Mijnheer,
S.t Preueil2 schijnt wel dat zal eschapperen. Den coninck is wedergecomen te Amiens. Schijnt noch iet te willen doen voor Aire, stellende sijn leger tusschen het leger voor Aire, 'twelck nu is van achtduizent man, veele ziecken, ende 't leger van Lamboi,3 'twelck om de ziecten te ontgaen zich een weinich vandaer heeft logeert, zijnde de intentie, soo het schijnt, van de Fransoisen 't eene ofte het andere deel van den vijant aen te tasten nae gelegentheit.
In 't graefschap van Bourgogne heeft den grave van Gransei4 becomen veele casteelen als Magny, Mangevelle, Chauvirci, Montz, Bougé, Suancourt, de Bourguignon, Petaucourt, Marcey, Vilemande, Chemilly, veele van dese plaetsen alsoock de stadt van Jonvelle gedemanteleert, in eenige plaetsen alsoock in het stedeke van Fauvernei garnisoen gelegt, zonder dat den marquys van S. Martin,5 die in die quartieren is voor den coning van Spaignië, zich heeft derven vertoonen bij gebreck van macht.
De heer Erlach6 heeft eenige rencontres gehadt met het volck van Gil de Haes7 in 't marquisat van Bade. Wij hooren dat hij nu gegaen is nae de Nederpaltz, aldaer grooten beuit ende oock de stadt Zelts heeft becomen.
In Italië zijn de Fransoisen tevrede met Conis ende den prince Thomas met Moncalvo ende rusten beide. Den paus hebbende twintichduizent man in wapenen heeft ingenomen 't lant van 't hertogdom van Castro, was bezigh om de stadt mede te becomen. Den hertogh van Parme8 veel minder van macht zijnde ende van middelen uitgeput door het voorgaende oorlogh zoect vrunden ende hulp. Den hertogh van Toscane9 ende de republique van Venetië stellen haer in posture om met aenzien mediateurs te connen zijn tot een vrede in die quartieren.
569
't Gerucht dat geloopen heeft van de revolte van Andalouzië, is wel te pas gecomen in Portugael om de gemeente in goede hoope ende patiëntie te houden, inzonderheit in den tijdt als men die van de conspiratie ende onder dezelve eenige hertogen ende bisschoppen heeft geëxecuteert.10 Tot het secours van Catelagne werden geprepareert twaelff galeyen te Marseille ende noch zooveel te Toulon, maer ick en zie geen apparentie dat die voor de voorzomer zullen connen vertrecken. Maer het geruchte zal dienen om de gemoederen aldaer te courageren. Men bereidt oock eenig renfort voor het leger in Roussillon om in 't aenstaende jaer Perpignan te benauwen.
Den hertogh van Lorraine is bij Viviers; laet niet alsnoch dagelijcx aen den coning te zenden om nieuwe conditie ende maect myne van, zoo hij die niet en bekomt, met zijn leger te willen gaen dienen in Duitschlant tegen de Sweden.
12 Oct. 1641.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 12 Octob. 1641 uyt Paris.