerin ick niet wel en can seggen, wat mij meest heeft behaegt, de conincklijcke invallen ende leringen of de levendige uitdrucking van de beweging of de rechmaeticheit in yder persoon het sijne te geven of de hebreusche manieren tot een stip naegevolgt of't seer wel geordende vervolg van het werck. Mij dunckt oock niet, dat het beginsel van dese tragoedie iet behoeft te wijcken aen een gelijck beginsel van Oedipus den coninck bij Sophocles3 ofte den vloeck van Armoni4 aen die van Dido bij Virgilius5, van Hypsipyle bij Ovidius6 off van Oedipus bij Papinius7. Ick bidde uE. dickmaels sulcke stucken bij de handt te nemen, sonder het groote stuck van den groote Constantijn te vergeten8. Ick blijve borge, dat hetselve hooch aengenaem sal sijn aen allen, die des verstaen ende bidde uE. de afwesende vrinden te willen gedencken.

    UE. gantsch dienstbereide
    H. de Groot.

    Tot Parijs, den 10 Novembr. 1640.

    In margine van de copie Rotterdam met andere (latere) hand: Edita haec est in Vita Grotii a Cattenburghio.

    Notes



    1 - Copie Amsterdam, UB., RK., III H3, mogelijk van de hand van Caspar Brandt (1653-1696), remonstrants predikant en eerste auteur van Brandt-Cattenburgh, Leven... Huig de Groot. Copie Rotterdam, Gem. Bibl., coll. Rem. Kerk, cat. v. hss. no. 674. Niet ondertek. Gedrukt G. Brandt, Leven van Vondel, p. 47; Verwijs-Hoeksma, G. Brandts Leven van Vondel (19052), p. 73; P. Leendertz jr., Leven van Vondel door G. Brandt, p. 37; Brandt-Cattenb., Leven II, p. 240; J. van Lennep, Werken van Vondel III, p. 715; Van Lennep-Unger, Werken van Vondel VIII, p. 4; J.F.M. Sterck, Vondelbrieven, p. 98.
    2 - J.V. Vondels Gebroeders. Trevrspel. t'Amsterdam, by Dominicus vander Stichel. Voor Abraham de Wees, Boeckverkooper op den Middel-Dam, in 't Nieuwe Testament. Anno 1640. Dit toneelstuk was opgedragen aan Gerardus Johannes Vossius, in een dedicatiebrief dd. 29 november 1639. Vondel schreef Grotius op 9 september 1639 het stuk 'ten halven voldaen' te hebben (dl. X, p. 582). De eerste opvoering vond plaats op 8 april 1641.
    3 - De overeenkomst tussen beide tragedies is gelegen in een gelijksoortige aanvang. Zowel bij David als bij Oedipus wordt het land geteisterd door een plaag (resp. droogte en pest), waarvan het land blijkens een orakelspreuk alleen kan worden verlost door een zekere handeling van de koning. In later jaren werd de Oedipus Tyrannus door Vondel vertaald als J.V. Vondels Koning Edipus Uit Sofokles. Treurspel. t'Amsterdam, Voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam. Anno M.DC.LX.
    4 - Vondels Gebroeders vs. 1613-1652, waarin Armoni, zoon van Saul, David vervloekt.
    5 - Vergilius, Aen. IV, 607-629.
    6 - Ovidius, Her. VI, 151-164, waarin Hypsipyle, nadat zij door Jason is verlaten, Medea vervloekt.
    7 - Statius, Theb. I, 56-87, waarin Oedipus zijn beide zonen vervloekt.
    8 - Zijn epos over Constantijn I de Grote (± 285-337), in 1632 begonnen, heeft Vondel onvoltooid gelaten en grotendeels vernietigd.