eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4928. 1640 november 15. Van P. Pels1.

    Mijn heer,

    U Ex.cie hebbe vor 8 daegen lest geschreven2. Daer en is geene veranderinge als alleen dat dor bevell van den grooten heer3 de Tartaren sijn in Moscoviën gevallen en, soo men bericht, grooten schade sauden gedaen hebben.

    617

    De grave van Lesni4, sohne van den verstorven palatin Belski5, heft hem van de gereformeerde religie tot het pausdom geslagen tot groote incommoditeyt van veel Bohemse en Oostenrijckse exulanten, die onder sijne proteccie woohnen.

    Daermede blijve, mijn heer,

    u Ex.cie willige diener
    Paulus Pels.

    Dantsick, 15 9br. S.N. 1640.

    Adres: Sijn Ex.cie mijn heer Hugo de Groot, ordinarie ambass. van S.K.M. en croon Sweden, tot Paris.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 20 Dec.

    En in dorso: 15 Nov. 1640. Pels.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 16. Orig. Eigenh. ondertek. Paulus Pels was Staats agent in Danzig. Zijn zoon Pieter was in de jaren 1638-1641 Grotius' secretaris.
    2 - No. 4915.
    3 - Ibrahim, sultan der Ottomanen.
    4 - Boguslaus Leszczynski, graaf van Lesno, opperschutmeester. Mogelijk is de in dl. V, p. 342 genoemde ‘comes de Lesno’ dezelfde.
    5 - Rafael Leszczynski, woywode van Bels († 1636); hij had een groot aantal uit Silezië gevluchte lutheranen opgenomen.