eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5434. 1641 oktober 22. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De guarde van sijne Hoocheyt2 arriveerde gisteravont in Den Hage, sijnde het leger door de menychte van siecken genootsaeckt geweest te scheyden.

    Op de Engelsche ambassade3 is noch niet gedisponeert. De coninginne van Bohemen hout de verlossynge van prins Robbert4 seecker ende kan wel wesen dat sooverre contentement gegeven is aen den ambassadeur van Engelant5 om hem vorder te doen hopen ende hem alsoo te slepen naer Weenen, daer men seecker hout dat sijne Ex.tie gaet om over de saecken van den Pals te handelen.

    Den conynck van Engelant wiert noch opgehouden in Schotlant, daer het parlement geen contentement en nam in de directeurs bij den conynck genomineert6 om in 't affwesen van den conynck sijne saecken in dat rijck waer te nemen, sijnde de Schotten ende Engelsche nu niet vorder gewent den conynck te gehoorsamen als hij hem confirmeert in sijne commandementen naer hare intentiën ende humeuren. Die de kerckelijcke veranderynge voorhebben, rusten in Engelant noch niet. In Schotlant heeft den conynck de geestelijcke sooverre ingevolcht, dat

    588

    niet alleen alle de biscoppen sijn geremoveert, maer oock volgens het gebruyck, soo sij seyden sedert de reformatie bij hare conyngen gepleecht, een capittel naer de maeltijt heeft doen lesen ende een psalm doen syngen. Lesle7 wert gedestineert generael van der Pals leger, waertoe men meent het parlament wederom vergaderende gelt sal verschaffen.

    Monsieur d'Avaux8 verseeckert de goede intelligentie tusschen de Sweden, Hessische ende Lunenburchse ende was Mortainge,9 colonnel bij de Sweetse officieren affgesonden, van Hamburg vertrocken met vijffhondertduysent rijxdaelders ende goet contentement. Tortenston10 was aen de Elve gearriveert, die drieduysent van de nieuwe troupes naer Stalhans11 hadde gesonden. Picolomini, niet connende in het lant van Brunswijck subsisteren, hadde sijne winterquartieren in Bohemen doen maecken.

    Dat is sooveel als aengaet het publyck, waerbij ick moet vougen voor uEd. particulier, dat den persoon die mij de eerste advertentie heeft gegeven van de communicatie van Felix'12 brieven bij Aelianus13 gedaen, mij in confidentie heeft gewaerschout dat tegens Felix yet wert gemachineert ende, sooveel hij heeft gehoort, die seer nauw weet watter omgaet, soude de meenynge wesen den man uyt Engelant14 te brengen ontrent Felix, gelijck Aelianus hier was gecommen ontrent Valerius,15 ende den soon16 te stellen in Engelant in de vaders plaetse. Hetgene vorder verneemt, heeft belooft mij mede te communiceren. Van niemant anders is mij tot noch toe daer niet van voorgecommen. Soo uEd. oordeelt bij Iovinianus17 yet dient gedaen ofte yet nader te werden vernomen, sal op alle occasiën vigileren. Het sal goet wesen op alles te blijven voordacht ende dat ick weet wat tale ick met die man, die mij verseeckert soo veel hem is bekent Felix daer hij is contentement geeft, sal moeten houden.

    Desen 22 Octob. 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur van de coningin[n]e ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 21 Oct. [sic] 1641.

    En in dorso: 22 Oct. 1641 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 77b. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 677 no. 266. Antw. op nos. 5414, 5415 en 5416; beantw. d. nos. 5451 en 5452.
    2 - Frederik Hendrik kwam zelf op 23 oktober in Den Haag aan.
    3 - Zie no. 5404 n. 4.
    4 - Ruprecht van de Palts bevond zich sinds oktober 1638 in keizerlijke gevangenschap. Zie ook de brief van zijn moeder, Elisabeth Stuart, gewezen koningin van Bohemen, aan sir Thomas Roe dd. 28 oktober 1641, CSP Dom. 1641-1643, p. 140.
    5 - Sir Thomas Roe (no. 5143 n. 7).
    6 - John Campbell, baron Loudoun, als ‘Chancellor’, William Hamilton, graaf van Lanark, als staatssecretaris, Robert Ker, graaf van Roxburgh, als ‘Privy Seal’ en William Douglas, graaf van Morton, als ‘Treasurer’. Zie Gardiner, Hist. Engl. X, p. 20, 22; CSP Ven. 1640-1642, p. 229.
    7 - Alexander Leslie (1580-1661), graaf van Leven; vgl. DNB XXXIII, p. 68-76.
    8 - Claude de Mesmes, graaf van Avaux (no. 5001 n. 7).
    9 - Caspar Cornelius Mortaigne de Potelles (†1647), kolonel in Zweedse dienst; hij was in september 1641 naar de Zweedse ambassadeur te Hamburg, Johan Adler Salvius, gereisd om te pleiten voor betaling van de achterstallige soldij. In november 1641 werd hij bevorderd tot generaal-majoor. Vgl. ADB XXII, p. 339v.; BNB XV, kol. 280vv.
    10 - Lennart Torstensson (no. 5176 n. 4).
    11 - Torsten Stålhandske (no. 5014 n. 9).
    12 - Codenaam voor Grotius.
    13 - Codenaam voor Petter Spiring Silvercrona (no. 5000 n. 1). Reigersberch berichtte onder meer in mei 1638 en oktober 1639 dat Spiring Grotius' brieven communiceerde aan derden. Zie supra no. 3592 (dl. IX), nos. 4129 en 4360 (dl. X); zie ook dl. X, Register i.v. ‘Aelianus’.
    14 - Michel le Blon, Zweeds agent te Londen; zie ook no. 5430.
    15 - Codenaam voor Ludwig Camerarius (no. 4994 n. 1).
    16 - Cornelis le Blon (no. 5430 n. 11).
    17 - Codenaam voor Nicolaes van Reigersberch zelf.