eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    436

    5305. 1641 augustus 3. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Op uEd. reize herrewaert zal dezelve dencken bij haere beste commoditeit.

    Ick zal garen hooren, wat discoursen daer vallen op de continuatie van den handel met Vrancrijck voor het toecomende jaer2 ende wat conditiën men meent van nieuws te bedingen. Te Staden3 meene ick mede dat de zaeck zal werden bijgelegt.

    Dat in Portugael gelt zoude zijn, noodigh tot zulcken oorlogh, can ick niet verstaen. De schepen uit Vrancrijck ende Hollant4 voor da(t) rijc(k) tarderen wat lang.

    De parlamenten van Engelant ende Schotlant schijnt dat malkander wel verstaen ende werdt gehoopt dat Schotlant nevens Engelant garen iet zal contribueren tot herstellinge van het Paltzische huis, 'twelck God geve. De autoriteit van het volck neemt daer zeer aen, buiten twijffel met groot verdriet van den coning, hoewel hij dissimuleert zooveel hij kan. De lange uitstel zal misschien de cholere tegen den eertsbisschop5 doen passeren. De dispute over het houden ofte afzetten van de bisschoppen hoore ick dat noch duirt tuschen de twee Camers.

    3 Augusti 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port. 8 s.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 Aug. 1641.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 21l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5306 antw. op no. 5291.
    2 - Het verdrag tussen Frankrijk en de Republiek werd verlengd op 8 maart 1642. Vgl. Du Mont, Corps Dipl. t. VI.I, p. 242vv.; Waddington, Républ. I, p. 338. Op 19 juli 1641 werd de Staatse ambassadeur te Parijs, Willem van Liere, heer van Oosterwijk, echter reeds geïnstrueerd een verhoging van de Franse subsidie te vragen; minuut ARA, SG no. 6766. En op 24 augustus deelde Grotius mee dat de Fransen een extraordinaris subsidie hadden toegekend; zie infra nos. 5331, 5333 en 5334.
    3 - Conferentie te Stade tussen Deense (no. 5259 n. 9) en Staatse (no. 5184 n. 8) onderhandelaars.
    4 - Een Franse vloot van 24 schepen onder bevel van Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, was eind juli 1641 uit La Rochelle vertrokken. Zie voor de Staatse militaire hulp aan Portugal no. 5079 n. 4.
    5 - William Laud, aartsbisschop van Canterbury.