eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5334. 1641 augustus 24. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    't Principaelste dat nu hier ommegaet, is de zaeck van Aire. Die van de stadt hebben vrouwen, kinderen ende alle wat tot den crijgh onnut is uitgejaecht, vresende voor den honger, die niet en can manqueren, soo het belegh lang duirt. Den cardinal-infant heeft daer twintichduizent man bij den anderen; vermeerdert ende verdubbelt de retrenchementen die de Fransoisen daer hadden gelaeten. Den hertogh van Guize is daerbij ende heeft het gebiet over Lamboi2 in qualiteit van marescal de camp vanwegen den keiser. Den hertogh van Elboeuf3 is daer mede. Den coning, die daerontrent met de willigen ende den ban van Picardië mede heeft bij de twintichduizent man, maect myne van het Spaensche leger te willen attaqueren ende daertoe zijn gisteren binnen Parijs gebeden gedaen in alle cloosters. Ondertusschen maect den marescal de Breszé,4 die een vliegend leger heeft bij Peronne, myne van te willen intrecken in Nederlant. Ende nae dat ick meene, zoo geen middel is Aire te ontzetten, zal den coning zijne meeste forces gebruicken om eenige plaetsen in Nederlant te belegeren. De geruchten loopen van Rijssel off

    471

    Douai, doch mij dunct dat beide heeft zijne difficulteiten. Men hoopt den prins van Orange iet groots zal doen, waertoe den coning eenig geldt extraordinaris heeft gezonden.

    In Lorraine heeft den coning oock een clein leger onder Granzai5 bij Bar, 'twelck men schijnt te willen belegeren. Den hertogh Carel6 heeft daer onder de stad tot des stads defensie gelaeten eene compagnie te paerd, twee te voet. De reste van zijn volck zijn tusschen Bergen in Henegouwen ende Valenciennes, hijzelve dan hier, dan daer, bij wijlen te Syrick bij madame de Cantecroy.7 God geve hem loon nae zijne wercken.

    Den hertogh van Longueville heeft geschreven ende groote conditiën gepresenteert aen den prince Thomas om de Fransche partie aen te nemen. Deselve prince Thomas werdt gezeit in 't begin van deze maent geweest te zijn voor Castello del Visco niet verre van Chivas; den marquis de la Villa,8 commanderende vanwegen mevrouw van Savoie, ontrent Mondevi, 'twelck hij heeft becomen, den grave van Harcourt9 met zijn leger zijnde niet verre vandaer om hem te seconderen in tijdt van noodt. Men meent zij wel tesamen mochten gaen nae Cunio. Van Tarragona verwachten wij tijding. Den paus heeft zeshondert man gelegt op de frontieren tegen Naples, alzoo de dispuite aldaer noch geen ende en heeft.

    Men twijffelt zeer, off den grave van Soissens gequetst is geweest van een van 's conings volck ofte van de zijne. De quetsuire is geweest door het hooft, zijn helm een groot deel open zijnde. De cloot is doorgegaen, de prop gebleven onder zijn ooge. Daer was besproocken dat hij het commandement zoude hebben, uitgenomen wanneer den cardinael-infant daerbij was. Maer den cardinael-infant was tevrede te wijcken aen den broeder van den coning van Vrancrijck,10 zoo die wilde komen in de partij.

    Gil de Haes11 is met zijn volck bij Philipsburg. Den oegst van de Elzas is wel ingecomen. Groot getal van beesten werden daer genomen aen beide zijde ende den grave van Suze12 heeft een groot convoi geslagen comende van Bezanson. Eene compaignie ruiters van de keiserschen is geslagen bij Pfulendorff.

    In Engellant zijn deghene die de bisschoppen garen af hadden, zeer oneens op de nieuwe kerckelijcke regieringe, die elck nae zijne phantasie wil stellen. D'heer Braun13 hier gecomen om resident te zijn vanwegen Engellant, een zeer vroom man, verhaelt ons veel van de confusiën die in Engellant zijn. [U]Ed. weet, wat dat daer ten laeste van zal comen. Den coning van Engellant gaet nae Schotlant met den palsgraef churfurst.14

    't Groote leger van den coninck alhier ende den marescal de la Millerai15 is bij Blangy, twee mijlen van Hesdin. Die van Aire hebben een horenwerck gemaect tot haer beter defensie. De Spaignaerden hebben tot verstercking van haer leger gemaect drie forten ende elck bezet met ses stucken geschuts. De Fransoisen hebben Pont d'Aventin weder genomen ende, zoo men hier zegt, in Lorraine Bar-le-Duc, Pont-à-Mouson, Nomeny. Wij verstaen oock dat den coning van Spaignië gewonnen heeft vijftien millioenen op 't verhoogen van de cleine munte ende gereedt maect vier legers tegen16 Portugal.

    24 Augusti.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 Aug. 1641. Aire.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 22d. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Beantw. d. no. 5346.
    2 - Wilhelm, baron van Lamboy (no. 5005 n. 12).
    3 - Charles II de Lorraine, hertog van Elboeuf (no. 5205 n. 8).
    4 - Urbain de Maillé, markies van Brezé, maarschalk van Frankrijk (no. 5142 n. 16).
    5 - Jacques Rouxel de Médavy, graaf van Grancey (no. 5323 n. 11).
    6 - Karel IV, hertog van Lotharingen.
    7 - Zijn maîtresse Béatrice de Cusance, prinses van Cantecroix (no. 5041 n. 7).
    8 - Guido de Villa (no. 5273 n. 14).
    9 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, Frans opperbevelhebber in Noord-Italië (no. 5054 n. 3).
    10 - Gaston d'Orléans.
    11 - Gilles de Haes, Vlaming in keizerlijke dienst (no. 5041 n. 20).
    12 - Gaspard de Champagne, graaf van La Suze (no. 5331 n. 9).
    13 - Sir Richard Browne (no. 5331 n. 10).
    14 - Karl Ludwig van de Palts.
    15 - Charles de La Porte, hertog van La Meilleraye, maarschalk van Frankrijk (no. 5101 n. 7).
    16 - In het hs. is het woord ‘tegen’ herhaald.