Mijnheere,
Tsedert jongst is mij eenen brieff bij seeckere hooge ende publycque persoone in Regensborch geschreven gecommuniceert worden, daerin ick naervolgende poincten geobserveert hebbe.
Voor eerst, dat de saecke van de heere cheurf. paltsgrave2 op seer goeden voet stonde, ende dat men sich verwonderde, dat niemant daer was, die deselve voort dreeff ende daer in negotieerde, dan d'hertoch van Beyeren3 niet alsoo inde particuliere tractaten geconsenteert hadde, maer wenschte oock, dat die met den eersten mochte voorgenomen ende bij sijn leven affgedaen worden. De keyser was daermede oock eens ende hadde desgelijcx bij den coninck van Spangiën te vercrijgen op sich genomen. Dat cheurf. collegium wilde sich der interpositie neffens den coninck van Denemarcken ondernemen, 'twelck dan oock soo wel der keyserlijcke May.t als den hertoch van Beyeren behaechde, ende was men nu in deliberatie van de plaetse ende tijt, waer ende wanneer de handelinge soude geholden worden. Franckfort op den Meyn, Nürnburch ende Prague sijn wel voorgeslagen, maer de cheurf. gesanten bearbeyden sich sterck, die op Nürnburch te trecken. Als men sich hier over sal vergeleken hebben, soo sal den coninck van Denemarcken sulcx, namentlijck de plaetse ende den dach, aen alle hooge geïnteresseerde des cheurf. huys Palts ende den keyser aen de resterende intimeren.
In de Gulycksche saecke heeft sich dat cheurf. collegium alreets tot Nürnburch ondernomen, om deselve strijdicheyt in der goede bij te leggen ende te accommoderen; de cheurf. van Saxen ende Brandenburch4 hebben bij geschrifte verclaert, dat zij daermede tevreden waren, maer niet alsoo de paltsgrave van Nieuborch5, als die noyt aen dat cheurf. collegium eenige antwoorde daerop gegeven.
Sooveel de tractatie eens algemenen vredens betreffen dede, aen het succes vandien behoorde men niet meer te twijffelen, aengesien de passepoorten vanden keyser in ge-
726
prescribeerde forme gedepescheert waren, ende die vanwegen den coninck in Spangiën voor de heeren Staten der Vereenichde Nederlanden voor seecker volgen sullen.Aemeneberch is van de keysersche belegert ende, wie den roep alhier gaet, per accort ingenomen. Fridberch wiert noch gedreygt, als oock Braunsfelt, interim is de colonnel Rosa6 wederom met eene camisade opgetrocken, ende heeft 500 Croaten onder den oversten Corpus7, die selffs daerover dootlijck gequetst is, geslagen.
De veltmarschalck Hatsvelt8 vernemende dat men boven de 24 regimenten, [die] in dese Westphalischen Rhijnschen Creyts overwinteren sullen, noch ses daer toe volgen wil, is voorgisteren in persoone tot de ertshertoch Leopoldt9 geposteert, om sulcx te sien aff te caetsen; heeft oock aen alle Gulycksche steden ende ampten geschreven dat men de trouppen van Lamboy10 niet aennemen, veel min met logementen accommoderen sal als zijnde tegens harer keyserlijcke Ma.ts ordonnantie.
Uit Ceulen den 17 November 1640.