eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    Bijlage no. 28 Bij no. 4955
    Bijvoegsel bij een brief van P. Spiring Silvercrona dd. 3 december (?)1.

    Mijnheere,

    De colonnel Rosa2 is weder achter de keysersche geweest hebbende den XVIIen deses den generael-majoor Breda3 met 2000 peerden geslaegen. Piccolomini4 maeckte dat verlies seer cleyn seggende, datter niet veel over 200 peerden souden gebleven sijn, maer regretteert seer den doot van den voorsz. generael-majoor ende naer zijn schrijvens soude sich dese rengcontre op naervolgende manieren toegedragen hebben. Hij, Picolomini, vernemende, dat de colonnel Rosa sich niet verre van Ziegenheim met zijne trouppen verhielt, heeft Breda met 2000 ruyters om te recongniosceren derrewaerts gesonden met expressen last niet te avantureren, maer hem van alles t'adviseren en daerentusschen hem in de stilde houden, totdat hij hem secours soude gesonden hebben, 'twelck Picolomini dan oock op ontfangene advertentie gedaen heeft, hem tot renfort sendende den generael Mercy5 met 1000 peerden ende 2000 musquettiers. Maer eer dese tot Breda gestooten waren, hadde Rosa van des vijants desseinx contschap gecregen hebbende sich met dat wyt Ziegenheym ende Cassel hem toegecomene volck zijne marche r[e]cht toe op Breda genoomen, maer sich alleen met weynich volcx voor dat dorp, daer hij in lach, gepresenteert hebbende d'andere in embuscade geleght; als nu Breda op hem wilde chargeren heeft hij sich alleen... ende scharmutserende geretireert, totdat die verborgen lagen oock ten voorschijn quaemen ende eene stercke charge deden. In dewelcke datelijck de voorsz. generael-majoor doot bleeff. Andere melden oock van eenen oversten ende wachtmeesters, 6 rytmeesters soo deels doot deels gevangen souden zijn6.

    727

    Die van Franckfort melden, dat de keysersche wel 1500 peerden souden verlooren hebben. Off wel noch geene ordonnantiën van den keyser vanwegen der winterquartieren comen, soo en laet Piccolomini daerom niet naer Franckenlandt te marcheren hebbende den heere van Geleen7 met ettelijcke trouppen achtergelaeten, die men meent Fridberch noch belegeren werde.

    Tot Regensborch wert aen des keysers zijde de contributie sterck geurgeert al ist, dat men haerer k. Ma.t impossibiliteyt geremonstreert heeft.

    Van de veltmarschalk Haetsvelt8 ende van zijne trouppen heeft men gants geene tijdinge. Men meent, dat dat volck bij dit regenachtich weer qualijck sal commen deur dat geberchte comen. Interim hebben de Hessische int landt van Berge de stadt Raets voor den Wale geoccuppeert ende sterck beset; Terborch hebben zij desgelijck versocht, maer niet vuytgericht, alsoo Nieuborchsche soldaten daer in waeren. Zij sullen soucken dat gantse landt onder contributie te brengen.

    Vuyt Ceulen, den 24 November 1640.

    Boven aan de brief staat: Bilderbeeck van 24 November 1640.

     

    Uyt dito Ceulen, den 28 November 1640.

    Bij mijne voorgaende is geadviseert, wat ick van dat slaen tuschen den colonnel Rosa ende generael Breda vernomen, oock wat Picolomini daervan geschreven. Zedert is mij copye van des voorsr. Rosa aen den generael gedaene schrijvens toegecomen, daeruyt te sien is, dat het met dese rencontre all wat scherper als de voorsr. Picolomini vermelt, is affgeloopen, sijnde de keyserlijcke troeppen bestaende in 24 esquadrons als courassiers, harquebusiers, ende dragons soo de uytgeleeste ende de best gemonteerde van de gansche armee geweest, teneenmael geruyneert ende tot op 't hooft geslaegen, ook naervolgende officiers ende in de 500 gemeyne ruytters gevangen becoomen worden ende oock bijcans soo veel op de plaetse doot gebleeven. De rest heeft sich met de vlucht tot in de keyserlijcke armee gesalveert, dat doode lichaem van den voorsr. Breda Zigenhaim neffens de gevangen officiers gebracht als:

    den oversten leutenant Johan Hildebrant Roump van de collonel Spiegel;
    den oversten wachtmeester Nicolas Belli vant out Ramalise regiment;
    den rittmeester Bouroani van graeff Broy;
    den rittmeester Pitsberch van den oversten Spiegel;
    den rittmeester Ballie van Jan de Waert;
    den rittmeester Gerheimstein van den oversten Leeuwensteijn;
    den rittmeester Fabri van den oversten Gobing;
    den rittmeester Carel van Weyen van den oversten Gonzaga gequetst;
    den rittmeester van Weyen van den oversten Feduarii;
    den rittmeester George Breda van den oversten Breda;
    den rittmeester Willem van Loin van den generael Mercy;
    capiteyn Nicolaes van Belling van de Raublantse dragons;
    lieutenant Pieter Borch van Lamboy;
    lieutenant Francisco van den jongen Boucham;
    lieutenant Joost Boing van Spiegel;
    lieutenant Willem Rellem van graeff Gallas;
    cornet Rengert Leonhart van Druckmuller;
    cornet Frederich Bressel van Philip;
    cornet Forcas van Feduarii9.

    728

    Daerentegen hebben die van Ameneborch gelegene keyserlijcke trouppen datselve huys naer 13 daegen belegeringe, 3 daerop gedaene stormen ende wel 100 cannonaden met accort verovert ende die daerin onder den overste-lieutenant Vreden10 leggende 4 swaecke comp.s t'saemen niet over 200 mannen sterck met vliegende vendels, brandende lonten, saeck ende pacq affgetrocken ende op Zigenhaim convoyeren laeten. Nae alle apparentie sal het nu op Fridberch gelten, ten waere dat dese snelle coude sulcx verhinderde.

    De keyserlijcke armee wie ick uyt eenige brieven verstae gaet dat winterquartier in Swaven ende Franckenlandt neemen, de Beyersche in d'Over-Pals ende soude d'eertshertoch11 voor hebbens zijn tot Wirtsburch ende Picolomini tot Schwijnvoort te logeren, niettegenstaende sijne keyserlijcke May.t over dat subiect geene resolutie is genoomen worden, dat alsoo wellicht dese inquartieringe door conniventie ofte oochluyckinge van sijne keyserlijcke May.t toegelaeten werde.

    Notes



    1 - Copie Stockholm, RA. Gallica 10, Handl. tillh. Hugo Grotii beskickning 1639-1641. Orig.
    2 - Rheinhold von Rosen.
    3 - Hans Rudolph, vrijheer van Bredaw.
    4 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    5 - Franz, vrijheer van Mercy.
    6 - Zie het vervolg op dit schrijven, dd. 28 november.
    7 - Gottfried Huyn, graaf van Geleen.
    8 - Melchior von Hatzfeldt und Gleichen.
    9 - In de Gazette 1640 no. 156, p. 832 dd. 14 december bevindt zich een lijst met merendeels dezelfde namen.
    10 - Niet nader geïdentificeerd; Amöneburg was aanvankelijk in Hessische handen.
    11 - Aartshertog Leopold Wilhelm.