eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5291. 1641 juli 22. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Wat difficulteyten mijne reyse verhinderen, heb ick in mijnen les(te)n2 geschreven, sonder dewelcke ick mijnselven het contentement soude geven van uEd. te sien, daer ick seer naer verlange.

    D'oorsaecke van het vertreck van den grave van Havelsberg3 hebbe ick noyt gehoort. Dat het is om selffs ofte een andere in sijne plaetse weder te commen, meene ick niet.

    Tot een goede uytcomste in den hervatten handel tot Staden4 is goede apparentie, immers om den tol te brengen op den prijs aen Engelant toegestaen, die een derde minder is als andere betalen. De stat Bremen, die den biscop als een stift in de rijckxdagen sustineerde te representeren, heeft hare possessie ende sessie tot Regensburg behouden bij resolutie latende het petitoir aen het camergericht.

    419

    Tot Amsterdam is uyt Portugal aengecommen eenen tweeden ambassadeur, Lancastre5 genaemt, naer verwant van den conynck, sedert wiens comste beter provisie van gelt haer vertoont, dat evenwel geseyt ende uyt Portugael geschreven wert daer seer schaers te sijn ende bij den conynck op interest te werden genegotieert, maer sij meenen door ordren op de finantiën gestelt eerlange meerder abundantie daervan te hebben. Lisbon wiert bemuyrt ende met tweeëndertych bolwercken vastgemaeckt. Te lande deden de Spaense noch geen hostiliteyt, maer cruysten sterck soo met hare als Dunkerckse scepen voor de riviere van Lisbon, dat haer, soo wanneer de scepen uyt Vranckrijck ende dese landen aencommen sullen, soude mogen werden beleth.

    Om op de vlote van Indiën6 te passen oordeelen de coopluyden deselve te laet commen sullen, alsoo die nu houden in te sijn ofte eerstdaechs in te sullen wesen met sooveel seeckerheyt, dat eenyge seggen voor een ten hondert deselve soude willen verseeckeren. Andere evenwel, ende dat sijn bewinthebbers van de Westindische Compangie, willen noch hopen dat een feinte bij den admiral Lichthert ende Houtebeen,7 in plaetse van selffs met hare vlote naer de Spaense te gaen met het affsenden van een jacht gebruyckt, de schrick in de Spaense soo verde sal hebben gebracht, dat sij hare reyse niet sullen derven hebben continueren, alsoo deselve jacht hadde ordre alle scepen ende plaetsen sooveel mogelijck aen te doen om naer de vlote te vernemen, met semblant alsoff Lichthert ende Houtebeen met een grote armade volchden om daerop te passen, waervan het gerucht in zee sulckx is verspreyt, dat alle capers thuys commende geen ander tijdyngen brengen als dat Houtebeen ende Lichthert naer de silvervloote toe sijn. De scepen van dese landen sullen haest veerdych sijn ende waren beyde de ambassadeurs naer het leger om van sijn Hoocheyt affscheyt te nemen, gaende den lest aengecommen ambassadeur naer Vranckerijck.

    In het leste ontdeckte complot8 is bevonden de coninck ende coninginne van Engelant mede te tremperen ende veele voorname heeren in Schotlant oock deelachtych, die men meent dat, eer den conynck naer het parlement van Schotlant sal gaen, alle daer in verseeckerynge sullen sijn, waromme den conynck is bij het parlament aengeseyt dat voor den X Augusti naer Schotlant niet soude vertrecken. Ondertusschen meent het parlament veel ende wichtyge pointen aff te handelen, de conynckx macht meer ende meer te besnijden, onder andere te removeren uyt den raet ende hoff van den conynck, coninginne ende princen alle bij het parlament verdachte ende suspecte personen ende te substitueren sodanyge, daer het parlament hem op vertrout. D'equipagie van armaden ende penyngen daertoe nodych hout het parlament tot sijne directie, oock de verseeckerynge van havenen ende casteelen door het stellen van gouverneurs. Tegens den aertsbiscop9 waren van nieuws getuygen gehoort ende verwachte men corts een eynde van sijn proces, dat niet als qualijck sal uytvallen sonder hope van het leven te behouden. De biscoppen mochten wel continueren (on)der restrictie van incommen. Tusschen het parlement van Engelant ende Schotlant was een naer verbintenisse gemaeckt genouch offensyff ende defensyff, ende het mistrouwen bij de Engels(e is) soo groot dat sij op alles letten, gelijck off den conynck haer sochte te crencken.

    420

    Van het huys te Gennep sal men nu haest meester sijn, de onse alreede logerende in het horenwerck ende niet resterende als het gecircumvalleerde casteel, dat om sijn cleyn begryp met granaden ende canonnaden soo sal werden geïncommodeert, dat geen lange tegensweer kan doen. Men maekt reeckenynge voor het eynde van dese maent het te sullen hebben verovert.

    Schrasser,10 buyten weten van Hollant naer Hamburg vertrocken, sal daer qualijck connen blijven, alsoo de vergaderynge van Hollant wil dat hij werde gerevoceert. Op sulke dyngen wert geleth, hetgene meerder importeert over het hooft gesien.

    Desen 22 Iulii 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur ordinaris van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. (...).

    En in dorso: 22 Iulii 1641 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 76g. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 661 no. 258. Geciteerd Brandt-Cattenb., Leven II, p. 292. Antw. op nos. 5276 en 5277; beantw. d. nos. 5305 en 5306.
    2 - No. 5279 dd. 15 juli 1641.
    3 - Johann Weichard, graaf Auersperg (no. 5042 n. 6). Zie over zijn haastig vertrek ook no. 5280.
    4 - Conferentie te Stade tussen Deense (no. 5259 n. 9) en Staatse (no. 5184 n. 8) onderhandelaars.
    5 - Frei Diniz de Lencastre (†1664), neef van Jan IV van Portugal en extraordinaris ambassadeur naar Venetië. Hij kwam medio juli in Amsterdam aan (Nouvelles 1641 no. 29 dd. 22 juli), op 23 juli was hij in het legerkamp van Frederik Hendrik (hs. Parijs, AE, CP Hollande 22, f.222) en begin augustus in Den Haag (Nouvelles 1641 no. 32 dd. 12 augustus). Op 14 augustus arriveerde hij te Calais en begin september werd hij door Richelieu ontvangen; vervolgens reisde hij via La Rochelle terug naar Portugal. Vgl. E. Prestage, Dipl. relations of Portugal, p. 5vv., 182v.; id., A embaixada, p. 51 n. 3. Al sinds 1 april 1641 bevond de ordinaris ambassadeur Tristão de Mendonça Furtado (no. 5028 n. 6) zich in de Republiek.
    6 - Een zilvervloot was in juli in Spanje aangekomen.
    7 - Jan Cornelisz. Lichthart en Cornelis Jol alias Houtebeen (no. 5008 n. 12).
    8 - Bedoeld is het ‘army plot’ van maart 1641; vgl. no. 5194 n. 23.
    9 - William Laud, aartsbisschop van Canterbury, werd in 1645 geëxecuteerd.
    10 - Mr. Hendrick Schrassert (no. 5147 n. 7); zie ook Res. SH dd. 13 augustus 1641. De eerste nog bewaarde brief van hem vanuit Hamburg aan de Staten-Generaal is gedateerd 10/20 juni 1641; ARA, SG no. 6079.